Foto ©: Total 24 hours
Het Latijnse motto Veni, vidi, vici – ik kwam, ik zag en ik overwon – wordt algemeen toegeschreven aan de Romeinse keizer Julius Caesar, die het zou hebben uitgesproken toen hij terugblikte op zijn dominante overwinning tijdens de Slag van Zela.
Gezien zijn oorsprong geldt het motto evenzeer voor een andere, alles veroverende Latijnse machine: de Maserati MC12. Maar weinig auto’s kwamen, domineerden en vertrokken met zoveel stijl en uitstraling als deze machtige GT1.
Het favoriete strijdterrein van de MC12 was – uiteraard – Spa-Francorchamps. Tussen 2005 en 2009, het laatste jaar waarin de GT1-bolides aan de start mochten komen, stond de bolide amper vijf keer aan de start, maar bij zijn debuut scoorde de Maserati wel meteen een één-twee. Die werd gevolgd door nog een overwinning in 2006, een tweede plaats in 2007 (toen er vier MC12’s bij de eerste zeven finishten) en nog eens een één-twee in 2008.
De tweede plaats in 2009 was een ontgoochelend einde van de reeks, zeker gezien de MC12 in de kwalificaties de snelste drie tijden had laten optekenen en zowat anderhalve seconde sneller was dan de naaste concurrentie. De balans van drie overwinningen, twee tweede plaatsen, en een hele resem aan FIA-GT titels laten echter toe de Maserati MC12 als een ware gigant te beschouwen.
Hoewel de bolide onder het Maserati-blazoen streed, had ze veel te danken aan het moederhuis Ferrari, dat eind de jaren negentig zijn voormalige rivaal had overgekocht. De MC12 gebruikte nogal wat technologie uit de Ferrari Enzo, inclusief de zesliter 12 cilinder krachtbron. Er werden in totaal 50 wegversies gemaakt, die door potentiële klanten voor zowat 670.000 dollar op voorhand konden worden besteld. Een koopje, want bij veilingen worden die auto’s nu voor sommen boven de twee miljoen dollar afgeklopt.
Van bij de start lag het ware doel van de auto echter op het circuit en al snel werd er een GT-programma opgestart. Dat zou worden geleid door Giorgio Ascanelli, onder andere een voormalig race-ingenieur van Ayrton Senna, wiens team de opdracht kreeg om de straatversie om te vormen naar de MC12 Corsa.
Over de rol van belangrijkste ontwikkelingsrijder bestond weinig discussie. Andrea Bertolini was toen al ingelijfd bij Ferrari, en werkte er aan heel wat projecten, inclusief het dominante F1-programma. Hij kon ook uitstekend met een GT overweg, want reed met succes met de Ferrari 360 Modena in FIA GT. Dus kreeg Bertolini in 2004 van Ferrari-bazen Jean Todt en Antonello Coletta een intrigerende nieuwe opdracht aangeboden.
“Ze vroegen me om naar Maserati te ‘verhuizen’”, legt de Italiaan uit. “Maar ik was tegelijk wel de officiële testrijder van het F1-programma. De ene week werkte ik met de GT1 vier testdagen op Paul Ricard af, de volgende zat ik er vier aan het stuur van de F1-bolide in Fiorano, Monza of Mugello. Ik zat altijd in een auto!”
Dit was de periode waarin Ferrari het ene na het andere F1-record brak, en deel van die magie vond duidelijk zijn weg naar het MC12-project. Een zekere Michael Schumacher had zelfs de tijd om de auto op het testcircuit van Fiorano stevig de sporen te geven.
De MC12 reed zijn eerste races aan het eind van 2004, tijdens de laatste vier races van het FIA GT kampioenschap. Al snel werd een eerste overwinning behaald, en ook tijdens de eerste races van 2005 bleven de uitstekende resultaten komen: tweede en derde in Monza, 1-2-3 in Magny-Cours en Silverstone, en verder nog meer podiumplaatsen in Imola en Brno.
“We concentreerden ons vooral op het rijgedrag en de bandenslijtage”, legt Bertolini uit. “Als je wat meer in detail kijkt, zal je merken dat we altijd het verschil maakten dankzij onze regelmaat. De auto was van bij de start zeer goed, heel snel ook. De prestaties volgden onmiddellijk.”
Spa was de volgende halte. In 2005 stonden er 37 wagens aan de start – het laagste aantal van het GT-tijdperk – maar het niveau van de startgrid maakte die tijdelijke dip meer dan goed. Vooral de vier MC12’s, twee voor Vitaphone Racing en twee voor JMB Racing, trokken de aandacht, zeker bij zij die de bolides voor het eerst in levenden lijve konden aanschouwen.
Larbre Compétition was na een sabbatjaar in 2004 ook opnieuw van de partij. De legendarische Vipers van de Franse renstal waren ondertussen vervangen door twee Ferrari’s 550 Maranello. Aston Martin zette twee DBR9’s in, met onder andere Pedro Lamy, Darren Turner en Stephane Sarrazin aan het stuur. Ook de Corvette C5-R, Saleen S7-R en immer populaire Lister Storm waren er helemaal klaar voor.
De concurrentie was dus stevig, maar bij Maserati zorgde men meteen voor een statement door de volledige eerste rij van de startgrid te bezetten. De #9 Vitaphone bolide van Bartels/Scheider/Van de Poele was het snelst, voor de #15 JMB wagen die werd gedeeld door Bertolini/Wendlinger/Peter. De tweede Vitaphone MC12 stond vijfde op de grid.
