Home > #Hoofdnieuws > Opinie: grenzen aan de groei?

Opinie: grenzen aan de groei?

20 jaar doe ik dit nu, schrijven over autosport. Schrijven over Le Mans, WRC of de 24 uur van de Nürburgring, maar evengoed over alle nationale series en kampioenschappen. Twee decennia dat is heel wat, veel van de teams die toen ‘nationaal’ reden, zijn er vandaag helemaal niet meer bij en heel wat andere hebben de rangen vervoegd, net zoals de series en reeksen kwamen en gingen. De wereld veranderde ondertussen en de autosport overleefde onder meer de bankencrisis, net zoals een deel van de autosport ook de coronacrisis zal overleven. Het is echter zeer vreemd dat net nu, in 2021, midden één van de zwaarste crisissen sinds de Tweede Wereldoorlog, de nieuwe series en reeksen in ons land uit de grond schieten… als paddenstoelen.

Belcar, Belcar Sprint, Supercar, Mazda Cup, Fiesta Cup, Porsche Carrera Cup, TCR Benelux, Porsche Challenge, BMW M2 Cup (Supercar), BMW M2 Cup Benelux, VW Fun Cup, BGDC, 2 PK, C1 Cup: dat is in grote lijnen de keuze die teams en rijders hebben in een zeer versplinterd Belgisch circuitlandschap voor moderne wagens. Elke reeks, elke serie en elk kampioenschap noemt zichzelf uiteraard uniek en onmisbaar, maar of dat zal volstaan om volwaardige startvelden te generen is nog maar de vraag, zeker in een economische realiteit die niet meteen rooskleurig oogt. Want laten we eerlijk zijn, op een enkele uitzondering na zijn alle deelnemers aan deze competities liefhebbers, gepassioneerde ondernemers of gentlemen drivers en die mensen moeten hun sport zelf financieren, alleen, of met de hulp van hun vaak zakelijke omgeving. Het gaat dan niet meteen over de grote spelers van deze wereld zoals Microsoft of Amazon, maar wel om mooie lokale ondernemingen en bedrijven, die echter met hun voeten midden in de huidige coronacrisis staan. De restauranthouder die vorig jaar wat centen veil had voor een VIP-pakket of de concessiehouder van een sportief merk, die mee aan de kar trok, zullen in 2021 en met uitbreiding 2022 mogelijk een stap terugzetten. Zonder volle tafels binnen en op het terras of klanten in de showroom van het merk, is er ook geen mooi zakencijfer en zonder dat mooie zakencijfer, volgt er ook geen sponsoring.

Het is dan ook vreemd vast te stellen dat deze voorzichtigheid zich niet vertaalt in minder series of op zijn minst een constructieve samenwerking tussen bestaande reeksen. Vooral omdat de tracktime, het geld dat aan de circuits betaald wordt, niet meteen fors goedkoper zal worden – ook de circuits moeten overleven -, en dus de grootste kost voor de organistoren mogelijk over minder deelnemers kan verdeeld worden. Heeft ons land nood aan meer dan vijf merkencups? Moeten wij zo nodig meerdere uithoudingskampioenschappen hebben? In 2021 zijn er meerdere weekends waarin diverse reeksen actief zijn, op god betert, diverse omlopen en dat in een land dat amper 11 miljoen inwoners telt.  

En neen, wij zijn niet tegen een innovatieve nieuwe serie die een antwoord biedt op de vraag van een unserved audience, maar meer rationeel ageren, met synergiën en samenwerkingen zou zeker zijn vruchten afwerpen.

Moeten we niet een stap terugzetten en rationeler denken? Als die vraag gesteld wordt, is het de schuld… van de ander dat het niet lukt. Ook schrijven over een heikel punt als deze grenzen aan de groei is gevaarlijk, want waar er nooit een reactie volgt op de dagelijkse stroom van positieve berichten, is één kritisch, doch gefundeerd artikel vaak voldoende voor een stroom van beledigingen in slecht geschreven Nederlands. Blijkbaar is omerta niet alleen een term uit de beter Netflix-serie over een zuiders land.

Bovendien verwachten al deze promotoren ook nog eens hun plaats in de zon, lees de media, die echter ook niet immuun voor de crisis zijn, waarbij ze dan zelf ook nog eens het mes in hun mediadiensten zetten of voor die diensten werken met ‘vrijwilligers’, zowel in woord als beeld, iets wat zich uiteraard in de kwaliteit van die diensten vertaald ziet.

Het lijkt wel alsof niemand durft te zeggen stop de wildgroei en ga aan tafel zitten of volgt die demarche, zoals zo vaak in onze samenleving, pas als het kalf echt verdronken is?

PS. Hallo Aarlenstraat?