De eerste editie van Franco Speed, de nieuwste organisatie van DG Sport, werd op vrijdag 24 en zaterdag 25 september onder een mooi nazomerzonnetje gehouden. Het minste wat mag worden gezegd is dat de meeting meer dan geslaagd kan worden genoemd. De mix met auto’s en motoren was gewaagd, maar zorgde voor een onuitgegeven sfeer waar elk zijn ding vond. Meer was er voor de organisatoren niet nodig om nu al aan te kondigen dat er in 2022 zeker een vervolg komt.
(persbericht)
De blikvanger bij de races op twee wielen was de 4 Hours Spa Classic. Die kregen een vlot verloop, waardoor de liefhebbers van de motoren van vroeger op het mooiste circuit ter wereld helemaal hun hartje konden ophalen. Net zoals bij de meeste recente edities bleek er geen maat te staan op de machine van Dholda Racing. Het duo Gian Mertens en Yves Bollaerts bleek met zijn Honda RC30 ongenaakbaar en domineerde de wedstrijd. Uiteindelijk haalden ze het met een veertigtal seconden voorsprong op de Honda CB1000 PoweRacing-Japauto van Clément Chevrier, Matthieu Sauve en Matthieu Simon, die er 240 minuten lang alles aan deden om de kloof te dichten. Het verschil zegt voldoende over de spannende tweestrijd tussen deze twee topteams.
De Suzuki GSXR 1100 Team Force van Greg Fastré, Stéphane Mertens en Marc Fissette moest met een kapotte motor helaas vroeg naar de kant, maar de Yamaha FJ 1100 Road Runner van de Nederlanders Henk van der Mark, Dirk Brand en Mike Velthuizen reed probleemloos naar de derde plaats, een positie die ze tot het eind wisten te verdedigen en zo met een ronde achterstand op de leiders over de streep kwamen. De Honda VFR 750 van de Britten Alex Sinclair en Dominic Herbertson, in de kleuren van Team Bike, legde beslag op de vierde plaats, met een ronde voorsprong op de Ducati Team Semtex van Marco Winkelaar, Dirk Werkmann en Mark Haan. De klassezeges gingen naar Suzuki Team AM van Donck-Antoine (Classic), naar Honda PoweRacing-Japauto van Chevrier-Sauve-Simon (Maxi Classic), naar Suzuki Bolipack Racing Team van Schuler-Eckert-Azner (Formula), naar Honda Dholda Racing van Mertens-Bollaert (Open) en naar Suzuki RusTony WarpSpeed van Alenus-Reniers (Open Evo).
Claessen kampioen BeNeLux
Er stonden voor de motoren ook enkele sprintraces op het programma, met de twee laatste manches van het seizoen van de BeNeLux Trophy, waarin Superbike en Supersport machines samen aan de start komen. Sander Claessen (Aprilia) won meesterlijk beide manches, meer dan voldoende om beslag te leggen op de titel. Yan Ancia (BMW) werd telkens tweede, Wouter Aelterman (Yamaha) en Virgil-Amber Bloemhard legden beslag op de derde plaats.
Moortgat en de Porsche zorgt voor dubbel
Op vier wielen zorgde de Belcar Historic Cup voor een meer dan degelijk startveld, met meer dan vijftig Youngtimersen Oldtimers. Erik Qvick (BMW M3 E30) veroverde dan wel de pole positie, maar hij haalde het einde van de eerste race niet. Daardoor schreef meervoudig kampioen Luc Moortgat met zijn gebruikelijke Porsche 964 de overwinning op zijn naam, voor de M3 van Evertjan Alders en Fred Krab. Gust Van Haelst bleek in ‘Historic’ eens te meer heel snel met zijn Mazda MX-3, en bleef voor de spectaculaire Chevrolet Corvette C3 van Luc Branckaert en de schitterende Ford Capri RS2600 van Dieter Kuyl.
In de tweede race zorgde Moortgat voor de dubbel, dit keer voor Alders en Qvick. De Fransman Eric Sechaud, een habitué van de Peter Auto kampioenschappen, strandde met zijn Ford Escort MK1 aan de voet van het podium, terwijl Wim Kuijl met zijn Ford Capri RS2600 de snelste bij de oudste bolides bleek, voor de Mazda van Van Haelst en de Corvette van Branckaert.
“Ik denk dat we over een geslaagd mix-weekend kunnen spreken”, stelt Carolane Jupsin in naam van DG Sport. “Ons doel is nu om in dezelfde richting verder te gaan, en er voor te zorgen dat de RACB en FMB, de beide betrokken federaties, nog beter gaan samenwerken. Maar de toon is gezet, en die is even plezant als veelbelovend…”