[et_pb_section bb_built=”1″][et_pb_row][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text]
Gisteren, 18 juli 2018, ging Morris “Mo” Nunn van ons heen. Nunn, geboren op 27 september 1938 in Groot-Brittannië, maakte na zijn rijderscarriére bolides voor F3, F1, CART en Indycar.
Met Ensign, opgericht in 1973 als F3 team, stond hij 133 keer aan de start van een Grand Prix. Het grote succes bleef echter uit want het team scoorde in zijn bestaan slechts 19 punten in het kampioenschap en haalde nooit het podium. De Zwitser Marc Surer zorgde met een 4de plaats in Brazilië in 1981 voor de beste klassering. Eind 2005 trok Nunn zich terug uit de autosport.
Rikky Von Opel, Engels F3 kampioen in 1972 en kleinzoon van de stichter van het gelijknamige merk, mocht in 1973 de Ensign Formule 3 wagen laten debuteren. Von Opel, met Liechtensteinse nationaliteit, had veel ambitie en bestelde gelijk een F1 chassis. Dat kwam er nog in daetzelfde jaar en op 1 juli 1973 verscheen hij met de Ensign N173 aan de start van de Grote Prijs van Frankrijk. Met een non-start, drie opgaves en een 13de plaats als beste resultaat werden er geen prijzen gewonnen.
Vanaf 1974 zette Ensign drie rijders in. Ze vonden hun weg naar de “klantenmarkt” en in 1978 was er zelfs een seizoen met … zes Ensign rijders. Het werd het merk voor de instappende debutant, en voor de betalende rijder. Al probeerde Nunn in de beginjaren enkele grote namen aan te trekken om de wagen naar een beter prestatieniveau te tillen met o.a. Chris Amon, Clay Regazonni en…Jacky Ickx! Tevergeefs. De grote Clay Regazzoni haalde enkele vijfde plaatsen. Het team pikte elk seizoen zijn puntje her en der mee. In 1981 zette de Zwitser Marc Surer het beste resultaat met een 4de plaats in de GP van Brazilië. Na het ongeval in 1980 in Long Beach dat de carriere van Regazonni beëindigde, het opstappen van Marc Surer en een resem aan rijders van twijfelaardige kwaliteit als Lodoño en Salazar, doekte Ensign in 1982 de F1 stal op. Ze fusioneerden met een andere noodlijdende renstal, Theodore. Die plooiden echter de boel op het volgende seizoen, in 1983.
De CART – IRL periode
Morris Nunn keerde zich naar de States, werkte bij Chip Ganassi Racing met Alex Zanardi in de periode 1997-1998 en nadien met Juan-Pablo Montoya in 1999. Hij kwam terug aan de oppervlakte als teambaas toen hij in 2000 Mo Nunn Racing oprichtte, zijn eigen team binnen de Indy Racing League. Hij legde contact met Mercedes-Benz, concentreerde zich op de 500 mijl van Indianapolis. Alex Barron zette het beste resultaat voor het team met een zege op de ovaal van Michigan in 2003. Er kwam nog een samenwerking met Fernández Racing voor de 2005 Indianapolis 500, maar in september van dat jaar deed Mo Nunn de boeken toe en trok zich terug uit de racewereld.
De erfenis
Nunn overleed op 79 jarige leeftijd en zal altijd verbonden blijven met de naam Ensign. Het merk was synoniem voor “de underdog”, van de underpowered Ford Cosworth in de aankomende turbo-dagen, voor de hopeloze strijd die er gevoerd moest worden met een “kit-car” F1 wagen in een tijdperk dat de grote autoconcerns als Fiat, Renault en Alfa Romeo al de weg gevonden hadden naar de F1 circuits. En dan dongen zij met de Ensign N179 ook nog mee in de officieuze titel van “lelijkste F1 wagen ooit”… Mo Nunn liet het allemaal niet aan zijn hart komen en beleefde volop zijn passie!
(foto’s: pinterest/internet)
[/et_pb_text][et_pb_image _builder_version=”3.0.105″ src=”http://www.autosportwereld.be/wp-content/uploads/2018/07/Ensigne-N179.jpg” show_in_lightbox=”off” url_new_window=”off” use_overlay=”off” always_center_on_mobile=”on” force_fullwidth=”off” show_bottom_space=”on” /][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]