Een traditionele zomerbui trok voor de start over de Ardennen, waardoor de omloop er door en doornat bij lag. De Astons vertrokken op regenbanden en sloegen al snel een kloof, maar eens het begon op te drogen trokken de MC12’s met hun intermediate-banden naar voor. Bij het vallen van de duisternis was de normale volgorde hersteld: de Vitaphone auto’s lagen één en twee, de leidende Aston was teruggevallen naar drie, de JMB Maserati volgde als zesde, op drie ronden.
Halverwege de race lag de JMB bolide alweer derde, en het had heel goed gekund dat de Maserati’s het volledige podium zouden bezetten, ware het niet dat de #10 Vitaphone auto met een kapotte versnellingsbak moest opgeven. Dat gebeurde op spectaculaire wijze, waarbij de auto met een uitslaand brandje achteraan richting Combes de graskant moest opzoeken. Misschien veroorzaakte dat wat zorgen over de betrouwbaarheid van de Maserati. Bertolini herinnert zich alvast dat de posities tot de streep werden vastgelegd, met de rijders van #9 Vitaphone als eerste, voor de terugkerende JMB auto. Aangezien het order rechtstreeks van Ascanelli kwam, was Bertolini niet van plan er iets tegen in te brengen.
Zo kon Scheider met de #9 Vitaphone MC12 als winnaar over de streep rijden, en zette hij het overwicht bij het debuut van de Maserati extra in de verf door de toeschouwers aan Combes te vergasten op wat spectaculaire donuts. Op de pitmuur was de vreugde al even groot, waar Michael Bartels en Eric van de Poele elkaar in de armen vielen. Laatstgenoemde werd zo drievoudig Spa-winnaar.
“Het is niet zo makkelijk om de juiste woorden te vinden, want dit voelt aan als een droom”, stelde Bartels vlak na het behalen van de zege. Later zou hij Spa 2005 omschrijven als de “allerbeste herinnering” uit zijn GT-carrière, waarbij het winnen met een nieuwe wagen heel veel voldoening had geschonken. Ook de wijze waarop was indrukwekkend. De winnende Maserati had 576 rondjes afgelegd, 18 meer dan het jaar voordien, terwijl de beste rondetijd – een 2’15.598s neergezet door de #10 – een indrukwekkende 2,6 seconde sneller was dan de snelste tijd van het jaar voordien. Veni, vidi, vici.
De zege van 2005 was het begin van een gouden tijdperk voor Maserati in Spa. In 2006 volgde er nog een overwinning, deze keer met Bertolini naast Bartels en Van de Poele in de winnende Vitaphone bolide. Voor de Italiaan was het na zijn vele ontwikkelingswerk op de MC12 een uiterst verdiende beloning, en eentje die hij zeer wist te smaken.
“Het was een hele lastige race, en daarom ook mijn favoriete editie. Het was alsof we van start tot finish kwalificatierondjes moesten neerzetten”, herinnert Bertolini zich. “Met een half uur te gaan hadden we slechts acht seconden voorsprong op de Aston.”
In 2007 finishten er vier MC12’s in de top-7, maar de zege was voor de Phoenix Carsport Corvette. In 2008 kon het Italiaanse merk opnieuw winnen, waarbij Bertolini/Bartels/Van de Poele een één-twee leidden. Zo werd de Belg de eerste (en voorlopig enige) rijder die die Ardense etmaalrace vijf keer wist te winnen, zodat Maserati meteen zeker was van zijn plaatsje in het geschiedenisboek van de 24 uur van Spa.
2009 leek nog meer trofeeën te zullen opleveren, want in de kwalificaties bezetten de Vitaphone bolides de eerste drie plaatsen. Nadat twee wagens in de problemen geraakten was een tweede plaats echter het best mogelijke resultaat. Vanaf 2010 zouden de GT1’s niet meer aan de start mogen komen, dus het korte, doch schitterende tijdperk van de MC12 kwam aan zijn eind. Een decennium later koestert iedereen die bij het project betrokken was nog aangename herinneringen aan die periode, en al zeker Andrea Bertolini.
“Ik had het geluk dat ik met heel sterke professionals aan de slag kon”, stelt de Italiaan. “Giorgio Ascanelli was zowat mijn autosportvader, ik heb heel wat van hem opgestoken. Ook als rijder. Ik leerde hoe ik in de bandenslijtage onder controle kon houden, hoe ik racebolides kon ontwikkelen.”
“Soms slaagden we er zelfs in om een perfecte stint neer te zetten”, vult hij aan. “Voor mij bestaat een perfecte stint in Spa er in om bij de eerste twee of drie ronden je rondetijd te verbeteren en helemaal aan het eind van de stint de snelste tijd neer te zetten, omdat je dan met minder benzine rijdt. Om dat te bewerkstelligen heb je een heel sterke balans en regelmaat nodig. Met een GT is dat normaal gezien onmogelijk. Met een eenzitter kan dat, maar met een GT is dat echt moeilijk.”
In de jaren nadien werd de MC12 één van de meest kenmerkende auto’s van het GT-tijdperk. De bolide is onmiddellijk herkenbaar, zeker in de typische zwart en turquoise Vitaphone-kleuren. Maar zelfs zonder decoratie valt de auto niet met een andere te verwarren, met lijnen die de looks van een prototype mixen met die van een GT-bolide.
“Ik voel me nog altijd heel trots als we het hebben over de MC12”, zegt Bertolini. “Toen voelde het allemaal heel normaal aan. Maar jaren later sta ik wel nog eens stil bij momenten als toen we de pitstraat verlieten om naar de grid te rijden. Het geluid van de wagen deed de mensen echt opkijken. Schitterend. De fans hadden Italiaanse vlaggen, Vitaphone vlaggen, het was echt een heel bijzondere tijd.”
De Maserati MC12 had slechts een paar jaar nodig om het GT-racen in Spa helemaal te belichamen. De wagen kwam, zag en overwon. Caesar zou trots zijn geweest.
(persbericht)