Foto ©: FCA Automobiles
70 jaar dag op dag, 10 april 1950, groot autokampioen Tazio Nuvolari eindigt zijn acrrière als piloot aan het stuur van een Abarth 204A, het eerste model gebouwd door Carlo Abarth. De rit startte in de Siciliaanse hoofdstad Palermo en gaat naar Monte Pellegrino: een indrukwekkende beklimming met verschillende scherpe bochten.
Aan de start staat het team ‘Squadra Carlo Abarth’, met Tazio Nuvolari aan het stuur van de Abarth 204A, een racewagen met twee plaatsen, uitgerust met een krachtige 1100cc motor. De kampioen start de race met de dosis toewijding die we van hem gewoon zijn en behaalt in zijn categorie en eindigt op de 5e plaats in het algemeen klassement.
De vriendschap tussen Carlo Abarth en de grote autokampioen startte aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, toen Nuvolari, die op dat ogenblik reeds 55 overwinningen op zijn palmares heeft staan in internationale Grand Prix en belangrijke wedstrijden, de Cisitalia van Piero Dusio piloteerde, met Carlo Abarth als technisch directeur. Toen Dusio zijn wedstrijdwagens aan Carlo Abarth verkocht, net voor zijn emigratie naar Argentinië, wist Abarth dat hij kon rekenen op de steun van verkocht kon hij rekenen op de steun van Nuvalori, die ook de ambassadeursrol op zich kon nemen voor zijn tuning accessoires.
De sport tuningkits van Abarth transformeerden een gewone stadswagen in ware wedstrijdbolides die in staat waren wedstrijden te winnen, voor veel jonge piloten was dit de instap naar de competitiewereld. « Zondag op circuit, maandag op kantoor », dat was het motto van Carlo Abarth. Hij combineerde de productie van uitrustingen bestemd voor de competitie met het vormingswerk van een officieel team, waarvan de overwinningen grotendeels werden behaald op circuits of ‘hill climbs’, aan boord van coupés en sportwagens.
Na de bekende overwinning van Nuvolari, behaalt Abarth 6 keer Het Wereldkampioenschap der Constructeurs tussen 1962 en 1967, eveneens het Europees Kampioenschap der Merken in 1972 met Arturo Merzario als piloot, vier overwinningen in het Europees Kampioenschap voor Tourisme wagens (1965, 1966, 1967 en 1969). De opeenvolging van grote successen voor het merk zet zich verder in de jaren 70 in de rallywereld met de Fiat 131 Abarth Rally die drie keer het Wereldkampioenschap der Constructeurs in de wacht wist te slepen (in 1977, 1978 en 1980), het Wereldkampioenschap der Piloten in 1980 met de Duitser Walter Röhrl aan het stuur en de FIA Beker der Piloten in 1978 met de Fin Markku Alén. Dit prestigieuze palmares gaat verder met zeven overwinningen in het Europees Rally Kampioenschap tussen 1975 en 2011 en met overwinningen van de Abarth 124 rally in 2018 en 2019 in de Beker FIA R-GT.
Deze reeks successen hebben een dubbele betekenis : enerzijds blijft het merk deelnemen aan wedstrijden, met de Abarth 124 rally die opnieuw aan de start staat in het ERC in 2020, en als technisch partner voor de F4 Kampioenschappen in Italië en Duitsland. Anderzijds betekende voor Abarth het deelnemen aan wedstrijden de beste manier om motoren en technologische oplossingen te testen. Tests uitvoeren in extreme omstandigheden leidt tot verbeterde prestaties en een optimale betrouwbaarheid, een unieke competitiespirit die leidt tot het toepassen van geoptimaliseerde technologieën aan boord van de normale serie-wagens.
(persbericht)
