Het einde van de 89ste editie van de 24 uur van Le Mans was op zijn zachtst gezegd intens en zeker voor het Belgische team WRT dat bij zijn debuut op weg leek naar de dubbel in LMP2. In de laatste ronde viel de #41 van onder meer Robert Kubica echter uit met een elektronisch motorprobleem en erfde Robin Frijns onverwacht weer de eerste plaats, die echter zwaar onder druk stond. De Nederlander doet het verhaal…
Foto’s: © Brecht Decancq
“Alles begon veel eerder, want enkele uren lieten onze airjacks het plots afweten. Het was dus niet echt meer mogelijk om snel banden te wisselen en dus beperkten we ons tot het hoogstnodige, maar dat maakte dat de wagen moeilijker en moeilijker te besturen werd. De Oreca gleed over zijn neus en ik draaide rondetijden die 4 à 5 seconden trager waren dan die van de concurrentie. Weg eerste plaats denk je dan. Bovendien kreeg ik een tik van een GT en ik denk echt dat er fysiek iets is stukgegaan aan de wagen, wat weer niet echt de zaken verbeterde.”
De Oreca van Frijns, Habsburg en Milesi zakte terug naar de tweede plek achter de zusterwagen, maar bovendien kwam de Jota Oreca van Stoffel Vandoorne en co in de eindfase nog zeer zwaar opzitten.
“We hadden wat geluk toen zij tijd verloren met een laatste pitstop doordat er een wagen, die wegreed, stilviel en we wat seconden cadeau kregen. Nu goed, zonder onze problemen, had ik dit verhaal natuurlijk niet moeten vertellen, dan was de zege niet in het gedrang gekomen. In de laatste ronde kreeg ik plots te horen dat de #41 stilstond en even later zag ik de auto ook staan. De druk op mijn schouders werd een paar maal groter en alles bleef maar complexer worden. Tom (Blomqvist) naderde stevig, tot op goed twee seconden en vanaf Mulsanne zaten we plots in de groep auto’s die aan een traag ritme de beide Toyota volgden die eigenlijk aan hun ereronde bezig waren. Ik wist ook dat ik moest vermijden om de leidende te Toyota passeren, want dan moest ik een ronde extra doen en dan zou ik eraan geweest zijn voor de moeite. In de laatste meters zijn we echt beginnen slalommen door het verkeer en op de meet ben ik ei zo na tegen de man met de vlag aangereden. Dat was pas een echt drama geweest… Dit is een zotte zege, maar nogmaals, we hebben die niet gestolen. We hebben goed 16 à 18 uur de leiding in handen gehad en ik denk dat we de zege verdienen, al begrijp ik uiteraard het verdriet van mijn collega’s bij WRT.”