Alessio Picariello won met zijn teamgenoten Klaus Bachler en Matteo Cairoli de laatste wedstrijd van het seizoen voor de GT World Challenge Europe. De Dinamic Motorsport Porsche beëindigde deze drie uur durende race van de Endurance Cup met acht tienden voorsprong op de Iron Lynx Ferrari van Antonio Fuoco, Alessandro Pier Guidi en Alessio Rovera. Een derde plaats in Pro-Am was voor Louis Machiels voldoende om de Endurance Cup-titel in zijn klasse binnen te halen. Door mechanische pech gaf de Ferrari van Sarah Bovy op toen het kampioenschap in de Gold Cup voor Iron Dames binnen handbereik leek.

Zoals regelmatig gebeurt bij IMSA, viel de race pas in het laatste uur in zijn definitieve plooi. Na een aanrijding tussen beide Chip Ganassi Cadillac en het wegvallen van de Wayne Taylor Racing Acura, lag de weg open voor Tom Blomqvist en zijn Acura van Meyer Shank Racing. Blomqvist won zo de 25ste editie van Petit Le Mans, en tevens het einde van het DPi-tijdperk, samen met zijn teamgenoten Oliver Jarvis en Helio Castroneves. Ze hadden iets meer dan vier seconden voorsprong op de Cadillac van Pipo Derani, Olivier Pla en Mike Conway. Een vierde plaats in GTD was voor Jan Heylen net niet voldoende om het kampioenschap in de wacht te slepen.

Tom Blomqvist behaalde met een rondetijd van 1:08.555 de polepositie voor de 25ste editie van Petit Le Mans op het circuit van Road Atlanta. De rijder van Meyer Shank Racing was met zijn Acura ARX-05 DPi iets meer dan twee tienden sneller dan Earl Bamber in de Chip Ganassi Racing Cadillac. Kampioenschapsleider Ricky Taylor werd derde met de Acura van het team van zijn vader Wayne. In GTD werkten de teamgenoten van Jan Heylen, Maxime Martin en Ulysse De Pauw de kwalificatie af.