De fans keken er naar uit: het debuut van Scuderia Cameron Glickenhaus tijdens de opener van het FIA WEC 2021 in Spa. Maar het Amerikaanse team stelde het debuut van de Glickenhaus 007 LMH tot in Portimao midden juni uit. Autosportwereld sprak desondanks met Luca Ciancetti, de teamverantwoordelijke van Scuderia Cameron Glickenhaus over de uitgestelde start, de ambities en het schitterende verhaal achter dit eigenzinnige team.
Foto’s: © Motul
Als we Luca bellen, vroeg in de ochtend, is de Italiaan al op de Nürburgring waar het team met de SCG 004c aan de derde wedstrijd van de VLN deelneemt. “Het is mooi weer hier, dat is goed met het oog op de race van zaterdag”, lacht hij als introductie. Het gesprek gaat echter vooral over Le Mans en het FIA WEC.
“Waarom we naar Le Mans willen en dus aanwezig zijn in het FIA WEC en niet in pakweg NASCAR of F1? Ten eerste wil Glickenhaus met zijn wagens racen, want autosport en dan zeker uithoudingsraces zijn de perfecte manier om te tonen tot wat een merk of een wagen in staat is. Racen zit in ons DNA, dus is het niet onlogisch dat je ons op circuit vindt. We nemen al enkele jaren deel aan de competitie op de Nürburgring, maar nu was het tijd voor meer, voor een uithoudingskampioenschap met een grotere internationale uitstraling. Tegelijkertijd was er de nieuwe reglementering van het FIA WEC met de komst van de Hypercars en dat is een goede setting voor een privéteam als het onze om te bewijzen wat we kunnen. Daarnaast is er de enorme verbondenheid van James Glickenhaus met Le Mans, zo bezit hij diverse wagens uit de gouden jaren ’60 van de schitterende wedstrijd en dan moet je niet verder zoeken: Le Mans past in ons plaatje. Wij gaan ook een project aan voor een langere termijn, dit is geen avontuur van één of twee jaar.”
Vanwaar de afwezigheid in Spa?
“Wij zijn volop aan het testen en zeker de betrouwbaarheid van de wagen is goed. Wat betreft de snelheid, dat is moeilijk in te schatten als je niet in competitie treedt met de tegenstanders, zeker omdat alle parameters nieuw zijn. Wij hebben ervoor geopteerd om nog enkele testen af te werken, alvorens de definitieve homologatie van de wagen af te ronden. Uiteraard volgen we ook van dichtbij wat er in Spa gebeurt, al moet ik zeggen dat zonder echte data het zeer moeilijk is om een oordeel te vellen over de prestaties van de concurrentie. Wat de discussie in verband met LMP2 betreft, ook daar verkies ik om af te wachten. Je moet het verloop van de race kennen en dan zullen de FIA en de ACO beslissingen nemen. Ik ben ervan overtuigd dat ze dat op een goede manier zullen aanpakken. Niemand wil uiteraard de nieuwe topwagens zien verliezen van de LMP2-categorie. Opgepast, onze auto’s veel sneller maken is niet zo makkelijk. Onze wagen is gebouwd op basis van de reglementen die er zijn en je kan het concept niet zomaar radicaal veranderen.”
Wat zijn de ambities van het team?
“We zijn absolute nieuwkomers in een klasse met nieuwe reglementen dus waar we exact naartoe willen, is uiteraard moeilijk te zeggen. Maar Glickenhaus wil uiteraard racen en competitief zijn, we willen respect krijgen van de concurrentie en goed presteren in Le Mans en nogmaals, dat in een filosofie van een project dat niet een eenjaarsproject is.”
Jullie staan natuurlijk niet alleen, wie zijn de technische partners van het team?
“Pipo Moteurs staat in voor de krachtbron en Podium Advanced Technologies is de structurele technische partner van het team, maar uiteraard is dat niet alles. We werken ook samen met X-Trac en Bosch, naast Sauber voor de aerodynamica en Joest voor de structuur op circuit. Echter het team is Glickenhaus en niet Joest, dat is toch belangrijk om te onderlijnen. Daarnaast is ook Motul een belangrijke partner, die iets later in het project is ingestapt en zij zorgen uiteraard voor alles wat olie en smeermiddelen aangaat. Tot slot hebben we ook een intense samenwerking met Michelin.”
En hoe verliep de keuze voor de rijders?
“Ik moet eerlijk zeggen, we hebben niet moeten zoeken. Er zijn vandaag twee andere constructeurs, Toyota en Alpine, naast ons team en heel wat rijders zijn op zoek naar een zitje. Wij hebben in onze selectie vooral gekeken naar een goede mix van jonge en meer ervaren rijders en twee belangrijke criteria waren kennis van de race in Le Mans, maar ook expertise met de Daytona Prototypes, want eigenlijk staan die wagens relatief dicht bij de hypercars. Ik kan u verzekeren dat een uiteindelijke keuze maken, niet eenvoudig was.”