De Monte-Carlo is 110 jaar oud, een eeuwigheid in de sport, maar de wedstrijd spreekt nog steeds enorm aan. Echter het startte niet zoals wij dat vandaag gewoon zijn…
Foto’s: © Wikipedia en Hyundai
Hoewel de eerste voorbereidingen al in 1909 van start gegaan waren, volgde de start van de eerste editie van de rally van Monte-Carlo pas in januari 1911. 23 wagens uit elf verschillende locaties boden zich aan voor deze première, waarin ook de schoonheid en het comfort van de wagen een rol in de uitslag speelden. Dat is nu uiteraard wel anders. In 1912 waren er al 60 starters, maar desondanks zou de derde editie pas in 1924 plaatsvinden. Ook tussen 1940 en 1948 zou het evenement ‘on hold’ gezet worden, uiteraard vanwege de Twee Wereld Oorlog. In 1924 kregen we ook de enige Belgische winnaar tot Thierry Neuville en Nicolas Gilsoul in 2020, met name Jacques Edouard Ledure en mevrouw Ledure, aan boord van een Bignan 11CV, ver verwijderd dus van de Hyundai i20 WRC waarmee de vijfvoudige vicewereldkampioen het afgelopen winter deed.
Fabrieksteams
De Monte-Carlo was al voor de oorlog de bekendste rally ter wereld en in de jaren ’50 en ’60 zou dat aanzien enkel nog maar groeien, zeker omdat de sport opa zicht een enorme boost kreeg door de interesse van de constructeurs en groeiende populariteit bij het grote publiek. De rallysport evolueerde ook en kreeg stilaan de vorm zoals wie die vandaag kennen, met klassementsproeven en verbindingen, zonder bijkomende uitdagingen zoals slalom of behendigheidsproeven.
De echte groei komt echter met geboorte van het WK Rally, vanaf 1973 voor de constructeurs en in 1977 ook voor de rijders. De Monte-Carlo maakte steeds deel uit van dat nieuwe WK. Heel vak opende de Monte-Carlo ook het seizoen. In 2009, 2010 en 2011 telde de wedstrijd van het prinsdom niet voor het WK, maar wel voor de Intercontinental Rally Challenge, met onder meer een tweede en derde plaats voor Freddy Loix (Skoda) als Belgische wapenfeiten. In 2004 hadden we met het duo Duval-Prevot al Belgen op het podium gehad, het duo eindigde toen derde met een Ford Focus WRC.
Neuville heeft decennium nodig
In 2011 maakte ook Thierry Neuville zijn debuut in de Monte-Carlo, een wedstrijd waarmee hij niet meteen een liefdesrelatie had. In 2011, toen nog met de Fransman Nicolas Klinger naast zich in de Peugeot 207, was het meteen over en uit, iets wat nog enkele malen zou gebeuren. Ook in 2012 (Citroën), 2013 (Ford) en 2014 (Hyundai) was het al snel gedaan voor de Belg, toen met Nicolas Gilsoul. Pas in 2015 volgde een eerste resultaat met een vijfde stek en een jaar later was er een eerste podium met een derde stek. In 2017 vergooide hij een zekere zege, maar in 2019 (2de) en 2020 (1ste) toonde Neuville dat hij de bijzondere wedstrijd die de Monte-Carlo toch is, wel aankan.
In de geschiedenis van de wedstrijd zijn er twee rijders die iedere zevenmaal wonnen, niet toevallig de Fransen Sébastien Loeb en Sébastien Ogier. Bij de merken deed Lancia het dertien maal, voor Citroën dat tien zeges telt. Ford heeft als derde in lijst zeven overwinningen, Toyota drie en Hyundai slechts één.