Op het eerste zicht lijkt het misschien alsof Jules Gounon relatief makkelijk aan de top van zijn vak is geraakt. De zoon van ex-F1-rijder Jean-Marc Gounon wist op zijn 22ste de Total 24 Hours of Spa te winnen en tekende vlak daarna een fabriekscontract met het mythische Bentley. Maar schijn bedriegt. Ondanks zijn vroege succes, was het geen makkelijke weg naar de top.
Zowel naast als op het circuit kreeg Gounon heel wat tegenslagen te verwerken, en zijn carrière zat meer dan eens in het slop. Het getuigt van Gounon’s sterke karakter dat hij telkens sterker dan ooit wist terug te keren.
Door zijn tegenslagen – van blessures en verschrikkelijke crashes tot de vermoeiende zoektocht naar passend budget – deed Jules Gounon voor zijn 23 heel veel levenservaring op. Het is alsof hij een decennium aan professionele ervaringen in een paar seizoenen wist te comprimeren. Nu hij een trotse Bentley Boy is, kan zijn turbulente carrière worden samengevat in deze uitspraak: “Het lijkt een cliché, maar wat je niet klein krijgt, maakt je echt sterker.”
DE ZOON VAN DE RACER
In tegenstelling tot wat men had verwacht, moest Jules zwaar aan de bak om de deur naar de autosport open te wrikken. “Mijn vader wou eigenlijk niet dat ik aan racen begon, dus begon ik pas op mijn vijftiende”, legt hij uit. “Op school ging het slecht met me, dus ik deed hem een voorstel: ‘Als jij me een kart geeft, geef ik je goede punten. Mijn gemiddelde was toen een 10 of een 11, dus hij zei me dat als ik aan een 15 geraakte, we een deal hadden. Na onze handdruk kreeg ik mijn gemiddelde bijna onmiddellijk op 15,5, en hij liet me mijn eerste races rijden.”
Jean-Marc vertelde zijn zoon wel dat hij sponsors diende te vinden en dat er geen centen zouden zijn voor een professionele mecanicien. Gounon senior nam zelf die rol op zich.
“Mijn pa verdiende geen fortuinen tijdens zijn racecarrière en nu runt hij een autoconcessie, niet echt de makkelijkste sector in Frankrijk op dit ogenblik”, legt Jules uit.
Jean-Marc wist bovendien dat indien Jules er niet in zou slagen voldoende budget te vinden, hij zowat elk kampioenschap waar hij aan deelnam, moest winnen. Zelfs dat zou misschien niet genoeg zijn.
“Hij zei me: ‘Je hebt een jaar om te leren en een jaar om te winnen.’ Als ik in mijn tweede jaar geen Frans kampioen werd, zouden we stoppen. Het eerste jaar was al redelijk goed. Als nieuweling maak je af en toe fouten, maar ik werd wel zesde in het Franse kampioenschap.”
Nadien haalde Jules zijn schoolvriend Thomas er bij als mecanicien, en samen behaalden ze de titel. Jules kreeg naam en versierde een fabriekscontract bij Sodikart, waardoor hij internationaal actief kon worden.
“Mijn vader stelde me: ‘Nu heb je één jaar om echt door te duwen en te tonen dat je goed genoeg bent. Anders stoppen we.’ Dat seizoen won ik het wereldkampioenschap in X30, wat me hielp om de nodige sponsors voor de Formule 4 te vinden. Het probleem was dat ik voor de start van het seizoen amper zes testdagen afwerkte. Andere rijders deden er tussen de 20 en 25. Het begin van het seizoen was echt lastig, maar van de laatste negen races won ik er zes. Ik werd uiteindelijk vice-kampioen.”
Voor Jules was dat de bevestiging dat hij in deze sport ver kon geraken. Maar eens te meer hield de ervaren Jean-Marc een degelijke dosis werkelijkheidszin achter de hand.
MOEILIJK GAAT OOK
“Na mijn seizoen in de F4 had ik al die dromen in mijn hoofd, want ik reed voorin en kon races winnen”, herinnert Jules zich. “Maar mijn vader hield me voor: ‘Je geraakt nooit in de F1. Zonder geld is dat onmogelijk. Ik was 18 en er van overtuigd dat ik dat wel kon, maar toen stapte ik over naar de Formula Renault en we hadden niet het nodige budget. In 2014 reed ik amper twee races. Ik studeerde af, maar ik kon nergens terecht. Ik werkte een paar maand in het dealership van mijn vader, waar ik auto’s waste. Toen besefte ik hoe zwaar het leven kan zijn als je voor een minimumloon moet werken, en hoeveel geluk ik had gehad.”
Een visie die hem later nog van pas zou komen, maar op dat moment liep Gounon wat verloren. “Ik dacht dat mijn carrière over was, en mentaal zat ik er een beetje door”, geeft hij toe. “Mijn grootvader zag hoezeer ik in de put zat. Hij had een advertentie voor een Porsche beurs gezien, maar het kostte zowat 1.500 euro om aan de selectie deel te nemen. Dus zei hij: ‘Jules, je krijgt een cadeau van mij. Voor je verjaardag en voor kerst. Ik betaal voor de selectiedeelname, maar dit wordt je laatste kans.”
Bij sommige rijders zou dat net te veel druk opleveren, maar dit was een situatie die Jules ondertussen gewoon was. Hij won de beurs.
Hij kreeg een stuur in de Franse Porsche Carrera Cup en het seizoen 2015 begon met een podium in zijn eerste race en een zege in het derde raceweekend van het jaar. Maar dan liep het opnieuw mis.”
