Toyota en Alpine worden in Le Mans uitgedaagd door een derde constructeur. Het gaat niet om BMW of Audi, noch Peugeot of Ferrari. In Le Mans start het team van de steenrijke Amerikaan Jim Glickenhaus met twee eigen gebouwde prototypes.
Foto’s: © Brecht Decancq
Cunningham, Saleen, Panoz, Chaparral of Ford: het zijn maar enkele van de Amerikaanse constructeurs of merken die hun kans, al dan niet met succes, gewaagd hebben. De 71-jarige filmmaker Jim Glickenhaus groeide op in de buurt van de Ferrari concessie Chinetti en daar ontstond zijn liefde voor snelle wagens. “Ik luisterde naar radio-uitzendingen over de 24 uur van Le Mans en trok naar de concessie, waar ik zelfs in de auto’s mocht zitten”, vertelt de Amerikaan graag. In 1968 trekt hij als student met een rugzak naar Europa en hij gaat ook naar Le Mans, waar hij volgens de legende ook Jacky Ickx tegen het lijf loopt.
Jaren later bouwt Glickenhaus zijn eigen racewagens, in samenwerking zelfs met Ferrari. De P4/5 maakt in 2011 ook zijn debuut in de 24 uur van de Nürburgring. De SCG P4/5 wordt in 2012 zelfs twaalfde algemeen en eerste in de klasse. Ondertussen is de Glickenhaus een vertrouwd gezicht voor de fans van de Nürburgring, maar de Amerikaan wil meer en de Hypercar reglementen maken dat hij zijn kans in Le Mans waagt. Hij doet daarvoor onder een beroep op Sauber en Joest, grote namen in de autosport en ook Motul speelt een belangrijke rol in het verhaal.
“We hebben een eenvoudige wagen, maar we hebben dit weekend nooit een topprestatie in de trainingen gezocht. Wij mikken op de wedstrijd en zondag zien we wel.”
In Le Mans zien we in de #708 Luis Felipe Derani, Franck Mailleux en Olivier Pla, terwijl in de #709 Richard Westbrook, Romain Dumas en Ryan Briscoe de dienst uitmaken.
