Jérôme d’Ambrosio verliet vorig jaar het team van Mahindra (als rijder, n.v.d.r.) en werd twee maanden later aangekondigd als deputy teambaas bij ROKiT Venturi. Wij gingen aan de vooravond van de Londen E-Prix in gesprek met een opvallend ontspande landgenoot.
Het zevende seizoen van de FE zit er bijna op. Hoe heb jij afgelopen jaar beleefd?
“Ik heb ongelooflijk hard genoten van afgelopen seizoen. Het is een volledig andere ervaring hier aan de andere kant van de pitmuur. Ik heb het geluk gehad te mogen racen in de FE, maar als deputy teambaas geniet ik ook van elk moment. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat ik deze aanpassing nodig had. Ik mis het strijden voor punten in de wagen eigenlijk niet. Mijn huidige rol maakt mij heel gelukkig”, aldus een glunderende d’Ambrosio.
Is de overstap van rijder naar deputy teambaas goed verlopen?
“Het is moeilijk om beide met elkaar te vergelijken. Alles is gewoon zo anders aan deze kant, dan als rijder. Alles loopt best vlot, maar ik had het geluk te mogen samenwerken met Susie Wolff. Wanneer ik iets niet wist of raad nodig had, stond ze voor mij klaar. Ik denk dat ik haar bijna elke dag bel om te overleggen.”
Waar houd je je zoal mee bezig nu in voorbereiding op een raceweekend?
“Mijn focus ligt op de dagelijkse leiding van het volledige team. Het voordeel is daarbij natuurlijk dat ik zelf in Monaco woon en van dichtbij het volledige team kan opvolgen. Ik hou me niet zozeer bezig met de strategieën of hoe de rijders moeten rijden, daar heb ik een volledig team voor waar ik op kan vertrouwen. Mijn belangrijkste bezigheid is kijken hoe we er als team voor kunnen dat we zo optimaal mogelijk presteren.” D’Ambrosio vervolgt: “Het feit dat ik zelf nog achter het stuur van een FE-wagen gezeten heb, speelt hierbij zeker in mijn voordeel. Ik ken nu beide kanten van de pitmuur en heb de ander kant van de racerij leren kennen. Als rijder kom je op vrijdag aan, stap je in de wagen en ga je op zondag weer naar huis. Tussendoor zit je af en toe nog eens in de simulator als voorbereiding op het weekend. Maar nu ben ik betrokken bij de volledige voorbereiding en kom ik in contact met een heleboel leden van het team, waar ik anders niet zo nauw mee zou samenwerken. Tenslotte kan ik door mijn ervaring ook een soort ‘brug’ vormen tussen rijders en de ingenieurs. Rijders vertellen nu eenmaal vanuit hun gevoel. Hoe de wagen aanvoelt en hoe hij rijdt. Ik kan nu helpen om dat gevoel te vertalen zodat ook de ingenieurs van hieruit verder kunnen werken aan de performance van de wagen“.
Op dit moment heeft Venturi 89 punten in het kampioenschap. Het hoogste aantal ooit behaalt door het team. Hoe kijk jij naar deze ‘double header’ en de laatste twee races in Berlijn?
“We hebben een goed jaar gehad met hoogtes en laagtes. Ons doel is om zo consistent mogelijk te zijn en dan zullen de punten vanzelf komen. Edoardo (Mortara) is alvast goed bezig en heeft die consistentie te pakken. Voor Norman (Nato) ligt dit nog wat moeilijker. Het is zijn eerste seizoen en voor hem is het dus nog wat zoeken, maar uiteindelijk zal dat naar de toekomst toe alleen maar bergop gaan. We kijken nu race per race hoe we kunnen optimaliseren en dat zal zich uiteindelijk uiten in hogere punten in het klassement.”
Tenslotte, heb jij plannen om ooit zelf terug te gaan race?
“Racen is geen noodzakelijkheid meer voor mij. Ik heb gestreden in verschillende competities en mijn ding kunnen doen, maar nu is het tijd om de bladzijde om te slaan en verder te gaan. Op dit moment ben ik 35 jaar en dan race je niet meer op hetzelfde niveau als toen je 20 of 25 jaar was. Ik ben heel erg blij met wat ik bereikt heb en hoop deze functie nog even te kunnen doorzetten.”