“Eerst had ik die beruchte crash waarbij mijn auto bovenop die van een andere rijder belandde. Dat verknalde mijn seizoen, want zo kon ik niet aan de laatste races deelnemen, en Porsche Frankrijk zond me ook niet naar de internationale selectie. Tegelijk had ik problemen met mijn beide benen. Ik moest een operatie ondergaan, lag een maand in het ziekenhuis, en mijn gewicht steeg met 15 kg. Waar had ik dat verdiend, vroeg ik me af.”
Voor de tweede keer leek Jules’ carrière stil te vallen. Maar dan kwam er opnieuw een verlossende kans.
“Mijn vader deed de BoP-testen voor de Blancpain GT Series en ik vergezelde hem”, legt Jules uit. “Op krukken, want dit was twee maand na mijn operatie. Ik stapte in de garage en begon met iemand die ik niet kende te praten. Het klikte onmiddellijk en we bleven een uur aan de praat.”
Jules had een gesprek met één van de bazen van GT Masters-renstal Callaway Competition. Het team zocht een rijder voor het volgende seizoen, maar het budget van Gounon was verre van voldoende.
“Maar we hadden een goed gesprek, en ze boden mij vijf testronden op Hockenheim aan”, vult Gounon aan.
Een test die vlot verliep en het team deed Gounon een voorstel: rij de eerste twee races van het seizoen, met je beperkt budget.
“Dat was een groot risico voor mij, want ik zou al mijn centen in amper twee races steken, en daarna had ik niets meer. Maar ik besloot dat ik liever mijn carrière zou beëindigen in een strijd tegen kerels als Vanthoor en Mies, dan door de stoppen in de Porsche Carrera Cup France. Dus ik ben er voor gegaan en tijdens mijn tweede weekend wist ik te winnen. Op het podium zei teambaas Giovanni Ciccone me dat hij voor de rest van het seizoen zou betalen.”
Gounon werd uiteindelijk derde in de GT Masters en legde nieuwe contacten die hem vooruitgang in de Blancpain GT Series lieten boeken. Hij begon 2017 met een handvol Amerikaanse races voor Audi, en tijdens een testdag kwam hij aan de praat met AKKA ASP teambaas Jerome Policand.
“Ik was daar enkel voor een coachingopdracht, maar ik duwde wel stevig door, zoals ik altijd doe als ik achter het stuur van een racebolide kruipt. Jerome had het plan om daags nadien in Spanje een reeks rijders te testen en één was niet opgedaagd, dus hij vroeg me of ik kon komen. Dat deed ik, en ik was meteen de snelste. Jean-Luc Beaubelique vroeg me of ik samen met hem de Blancpain GT Series wou rijden, in Pro-Am. Daardoor deed ik heel wat vertrouwen op.”
Allemaal factoren die in juli zouden samenkomen om een opmerkelijke 18 maanden in de carrière van Gounon af te ronden. Begin 2016 lag hij zonder vooruitzichten naar het plafond van een ziekenhuiskamer te staren, en in de zomer van 2017 mocht hij van op het hoogste podiumtrapje van de grootste GT-race ter wereld de juichende massa overschouwen.
DOORBRAAK IN SPA
Voor de Total 24 Hours of Spa 2017 deelde Gounon de #25 Audi Sport Saintéloc Racing bolide. Met de ervaren Markus Winkelhock en Christopher Haase naast hem was dat een gouden buitenkans.
“We startten op de negentiende plaats”, herinnert Jules zich. “Aanvankelijk dacht ik dat het nooit zou lukken, zeker niet nadat we ’s nachts een klein probleem hadden en een ronde verloren. In Spa gaat het zo hard, dat je 24 uur lang voluit moet gaan. Elke stint is als een sprintrace. Als ik met de fans praat merk ik dat het net dat aspect is dat hen zo bevalt.”
Op zondagmorgen werd duidelijk dat de #25 Audi een kandidaat voor de zege was. Uiteindelijk gingen ze ook met de beroemde zege lopen. De carrière van Gounon veranderde helemaal.
“Op het podium kwamen de grootste emoties los. Saintéloc is een Frans team, dus werd de Marseillaise gespeeld. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik denk hoe het hele team meezong. Ik zag mijn grootvader en mijn vader onder het podium staan en huilen, en dat maakte me echt trots. Na het feestje ging ik terug naar mijn kamer en ging op mijn bed liggen. Ik zag de trofee en dacht: “We hebben Spa gewonnen! Ongelooflijk!”
Sindsdien mocht hij zijn handtekening onder een contract met Bentley zetten, en nu heeft de carrière van Jules Gounon de stabiliteit die ze voorheen miste.
“Ik kijk er echt naar uit om met de nieuwe Continental GT3 in Spa aan de slag te gaan”, stelt hij. “Vorig jaar finishte Bentley als tweede, en het was heel moeilijk om ze te verslaan. Een overwinning in Spa blijft het belangrijkste doel van ons seizoen.”
De harde tijden hebben Jules ongetwijfeld meer vastberadenheid gegeven in zijn weg naar de top, maar ze helpen hem ook alles in perspectief te plaatsen.
“Nu ga ik soms kwaad slapen omdat de wagen teveel onderstuur had”, zegt hij. “Maar denk ik bij mezelf: ‘Jules, twee jaar geleden was je auto’s aan het wassen en waren je handen helemaal kapot. Nu word je betaald om voor Bentley te rijden, dus beleef er maar plezier aan. Het is maar onderstuur, het is niet zo dat je aan het eind van de maand niet weet hoe je eten moeten kopen.”