[et_pb_section bb_built=”1″][et_pb_row][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”3.19.9″]
Met Charly Lamm verdwijnt één van de meest belangrijke figuren in de geschiedenis van BMW Motorsport. Voor de Belgische fans verkreeg Lamm, halfbroer van Herbert Schnitzer, heel wat bekendheid via de successen van het team uit Freilassing in de 24 Uren van Spa en evengoed de Zolderse EG Trophy, waarin lange tijd de finale werd gespeeld van het EK Toerwagens. Koen Wijckmans, voormalig autosportjournalist, was al die jaren een zeer bevoorrechte getuige van het doen en laten van de Beierse BMW-formatie.
Flash back. In 1972 mocht ik voor de eerste keer naar de 24 Uren van Spa en zag ik samen met mijn broer vanop de tribunes de favoriete Capri’s de strijd aangaan met de BMW’s 2.800 CS van het Team Schnitzer. Wist ik veel dat aan de overkant van de piste, in de voor ons onbereikbare paddock een Duitse leeftijdsgenoot dienst deed als tijdwaarnemer voor de overgebleven BMW #10 van het trio Fitzpatrick-Peltier-Ethuin?
Tien jaar later is de Duitser in kwestie afgestudeerd als commercieel-industrieel ingenieur en in ’83 zag hij zich voor de terugkeer van het Team Schnitzer naar het EK Toerwagens gebombardeerd tot team-manager. In de openingsmanche op Monza runde BMW Motorsport nog rechtstreeks een 635 voor Boutsen-Giacomelli, terwijl Schnitzer enkel dankzij sponsoring van Eterna-uurwerken full ging voor een 635 voor Brun-Stuck. Pas in laatste instantie kwam er een tweede 635 voor later Europees kampioen Dieter Quester en local hero Carlo Rossi. Geholpen door de zege van Quester-Rossi in die 500 km van Monza verleende BMW support en stond de auto van Quester – schoonzoon van Alex von Falkenhausen, na W0 II rennleiter bij de Beierse Motoren Werke – voortaan in de bekende kleuren van Genuine BMW Parts – Original BMW Teile!
Als journalist kon ik datzelfde jaar samen met de kleine ploeg van Serge ‘Power’ Beankens, die een Camaro lieten rijden voor De Deyne-Duez, naar Monza voor de openingsrace van dat EK en het was… in de pitlane van het circuit in het Parco Di Monza dat Serge, die in het verleden nog had gewerkt voor Schnitzer, mij voorstelde aan Charly, waarvan ik toen nog niet de familienaam kende!
Tot dan waren de activiteiten in de Duitse DRM, het WK Groep 5 – met de fameuze 3,5 CSL -, Procar M1, de 950 pk-rijke BMW M1 Turbo van Hans ‘Strietzel’ Stuck in DRM of eerder het voorzien van meer dan de helft van het Formule 2-veld van BMW-motoren – met Jacques Laffite als Europees kampioen in ’74 in de Franse Martini – het werkterrein van Josef en Herbert Schnitzer. Josef werkte toen aan een unieke 1.4 turboaangedreven F1-motor, die uiteindelijk later zou ingezet worden in de allereerste DRM-BMW 320. Helaas, kwam ingenieur Josef in ’78 op de terugweg van Duitse races op Circuit Zolder in een verkeersongeval om het leven…
Al die tijd zat Charly op de schoolbanken, maar wanneer het mogelijk was, dook hij op in de rangen van het team van zijn halfbroers om één of andere taak uit te voeren. Zoals tijdwaarnemer tijdens de 24 Uren van Spa in 1972…
[/et_pb_text][et_pb_image _builder_version=”3.19.9″ src=”http://www.autosportwereld.be/wp-content/uploads/2019/01/Spa-1985-Ravaglia-Berger-Surer-e1548702778934.jpg” /][et_pb_text _builder_version=”3.19.9″]
Hoewel Herbert Schnitzer niet meteen uit het beeld verdween, mogen we toch stellen dat Schnitzer vanaf ’83 in handen was van de toen 30-jarige meertalige Lamm (wij hebben altijd graag met hem geconverseerd in zijn sappig Beiers Frans). Dat hij vlotjes praatte met journalisten die hij goed kende en hiervoor echt wel tijd uittrok – “on doit parler, mais plus tard, il faut d’abord travailler” – moet ook gezien worden in de tijdsgeest van het EK. In tegenstelling tot wat we nu kennen in de moderne autosport, waren er geen georchestreerde persbabbels, het woord promotor bestond (nog) niet en het aantal internationale journalisten dat het EK volgde, kon je op één hand tellen. Hierdoor maakte je als volger van het EK deel uit van de kleine familie die op verplaatsing trok naar de Europese circuits en als je ’s avonds in de paddock bij Schnitzer (of een ander team) wou langsgaan, botste je niet op een hermetisch afgesloten pitbox. Het gebeurde dat Roberto Ravaglia, lang de kopman bij Schnitzer, kwam vragen of hij in het restaurant van het circuit bij ons mocht aanschuiven. Met Charly zaten we eens zeer lang aan de l’Arbre qui Tue omdat hij er zo mee inzat dat de Yokohama-banden dat jaar in Spa niet naar behoren functioneerden. Tijdens privé tests op de Nürburgring kropen we samen in de cabine van de vrachtwagen van Schnitzer om onze vragen te stellen. En na afloop van de podiumceremonie van de finale van het WK in ‘87 op het Japanse Fuji vergezelde ik letterlijk als derde man kersvers kampioen Ravaglia en co Pirro tot in het perszaaltje en vernam zo al stappend wat zij tegen elkaar hadden te zeggen. Wie had het daarnet over netjes georganiseerde Q & A-praatjes?
