De Dakar 2019 is er nog steeds één in Zuid-Amerika, maar in slecht één land en gespreid over 10 etappes in plaats van twee weken. De twee en vierwielers krijgen 5000 km voor de wielen geschoven waarvan 3000 competitieve kilometers en 70% van de ritten worden in de duinen afgewerkt.
In tegenstelling tot de jubileumeditie van vorig jaar is de Dakar dit jaar enkele duizenden kilometers ingekort. Dat komt omdat de Dakar enkel in Peru plaats vindt. De eerste etappe brengt de karavaan maandag van Lima naar Pisco. Een korte klassementsrit over 84 km waar de motoren in omgekeerde volgorde van start gaan. De tweede rit van deze Dakar kan het klassement meteen overhoop gooien. In de 342 km lange rit van Pisco naar San Juan de Marcona ligt de nadruk op navigatie. De derde rit start in San Juan de Marcona en eindigt in Arequipa. Een 331 km lange rit dwars door een nieuw duinengebied in Acari. De vierde en vijfde rit is een marathonetappe waarbij er geen assistentie is toegelaten. De deelnemers mogen wel zelf aan hun wagen sleutelen. Het eerste deel van de marathonetappe is een rit van 352 km. De motoren bivakkeren in Moquegua. De overige deelnemers bivakkeren in Tacna. Het tweede deel van de marathonetappe brengt hen naar Arequipa waar de rustdag georganiseerd wordt.
Meteen na de rustdag staat op 13 januari de langste rit van deze Dakar op het menu. De motoren moeten tussen Arequipa en San Juan de Marcona 839 km overbruggen waarvan 317 km tegen de tijd. De andere deelnemers krijgen 810 km voor de wielen geschoven waarvan 291 competitieve kilometers. Deelnemers die in het eerste deel van de Dakar hebben moeten opgeven mogen opnieuw starten. De 7e rit is een rondje rondje van 323 km rond San Juan de Marcona. Daags nadien gaat het opnieuw richting Pisco waar op de voorlaatste dag eveneens een rondje gereden wordt. De start van die voorlaatste rit wordt een massastart. De Dakar eindigt op donderdag 17 januari in Lima. Vooraleer de deelnemers het podium op mogen wacht hen nog een moeilijke etappe van 112 km.