De banen van ten minste 1.110.107 Europeanen die in de automobielindustrie werken, zijn bedreigd als gevolg van de COVID-19-crisis, volgens gegevens die zijn opgesteld door de European Automobile Manufacturers ‘Association (ACEA). Dit cijfer heeft alleen betrekking op de mensen die rechtstreeks in dienst zijn bij auto-, vrachtwagen-, bestelwagen- en busfabrikanten – de impact op de bredere toeleveringsketen voor de auto-industrie is nog groter.
In de hele EU bedragen de productieverliezen als gevolg van fabriekssluitingen tot dusver ten minste 1.231.038 motorvoertuigen. De gemiddelde uitschakelduur is momenteel 16 werkdagen. De productieverliezen zullen uiteraard toenemen als de stilleggingen worden verlengd of als er extra fabrieken worden stopgezet.
De auto-industrie in de EU telt in totaal 2,6 miljoen banen in de directe productie, met autofabrikanten die 229 auto-assemblage- en productiefabrieken in de hele regio exploiteren. De bredere autosector biedt 13,8 miljoen mensen in de Europese Unie indirecte en directe banen.
“Op dit moment is de belangrijkste zorg van ACEA en al haar leden het beheersen van de onmiddellijke crisis waarmee de auto-industrie wordt geconfronteerd, die in wezen abrupt is gestopt – iets wat de sector nog nooit heeft meegemaakt“, aldus Eric-Mark Huitema, ACEA-directeur. “Onze eerste prioriteit is het beschermen van de gezondheid en banen van de bijna 14 miljoen Europeanen die direct of indirect in onze sector werken.“
In ons land zijn ook diverse auto, bus en vrachtwagensconstructeurs, zoals Van Hool, Volvo, Audi… In deze cijfers zijn de gevolgen voor de autosportindustrie niet inbegrepen.