[/et_pb_text][et_pb_image _builder_version=”3.19.9″ src=”http://www.autosportwereld.be/wp-content/uploads/2019/01/Spa-1986-Tassin-e1548702800592.jpg” /][et_pb_text _builder_version=”3.19.9″]
En dan waren er nog Gerhard Berger (toen parellel in F1 bij Benetton), Dieter “der Alte” Quester en ook Ravaglia om de… paddock onveilig te maken en Charly te doen gieren van de zenuwen omdat één of andere grap zijn ernstig werk in de war dreigde te brengen! In Donington wedde Quester met de anderen dat hij het zou aandurven om zijn helm voor een… karnavalsmasker te verruilen, ja, in volle kwalificatie. En hij deed hét, wat hem een flinke boete kostte en een berisping van de koersdirectie. Altfrid Heger, die in het voorprogramma van de 24 Uren parallel ook deelnam aan de Alpine Cup, reed daar ooit de warm-up met… Dieter Quester als passagier! Tijdens de pré-grid hadden Ravaglia en Berger de Oostenrijker in de Alpine ‘gewrongen’, de deur toegesmeten, op het ogenblik dat Heger de baan moest opgaan. En dat ritje had Quester te danken aan het feit dat hij met enkele mecaniciens de dienstwagen van Berger van de wielen had ontdaan en op vier houten blokken op de parking had achtergelaten… Op Nogaro hadden dan weer de mecaniciens in de paddock enkele publiciteitspanelen van Sud Quest, de lokale krant, met stukjes tape voorzien van de letters ER, zodat de toeschouwers (en Dieter himself) QUEST ER lazen!
[/et_pb_text][et_pb_image _builder_version=”3.19.9″ src=”http://www.autosportwereld.be/wp-content/uploads/2019/01/BMW-M3-1987-Monza.jpg” /][et_pb_text _builder_version=”3.19.9″]
Met de komst van de M3 in het WK Toerisme steeg in ’87 het belang en de aanwezigheid van het BMW-moederhuis, maar dat weerhield de grapjassen van Schnitzer er niet van om bijnamen te verzinnen voor de meer dan officiële works drivers, zoals Emanuelle Pinguino of de betreurde Roland Ratzenberger, alias Rolando Topo di Montagna. En, neen, de naam van Niki Lauda was geen grap. Toenmalig BMW Motorsport-baas Hans-Peter Flohr had de Oostenrijker aangetrokken als adviseur en tijdens de openingsmanche van het WK Toerisme draaide Lauda daadwerkelijk enkele rondjes achter het stuur van de fonkelnieuwe BMW M3!
Al die tijd stond Charly Lamm als een ware orkestleider borg voor de triomfen van de 635 CSi en later M3. We denken aan de knappe eerste zege in de 24 Uren van Spa in ’85 (10’ stilstand in de pitlane), de overwinning van Tassin (met Heger en Quester) in ’86, nadat de kopmannen dienden af te haken of het winnen van EK in ’86 (na een flinke strijd met Rover, Volvo, Ford en Holden en een rel over verkeerde eindstanden), het WK in ’87 en als afscheid aan het EK een derde overwinning in Spa en opnieuw Europees kampioen in ’88. Uiteindelijk zou Schnitzer vijf keer in Spa overheersen. Nadien volgden al even succesvol de overstap naar DTM (met kampioen Ravaglia) en dan moesten het BTCC, ADAC Supertourenwagen, WTCC, 24 Uren Le Mans (zege in ’99) en de ALMS nog volgen. Charly bleef al die tijd trouw op post in Freilassing.
Karl ‘Charly’ en diens in 2014 overleden tweelingbroer Dieter zijn de kinderen van Katharina en Karl Lamm. Zij was eerst getrouwd met Josef Schnitzer, die in ’34 in dezelfde Reichenhallerstrasse in Freilassing een Opel-garage opende, waarna hij in ’39 Ford-dealer werd. Ondertussen waren Josef en Herbert Schnitzer geboren, maar in ’45 overleed vader Schnitzer. Karl Lamm nam de zaak over en trouwde later met weduwe Schnitzer. Uit dat huwelijk werden Karl ‘Charly’ en Dieter geboren. Nu blijft 78-jarige Herbert Schnitzer over als enige rechtstreekse erfgenaam van het BMW-gelinkte imperium. Het is diens zoon Herbert Junior die voortaan de rol van team principal waarneemt van het sportief programma. Maar Schnitzer schittert niet meer zoals ooit te voren. In het hoogstaande DTM verdwenen zij in 2017 als BMW-vertegenwoordiger – dat zijn dit jaar opnieuw Team RGM en het Belgische Team RBM – en in 2018 runden zij auto’s in het bescheiden Duitse ADAC GT.
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]
