Twee lastige kwalificatiesessies, een keer omwille van zijn eigen fout, de tweede keer ten gevolge van een technisch probleem, waren er de oorzaak van dat Ugo niet beter kon doen dan een 9de en een 5de tijd op Imola. Maar het ritme was er wel en dat belooft een mooi einde van het seizoen.
(persbericht)
De wedstrijden in het voorprogramma van de GP F1van Emilia Romagna verliepen in een zeer gecondenseerd tijdsschema. Maar de op twee na laatste afspraak van de Eurocup Formula Renault heeft, helaas, aan Ugo de Wilde niet toegelaten om zijn stroom aan podia verder te zetten. Zoals dikwijls op dit niveau werd een groot deel van het resultaat gespeeld met de kwalificaties. En op zaterdagmiddag liet Ugo zich in de val lokken, door het verkeerde treintje aan rijders te volgen in het begin van de kwalificatiesessie. Op zondag was er dan een technisch probleem dat hem noodzaakte om terug te keren naar de pits en wat hem kostbare tijd heeft gekost.
“Aanvankelijk was ik goed geplaatst in Q1, net achter Victor Martins. Maar ik moest de beide bolides van FA, die in een snelle ronde zaten, voor laten gaan toen ik nog in mijn opwarmronde was. Zij voegden zich in tussen de kampioenschapsleider en mij. En dat ruïneerde mijn sessie. Ik had beter moeten reageren daarop. Ik kwam te snel terug op hen, vooral dan op de jonge debutante, die vier seconden per ronde trager was. Ik moest één ronde op twee inhouden en dat deed de banden afkoelen. Ik had beter die rondes opgeofferd. In mijn uiteindelijke snelle ronde, de laatste, was ik te dicht genaderd op de FA wagens voor mij en werd ik uit de wind gezet aan de dubbele linkse. Ik verloor de voorkant van de wagen. Het was mijn fout. Dit had niet mogen voorvallen gezien mijn ervaring. In de hitte van de strijd heb ik de situatie verkeerd beoordeeld.”
Het was genoeg om teruggeslagen te worden naar de 13de positie, op zeven tienden van de pole. Dat toont nogmaals aan hoe dicht bij elkaar het allemaal ligt op dit niveau van competitie, dat het hoogste is voor de jonge wolven die hopen de F1 te bereiken. De start van de eerste race was op zaterdagnamiddag, net na de kwalificatiesessie van de F1.
“Ik had een goede start en won al onmiddellijk een positie, maar bij de eerste remzone koos ik ervoor om aan de buitenkant te blijven. Spijtig genoeg was er een ongeval, net voor mij. Ik moest het gas lossen en ook al kon ik vermijden betrokken te raken in het incident, toch kostte die crash mij twee plaatsen. Mijn ploeggenoot Reshad daarentegen, vertrok aan de rechterkant en hij won twee posities.”
Ugo reed in 11de positie na twee interventies van de safety car bij het begin van een chaotische race. Daarna lukte hij twee zeer mooie inhaalacties (quasi de enige in de hele race) op de Rus Michael Belov en de Tsjech Petr Ptacek. “Het was een beetje krap met Belov maar ik hield vast aan mijn positie en had uiteindelijk het laatste woord door hem aan de buitenkant voor te gaan. Daarna kon ik profiteren van een foutje van Ptacek om hem voorbij te gaan aan het einde van de rechte lijn, ondanks een wat gespierde tegenstand.”
Hij was opgeklommen tot de 9de positie achter William Alatalo maar Ugo kon geen opening meer vinden en moest zich tevreden stellen met twee kleine puntjes.
“Ik was sneller dan de Fin. Ik zette trouwens mijn voorlopige beste ronde van de race toen ik op hem aan het inlopen was. Maar daarna, van wanneer ik me dichterbij waagde en teveel in zijn kielzog kwam, verloor ik de druk op de voorkant. Deze formules zijn echt zeer gevoelig op het vlak van de aerodynamica. Het was spijtig want ons raceritme was goed. Onze wagen werkte goed en ik had overduidelijk beter kunnen doen.”
Dat bevestigde hij op de zondag door de 6de tijd te klokken in de kwalificatie ondanks een technisch probleem dat hem noodzaakte de pits op te zoeken. “In mijn eerste opwarmronde zat ik vast in vierde versnelling, aan 80 km/u, het was alsof ik de pit begrenzer had ingeschakeld. Ik moest dus dringend naar de pits waar mijn ingenieur een reset van het systeem moest doen. Er zat klaarblijkelijk een bug in het informaticasysteem. Na enkele minuten te hebben stilgestaan kon ik weer vertrekken, maar het geheel kostte mij twee ronden, en dat zijn twee belangrijke ronden op een koude baan. Vooral dan nog omdat de bandendruk zo was ingesteld dat die pas op het einde zou functioneren. Gezien de omstandigheden was ik al blij dat ik alsnog en in laatste instantie de zesde tijd kon zetten, net voor mijn twee Mijn tijden gingen bij elke doortocht naar beneden en als ik twee rondes meer had kunnen rijden dan lagen de vierde, of zelfs de derde plaats in mijn bereik.”
Amper een uurtje of zo na de kwalificatie, stond Ugo alweer op de startgrid, onder de ogen van de F1 bonzen. En hij nam een goede start.
“Bijna had ik een plaats gewonnen, maar uiteindelijk bleef ik zesde. Het ging er heet aan toe vooraan en aan de laatste chicane zag ik Vidales net voor mij helemaal naar rechts trekken en Collet rammen.” Hij was vierde na de safety car, en ook gedurende driekwart van de race, maar de jonge Brusselaar kon op enkele ronden voor het einde geen weerwerk meer bieden aan de terugkeer van Alex Quinn.
“Plotseling vielen de prestaties van mijn banden weg. Ik begon te glijden. Ik heb nog geprobeerd wat tegenstand te bieden maar ik kon het niet riskeren om mijn ploeggenoot van de baan te rijden en ik wilde ook niet dat de anderen achter mij te snel dichterbij zouden komen. Moest dat het geval geweest zijn dan zou ik maar op de zevende of achtste positie geëindigd zijn. Uiteindelijk ben ik tevreden over mijn wedstrijd. Ik kon eerlijk gezegd niet beter doen. Alex was vertrokken met andere afstellingen dan mij en hij had veel minder last van de degradatie van de banden. Natuurlijk verlaat ik Imola met wat spijt. We hadden het beter kunnen doen, dat is duidelijk. Het zal dan voor Hockenheim zijn, volgende week, in het voorprogramma van de DTM. Ik ben ervan overtuigd dat ik nog hier of daar een podium kan halen voor het einde van het seizoen. En waarom niet op de hoogste trede van het podium, kwestie van te eindigen in schoonheid? Vooraan ligt het allemaal dicht bij elkaar en Arden Racing zit weer goed in de wedstrijd. De laatste twee circuits, als Le Castellet wordt bevestigd, zouden ons goed moeten liggen. Daar zitten we goed in het ritme. Enkele dagen rust en dan hop…vrijdag zitten we alweer in de wagen. Ik kan niet wachten want in Italië ben ik eerlijk gezegd wat op mijn honger blijven zitten…”