[et_pb_section admin_label=”section”][et_pb_row admin_label=”row”][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text admin_label=”Tekst” background_layout=”light” text_orientation=”left” use_border_color=”off” border_color=”#ffffff” border_style=”solid”]
“Stop”, zwaaide de agent, en deed driftig teken dat ik moest afslaan. Het was jaren geleden, het moet nog de tijd zijn geweest dat Stoffel Vandoorne zijn eerste stappen zette in de Formule Renault. We stonden in Barcelona, op een rijvak van het gigantische ronde punt aan de haven en ik probeerde er af te rijden in de richting van de wegwijzers, Parc de Montjuïc. Een hekken versperde echter de afrit. “No pasaràn!” was een slogan van de communistische leidster Dolores Ibárruri Gómez in de Spaanse burgeroorlog in de jaren 30 van de 20ste eeuw. “Ze zuller er niet doorkomen!” Ze bedoelde ermee dat de nationalistische troepen niet voorbij Madrid zouden komen. De Guardia Civil voor ons, met witte wapenstok en revolver bengelend aan de heup, leek alsof hij nog levendige herinneringen had aan die periode en deze slogan wenste toe te passen op het bewuste dranghekken… We beslisten dan maar om van rijvak te veranderen en sukkelden na driekwart uur door het krankzinnig drukke verkeer van Barcelona weer richting Granollers en het Circuit de Catalunya
En daar ging dan het plan om een bezoek te brengen aan Montjuich park, gelegen op een steile heuvel boven Barcelona. Ik had er het oude circuit willen afstappen, want hoe verrassend goed het nieuwe Circuito de Catalunya ook is, het hoort niet echt bij Barcelona, want het ligt een goede 20 minuten rijden buiten het drukke Catalaanse centrum. Het dichtst bij het circuit ligt het slaapstadje Granollers. Vijf kilometer van de dichtsbijzijnde bocht. Vanuit ons hotel konden we het silhouet van de hoofdtribune zien. Dichtbij dus, maar geen Barcelona. Dat was anders met het Montjuich circuit indertijd. Het lag bovenop de heuveltop aan de haven en de hele stad lag aan je voeten. Het circuit was opgemaakt uit openbare wegen, die werden gesloten voor de duur van het evenement. Dat was gebruikelijk in die dagen. Die dagen, dat duidt dan op 1969 toen voor het eerst een Spaanse Grote Prijs werd georganiseerd in het park. Het vertrek ging vanaf de rectalinea del Estadio naar El Angulo de Miramar en vandaar via de bron van Barcelona (de Font del Gat) naar “de bocht” (Viraje) aan de Guardia Urbana. Langs de fonteinen (recta de las Fuentes), tegenwoordig is de magische fontein (Font màgica) een attractie op Montjuich, langs de Pergola en zo rond het Olympische dorp weer richting start/finish en het stadion.
Er was een traag, technisch gedeelte en een snel gedeelte. Bij aanvang werd het circuit bij de veiligste van Europa bevonden. Het hele park was afgezet met nieuwe vangrails. Maar na verloop van jaren (Montjuich wisselde om het jaar de Grand Prix met het circuit van Jarama nabij Madrid) ging veel van de glorie verloren. Tweemaal bepaalde de GP van Spanje de geschiedenis van de Formule 1. In 1969 maakte de aerodynamica zijn intrede in de F1. Vele constructeurs volgden het voorbeeld van het Amerikaanse merk Chaparral in Le Mans. Grote, hoge vleugels werden gemonteerd. Op Montjuich brak door de gegenereerde downforce de vleugel van de Lotus van Graham Hill, en ook die van teamgenoot Jochen Rindt, op quasi dezelfde plaats! Rindt crashte zelfs tegen het wrak van Hill. Beide rijders kwamen op miraculeuze wijze weg met lichte verwondingen. De CSI, het hoogste autosportorgaan voor de FIA zijn intrede deed, zag de bui hangen en verbood dat soort vleugels. Vanaf dan zouden de voor- en achtervleugel bepaalde dimensies krijgen en bepaalde plaatsingsregels. Dat gaf het gezicht aan de moderne F1. Een tweede maal haalde Montjuich wereldnieuws toen een aantal rijders weigerden te rijden omdat ze het circuit onveilig vonden. En inderdaad werden vangrails gezien met de bouten los of gewoonweg niet aanwezig. De herinnering aan de gruwelijke dood van Cévert en van Koenigg, mede te danken aan slecht gemonteerde vangrails, lag nog te vers in het geheugen… Uiteindelijk ging de Grote Prijs toch van start en het onvermijdelijke gebeurde: een vleugel brak op de wagen van leider Rolf Stommelen, die raakte een rail, werd teruggekaatste en ging over de tegenoverliggende rail in het publiek. Er vielen 5 doden. De wedstrijd werd afgelast en halve punten uitgedeeld. En zo gebeurde het dat Lella Lombardi de eerste vrouw werd (en tot nu toe nog steeds de enige!) die in een F1 wedstrijd een punt kon halen, nu ja… een half punt dan.
Het lot van het Montjuich circuit was bezegeld. Pas laat in de 20ste eeuw zou de Grand Prix terugkeren naar Barcelona, op het nieuwe Circuit de Catalunya, een tracé dat zeer welgezind was aan onze Stoffel Vandoorne want hij behaalde er zijn titel in de 2012 Eurocup Formule Renault 2.0 (herinner u de flater van Kvyat die te laat banden ging wisselen en zo zijn kansen op winst en de titel verkwanselde). En in 2015 legde hij met een dubbeloverwinning er de fundamenten voor zijn later op het jaar veroverde titel in de GP2. En in 2017? Wat wordt het etiket waarmee we deze Grote Prijs van Spanje kunnen labelen? Het antwoord zien we volgende zondag!
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]