De Rally van Monte-Carlo is misschien wel de meest iconische van alle rally’s. De wedstrijd ontstond in 1911 en is 109 jaar later nog steeds een klassieker in het genre. Dit seizoen lijkt een klassieke editie te worden, met diverse weersomstandigheden op een prachtig parcours.
In 1909 al startten de voorbereidingen van de eerste editie en in januari 1911 startten 23 wagens voor een tocht van meer dan 1000 kilometer. Dat de auto’s toen nog niet dezelfde faciliteiten boden als vandaag hoeft geen betoog. Het evenement zou tussen 1913 en 1923 niet meer plaatsvinden, hetzelfde constateren we voor de periode 1940-1948. Ook in 1957 (probleem met de brandstof) en 1974 (oliecrisis) zou er geen wedstrijd worden georganiseerd.
Ondertussen had er één Belg zijn naam op het palmares ingeschreven, met name Jacques Edouard Ledure, in 1924 met een Bignan Sport 11 CV. We waren dus ver verwijderd van de 380 pk van de huidige WRC…. In de moderne periode van de rally, sinds het begin van het WK kwamen onze landgenoten enkele malen dicht bij een zege, maar winnen zat er dus niet meer in. François Duval en Stéphane Prévot werden derde in 2004, in een Ford Focus RS, terwijl Prévot met Chris Atkinson die derde plek in 2008 nog eens zou overdoen (Subaru). Freddy Loix zette zijn naam ook tweemaal op het palmares, met een tweede plaats in 2009 (met Isidoor Smets) en 2011 (met Fred Miclotte), tweemaal in de IRC-periode van de Monte-Carlo. In 2012 keerde de wedstrijd terug als opener van het WK en Thierry Neuville en Nicolas Gilsoul reden naar een derde stek in 2016 en afgelopen jaar tikten de vicewereldkampioenen als tweede aan. Thierry Neuville kan dus dit seizoen geschiedenis schrijven en vooral afrekenen met de Monte-Carlo die hij zeker in 2017 eigenlijk al had moeten winnen.
Sébastien Ogier van zijn kant won, net als Sébastien Loeb, al zevenmaal en beide Fransen hebben dit seizoen een kans op de zege.