Rebellion Racing finishte na een prima 24 Uur van Le Mans op de derde en vierde plaats in het algemene klassement en als eerste privéteam. Desondanks kampt de Zwitserse renstal met gemengde gevoelens.
Toyota was het enige hybrideteam in de LMP1-categorie en kreeg enkele voordelen ten opzichte van de privéteams. Zo kan de ACO telkens de EoT (Equivalence of Technology), zeg maar de BoP in LMP1, aanpassen indien de privéteams de prestaties van een fabrieksteam als Toyota te dicht zouden benaderen.
Rebellion deed het in Le Mans prima, maar finishte wel op tien ronden van de winnende Toyota. Iets wat drievoudig Le Mans-winnaar en Rebellion-rijder André Lotterer niet kan begrijpen.
“De wedstrijd is eigenlijk goed verlopen voor ons”, vertelt Lotterer in de terugblik van het team. “We hadden de aanrijding in het begin van de race waardoor we vroeg naar de pits moesten. Het doel was om toe te slaan als Toyota in de problemen kwam en uiteindelijk slaagden we erin om met de andere auto op het podium te staan. Anderzijds ben ik teleurgesteld in de ACO en het World Endurance Championship betreffende de EoT. Ze hebben het vermogen van de privéteams ingeperkt en ik snap niet waarom. Ik begrijp niet waar ze schrik van hadden. Hopelijk is dat iets wat ze nu zullen veranderen.”
Ook Calim Bouhadra, de vicevoorzitter van Rebellion Racing, spreekt duidelijke taal. “De ACO en het WEC moeten hier lessen uit trekken over wat ze in de toekomst van teams zoals ons verwachten”, klinkt het. “Ze moeten bepaalde beslissingen gaan nemen en als zij dat niet doen, dan doen wij het.”
Foto © Evers Media/Eyckmans