[et_pb_section admin_label=”section”][et_pb_row admin_label=”row”][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text admin_label=”Tekst” background_layout=”light” text_orientation=”left” use_border_color=”off” border_color=”#ffffff” border_style=”solid”]
De Rally de Walloni e zit er op en dan willen we naar ondertussen goede gewoonte al eens gaan bladeren in de persknipsels en polsen naar wat er zoal in de pers wordt nabesproken.
Kevin Abbring (Peugeot 208T16 R5)
“In Spa heb ik lessen getrokken. Ik heb jaren geen volledig kampioenschap gereden en ik werd altijd aangetrokken om one-shots te rijden of om auto’s te ontwikkelen. Deze keer heb ik al die zaken gewoon uit mijn hoofd gezet en heb ik gereden om deze rally te winnen, zonder meer. Het werkte, want ik was heel relax en sinds onze testen met de Peugeot heb ik het volste vertrouwen in de afstellingen. Ik moest niet forceren, al lang het tempo wel erg hoog,” lachte Kevin, die pas voor de tweede keer aan de start stond van de Rally van Wallonië, na een eerdere deelname met een kleine Renault Clio in 2009. “Het parcours is echt schitterend. De proeven zijn kort, maar uitdagend en erg snel. Bovendien is de sfeer geweldig. Ik heb ervan genoten!”
Alain Georges, team manager DG Sport
“Hoewel we de hele dag lang geen enkel probleem hadden, konden we toch geen beslissende kloof richting concurrentie slaan. Vincent Verschueren volgde na 149 km tegen de klok immers op amper 13.7 seconden. Ook op zondag moesten Kevin en Pieter dus hard aanvallen… De lekke band voor Vincent Verschueren leverde Kevin en Pieter een minuut voorsprong op op Ghislain de Mévius, die ondertussen was doorgeschoven naar de tweede plaats. Kevin had dus geen enkele reden meer om aan te vallen0. Hij werd perfect begeleid door Pieter, die de rally als zijn broekzak kent. Het bewijs: hij wist er dit weekend voor de negende keer te winnen. Een zege die smaakt naar meer… Het resultaat in de Wallonie bevestigt het feit dat de Peugeot 208T16 R5 van DG Sport Compétition bij de zegekandidaten van het Belgische rallywereldje hoort, ondanks de stevige concurrentie.”
Kevin Demaerschalk (Citroen DS3 R5)
“Dit doet deugd! Ons doel was een plek bij de eerste vijf. Deze vijfde plaats zorgt dus voor voldoening, al wil je als rijder altijd meer. Na onze opgave in Spa was het belangrijkste hier een goed resultaat te behalen. Het is moeilijk te zeggen of de nieuwe evoluties ook hebben bijgedragen aan de prestaties van de wagen, want ze werden vooral ontwikkeld om de betrouwbaarheid te verhogen. Op dat vlak viel er het hele weekend niets te noteren op onze DS 3 R5. Uiteraard doet dat iedereen heel wat plezier. Ondanks de testsessie vooraf, waren de afstellingen niet ideaal in het begin van de wedstrijd. Ik vroeg een paar aanpassingen tijdens de eerste service, maar de anderen hadden niet gewacht. Ik zat snel achter de vier koplopers, maar ik kon niet harder. Ik heb het beste van mezelf gegeven, maar vanaf het moment dat ik het contact met de kopgroep verloor, heb ik geen overdreven risico’s meer genomen. Ik heb mijn positie veilig gesteld en ik heb genoten van het rijden met de DS 3 R5, die heel betrouwbaar was op een slopend en zwaar parcours. Ik kijk al uit naar de volgende wedstrijd. “Mijn rug zat geblokkeerd. Dat overkomt me soms. Vrijdagochtend had ik heel wat pijn aan het bekken en zat ik helemaal vast. Met hulp van pijnstillers en bruistabletten kon ik deze rally toch in min of meer normale omstandigheden afwerken. Eens ik achter het stuur zat hoefde ik er niet te veel meer aan te denken.”
Polle Geusens (Ford Fiesta R5)
“We eindigen de dag op de 8ste plaats, maar de verschillen zijn heel klein. We staan amper een halve seconde achter Cédric De Cecco, die veel meer ervaring heeft met een R5. In de eerste ronde had ik het heel moeilijk. De afstellingen waren niet goed genoeg, want ik moest in de snelste waaiers van het gas omdat de achtertrein niet stabiel genoeg was. De auto brak uit. In de namiddag werden de afstellingen verfijnd en vond ik meer vertrouwen in de snelle waaiers. Het chassis kan gewoon ongelofelijk veel aan in de snelle bochten. Nu had ik wat meer moeite met “medium” bochten. Maar, in vergelijking met de TAC Rally, hebben we weer een stapje vooruit gezet, want we zijn nu aan het strijden tussen collega’s met veel meer R5-ervaring. In de laatste ronde begonnen we plots vermogen te verliezen. De wagen had geen vermogen bergop en we kwamen de bochten niet meer goed uit. Ik denk dat er een probleem is met het differentieel achteraan. Jammer, want ’s ochtends ging het heel goed, onder andere op die proef waar ik bijna de scratch reed… ”
Pieter-Jan Maeyaert (Ford Fiesta R5)
“Het zijn heel snelle proeven in de buurt van Namen en ik heb het nog altijd moeilijk om vertrouwen te hebben in de snelle situaties. Ik kom uit een Escort met achterwielaandrijving die je moet zetten en op de achtertrein door de bocht moet zetten. De Fiesta R5 moet je zuiver op de voortrein insturen en dan moet je vol op het gas gaan, zodat de differentiëlen hun werk kunnen doen. Wanneer ik onderstuur voel, dan wil ik aan de handrem trekken om de auto te zetten. Ik heb nog niet de reflex om op de voortrein door te duwen. Op het onverhard speel ik ook teveel met het gaspedaal, terwijl je bij een R5 op het gas moet blijven zodat de differentiëlen hun werk kunnen doen. Nee, het is allemaal zo simpel niet. Ik had me voorgenomen om niet meer wakker te liggen van de tijden en me te amuseren. Dat ging goed, maar in de steengroeve bij de finish van Wartet verloren we een 15-tal seconden door een schuiver. In Naninne was ik ook veel te agressief op de jump. We zijn op de neus geland, wat me een bumper kostte. In de tweede ronde braken we zelfs de radiator… Maar, we hebben de fans wat spektakel gegeven door wat vaker aan de handrem te trekken. Ach, ik heb blijkbaar nog kilometers nodig om het beste uit de Fiesta R5 te halen.”
Jourdan Serderidis (Citroën C4 WRC)
“Ik vond nooit het goede ritme met deze wagen. Het gedrag van de C4 is heel brutaal en je hebt veel meer kilometers nodig om de wagen onder de knie te krijgen. We vonden niet de juiste set-up tijdens de testsessie van vorige week. In het begin van de wedstrijd had ik ook geen vertrouwen in de remmen. Ik remde veel te vroeg. De ophanging stond ook te zacht. De achtertrein was niet stabiel. Helaas kreeg ik niet de tijd om een oplossing te zoeken. Bij het begin van de tweede ronde, brak op de verbinding het voorste differentieel. Wellicht was dat de reden waarom ik de wagen twee keer liet afslaan bij de start van de twee voorgaande proeven. Daardoor had ik ook een spannend momentje in Bois-de-Villers. Ik ben ontgoocheld, maar ik kijk nu al uit naar mijn volgende WRC-wedstrijd met de DS 3 WRC.”
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]
