Terwijl de klassieke autosport in winsterslaap is, start zaterdag in Saoedi-Arabië het vijfde seizoen van de Formula E of de elektrische tegenhanger van de F1. Naast de Belgische titularissen Stoffel Vandoorne (HWA) en Jérôme d’Ambrosio is Sam Dejonghe nog steeds de vaste testrijder van het team Mahindra, het team waar we overigens ook Jérôme d’Ambrosio voor zien racen.
“Het is inderdaad het vijfde seizoen, maar alles wordt anders met de komst van de gloednieuwe wagens of GEN-2“, start de snelle Antwerpenaar zijn uitleg. “De auto’s zijn nu veel sneller en halen toch al een top van 280 km/u. Met een acceleratie van 2.8 seconden tot 100 km/u beleef je toch behoorlijke sensaties van snelheid, geloof me. Bovendien zien de auto’s er ook echt knap uit.”
Meer autonomie
De belangrijkste progressie zit echter onder de huid van de Formula E. De vorige generatie van de bolides konden geen volledige race volmaken en kunnen dat nu wel, dankzij onder meer betere batterijen. “We blijven dus gespaard van die vervelende autowissels midden in de race“, gaat Sam Dejonghe verder. “De technologie die wij in de Formula E ontwikkelen, zie je misschien morgen in de gewone elektrische auto’s en dat is toch deels waarom autosport er is.”
Sam Dejonghe is aan zijn tweede seizoen in de serie toe, als testrijder, maar hij levert ook een belangrijke bijdrage tijdens de raceweekends. “Ik blijf in de ateliers in Engeland en sta daar continu in verbinding met het team ter plaatse. Ik toets alles af wat zij doen en wij proberen op alle manieren de piloten te helpen om hun prestaties te verbeteren. Ik zal trouwens later tijdens het seizoen de auto ook nog verder in handen nemen tijdens bijkomend testwerk.”
Attack Mode!
“Overigens is er nog een grote nieuwigheid dit seizoen, de Attack mode“, gaat Dejonghe als een… elektrische trein verder. “De rijders kunnen 25 kW extra oprapen indien zij hun wagen activeren als ze doorheen een aangeduide zone rijden. Die zone is echter een tragere lijn in een bocht. Wie dus een stukje snelheid en/of voorsprong wil opofferen, wordt beloond met extra vermogen. Het is heel ‘videogame-achtig’, maar dan compleet echt“, aldus Dejonghe tot besluit.