Tijdens de testweek van de Formula E in Valencia, spraken wij met een opvallend ontspannen Stoffel Vandoorne. Onze landgenoot, die vorig jaar met Mercedes nog wereldkampioen werd, maakte ondertussen de overstap naar DS Penske na de beslissing van de Duitse renstal om het kampioenschap te verlaten. Autosportwereld.be is in Valencia en vroeg hoe onze landgenoot zich ondertussen voelt.
Foto © Jens Mommens
Waarom heb je ervoor gekozen om met startnummer 1 te rijden?
“Waarom niet? Het is niet dat je elk jaar de kans hebt om met nummer 1 te rijden. Je kan dit nummer enkel kiezen als je het kampioenschap gewonnen hebt. Max (Verstappen, nvdr.) deed hetzelfde in de F1. Het is een leuk extraatje.”
Is je overstap van Mercedes naar DS goed verlopen?
“Het is goed verlopen, maar het was wel een grote verandering. Na vier jaar bij Mercedes, word je gewoon aan bepaalde procedures. Daarnaast gaat het er hier anders aan toe nu. Bij Mercedes moesten we een team opbouwen met mensen uit andere klassen. Bij DS hebben we een team dat al lang meedraait en zo de nodige expertise heeft. Het was dus even wennen, maar nu gaat alles vlot. Het helpt wel dat ik dezelfde taal spreek als de meesten in het team.”
Naast een nieuw team, is er natuurlijk ook nog de nieuwe Gen3-wagen. Wat is je eerste indruk?
“Je merkt duidelijk dat de wagen een upgrade heeft gekregen, maar dat brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Er is het nieuwe remsysteem dat wennen is, maar de grootste uitdaging worden de banden. We moeten die leren kennen, ze leren gebruiken, kijken hoe we het maximale eruit kunnen halen. Het is ook een zeer harde en stijve band, wat volledig haaks staat op de zachtere Michelin-band van de voorbije jaren. Persoonlijk, en ik denk meerdere rijders, had ik lievere een zachtere band gehad, met meer performance. We mogen echter niet vergeten dat dit slechts de eerste band is van Hankook voor dit kampioenschap. De ontwikkeling naar komende seizoenen toe zal zeker en vast nog vooruitgaan.”
Haal je meer plezier uit deze wagen, dan uit de Gen2?
“Voor mij gaat het niet zozeer over het plezier. Eigenlijk is er weinig verschil tussen beide wagens. Het is aan de basis gewoon een racewagen. Wat je ermee doet, laat ons zeggen, strijden voor de top, daar haal je het plezier uit. Je doet nu eenmaal mee om te winnen en als je achteraan bengelt, dan is het plezier uiteraard een stuk minder.”
