Home > #Hoofdnieuws > Road to Le Mans: Ugo De Wilde aan de start

Road to Le Mans: Ugo De Wilde aan de start

Ugo de Wilde aan de start van de Road To Le Mans met een proto Duqueine LMP3 van DKR. De Brusselaar, die pas 17 jaar wordt op 18 september e.k., wordt de jongste Belgische rijder ooit om deel te nemen aan een race (zelfs twee!) op de mythische omloop van Le Mans, en dit in het voorprogramma van de 88ste editie van de 24 Uren.

(persbericht)

Ugo de Wilde realiseert op 18 en 19 september eerstkomend een droom door deel te nemen aan een wedstrijd op de grote, 13 kilometer lange omloop van Le Mans. Na de straten van Monaco, in het voorprogramma van de F1 Grand Prix, maakt onze belofte zich op om een ander legendarisch circuit te ontdekken.

“Ik heb echt veel geluk”, roept de “kid” van de eenzitters. “Twee maanden geleden belde Kendy Janclaes, de baas van DKR Engineering, met wie wij al twee jaar in contact waren, ons op om ons een voorstel te doen dat we moeilijk konden weigeren. Dankzij de steun van een twaalftal partners die onze passie delen en die ik hartelijk bedankt (vooral in deze moeilijke periode), konden wij het nodige budget bij elkaar halen. Zelfs Michelin Frankrijk en de constructeur Duqueine gaven ons een sympathiek zetje.” Als kers op de taart vermengt, dankzij Gulf Martelange, het lichtblauw zich met het oranje van DKR, een verwijzing naar legendarische kleuren op de baan van de Sarthe waar Ugo al heel wat goede herinneringen aan over houdt want hij woonde en studeerde er anderhalf jaar.

Het is inderdaad hier dat ik mijn eerste pole position haalde in de internationale karting. Ik was toen twaalf jaar oud. Dat was in de Trofee CIK Academy in karting. Het daaropvolgende jaar haalde ik opnieuw de pole position met de Franse tuner Frank Cancelli en won er mijn eerste manche van het wereldkampioenschap Junior X30 voor 138 rijders. In 2017 deed ik er mijn eerste officiële test in de F4 op het kleine Bugatti circuit waarop ik een maand geleden mijn eerste race in de Franse VW Fun Cup reed. En daarin haalde ik de pole, de snelste ronde en de zege in de categorie”,  herinnert Ugo zich, die zijn humaniora deed op de school van de FFSA Academy in het Technoparc van Le Mans, gesitueerd op amper 500 meter van de paddock van volgende week. “En ik zal overnachten in een kamer achter het stadion van de MMA Arena, op 50 meter van de beroemde bocht van Tertre Rouge!”

Ugo en Le Mans klikken

Tussen Ugo en Le Mans is er dus al een mooie geschiedenis. “André Lotterer is een vriend van mijn vader. Hij zag me vooruitgaan in karting vanaf mijn zes jaar oud. Hij nam dikwijls deel aan de evenementen waar ik was. Enkele jaren geleden mocht ik in zijn Audi zitten tijdens de WEC op Spa. Ik zag hem driemaal winnen op Le Mans, een wedstrijd waarvan het mijn droom is ooit eens te kunnen deelnemen. »

Een eerste stap in die richting wordt binnen veertien dagen gezet met een uitzonderlijke deelname aan twee, 55 minuten tellende races van de Road To Le Mans, dat is de naam die werd gegeven aan de manches in de Sarthe van de Michelin Le Mans Cup. Ugo deelt er het stuur van de tweede Duqueine D.08 van DKR (normaal gezien ingeschreven in het ELMS) met als teamgenoot de 52-jarige Duitse “gentleman driver” Wolfgang Triller. Die zal net als Ugo de Hunaudières, Mulsanne, Arnage, Indianapolis en de geduchte Porsche “Esses” moeten ontdekken. “Ik zal mijn stuur moeten delen en ik heb mijn lot niet volledig in eigen handen. Ik vang deze race dus niet aan met enige echte ambitie wat het resultaat betreft maar ik zie het eerder als een unieke belevenis om de toekomst voor te bereiden. Ik ga er naartoe zonder enige druk. Ik zal uiteraard trachten mij helemaal te tonen tijdens de kwalificatiesessie op vrijdagmorgen die is voorbehouden aan de “Silver” rijders, en ook tijdens mijn beide invalbeurten op het einde van de dag en op zaterdag, 2u30 voor de start van de 24 Uren.”

Ugo kreeg tijdens de zomer al de gelegenheid om te ontdekken wat het rijden met een proto LMP3, waarvan de topsnelheid is begrensd tot iets meer dan 300 km/u, inhoudt. “ Ik kon een kleine oefengalop van 250 km doen en eerlijk gezegd, ik vond het geweldig. De Duqueine lijkt wat op een eenzitter met een dak. Het is een echte wagen, zoals ik ze graag heb, met veel neerwaartse druk, een vette motor en goede remmen. Hij is redelijk zwaar wel, maar ook krachtiger (450 pk) dan mijn F3-R. Ik dacht dat het beperkte zicht een probleem zou zijn maar  dat was niet het geval. Ik werd vrij vlug aan gewend, ik maakte geen fouten en ik draaide al snel zeer goede tijden. Nu, op een circuit als Le Mans, met maximaal een twaalftal testrondes als alles goed gaat, het verkeer en een vijftigtal protos en GT’s op de baan piste, zal het een andere zaak zijn. Maar ik klaag niet. Ik ben me bewust van het geluk dat ik heb. Toegegeven, ik ben eerder ongeduldig.”

Buiten de vier Belgen die aan de start staan van de “grote” 24 Uren, zullen we dus ook onze vier vertegenwoordigers volgen op de Road To Le Mans (met ook Jean Glorieux, Eric De Doncker en Tom Cloet in LMP3). De jongste, 17 jaar oud, droomt ervan om op een dag in de voetsporen te treden van “Monsieur Le Mans”, een zekere Jacky Ickx, de zesvoudige winnaar van de wedstrijd.