Home > #Hoofdnieuws > Verhalen: drie ‘dikke’ coupés van BMW zegevieren in de 24 Uur van Spa

Verhalen: drie ‘dikke’ coupés van BMW zegevieren in de 24 Uur van Spa

Als je met wat afstand de 24-uursrace in Spa bekijkt, dan valt op dat er eigenlijk niet zo gek veel verschil tussen de toerwagens uit de gouden jaren ‘70 en ’80 en de GT3’s van vandaag is. Heel vaak waren de toerwagens ook sportieve tweedeurswagens, met als meest opvallendste grensgevallen, de Toyota Supra en de Jaguar XJS. Maar ook de wagens van BMW van weleer en de huidige GT3 zijn niet zo gek veel verschillend.

Foto’s ©: BMW Heritage en eigen

De BMW CSL Groep 2, de ultieme toerwagen!

De BMW CSL Groep 2 is één van de meest beruchte en iconische racewagens van BMW. De wagen was initieel een ontwikkeling van de 2800 CS, de 3.0 CS en de 3.0 CSI. In 1972 bereikte de strijd met Ford in het European Touring Car Championship nieuwe hoogtes en BMW kwam met een soort ultraversie van de bestaande Coupé. De nieuwe wagen, de 3.0 CSL Coupé zag het levenslicht in 1973 en de racecarrière duurde uiteindelijk tot het einde van het decennium.

BMW startte in het European Touring Car Championship in de jaren ’60 met kleinere wagens zoals de BMW 700S, maar dat veranderde snel. 1970 was de start van een nieuw tijdperk, met snellere en meer krachtige wagens, onder de noemer van de Groep 2. BMW en Ford vochten een strijd op leven en dood uit en de CSL was daarbij misschien wel het ultieme wapen. De wagen won meteen bij zijn debuut in Monza. Datzelfde jaar pakte de BMW ook winst in zijn klasse in Le Mans, terwijl de fabriekswagen van BMW met Dieter Quester en Toine Hezemans achter het stuur, naar de zege reed in de 24 Uur van Spa, een editie die overschaduwd werd door niet minder dan drie dodelijke ongevallen, waaronder de Duitser Hans-Peter Joisten in een BMW 3.0 CSL. BMW was zo dominant dat het 15 ronden meer aflegde dan de Ford Capri van Jochen Mass en John Fitzpatrick, toen nog op het 14-kilometer lange circuit. Hezemans won later dat jaar de Europese titel en BMW deed hetzelfde bij de constructeurs.

In 1976 won een identieke BMW ook de 24 Uur van Spa. In 1974 en 1975 deed BMW hetzelfde, maar door een aanpassing in het reglement waren de krachtige Groep 2-wagens toen niet van de partij. De zege was toen weggelegd voor een BMW 3.0 CSi. De BMW 3.0 CSL zou nog heel wat races winnen, zelfs tot en met 1979. De Italiaanse rijders Martino Finotto en Carlo Facetti wonnen de laatste race, in Zolder, alsmede de titel met de een door Jolly Club Milano ingezette wagen.

De BMW 3.0 CSL was een bijzondere wagen, niet in het minst vanwege zijn aerodynamica, wat zorgde voor een opvallende bijnaam, de Batmobile. De wagen was ook zeer licht, wat uiteraard tot uitzonderlijke prestaties leidde. Opvallend detail, de gigantische achtervleugel was niet legaal op de weg en werd pas gemonteerd na verkoop… Deze BMW is en blijft één van de meest zeldzame wagens die BMW de afgelopen decennia geproduceerd heeft. Van de BMW 3.0 CSL Batmobile rolden er 115 uit de ateliers voor de homologatie van het racemodel, waarna er nog eens 50 race-exemplaren van gemaakt werden.

De BMW 635 CSi, een typisch product van de jaren ‘80

De volgende in de lijn is de BMW 635 CSi Groep A. De reglementswijzigingen van Groep 2 naar Groep A, zorgden voor een revival van de toerwagens in het Europese autosportlandschap. De FIA kwam met het European Touring Car Championship op de proppen en BMW was één van de voornaamste spelers. Het merk uit Beieren won de eerste editie van 1982 met de vierdeurs BMW 528i, maar moest op zoek naar een antwoord op de opzittende Jaguar XJS en deed dat vanaf 1983 met de BMW 635 CSi, een coupé die eerder ook al als Groep 2 racete. De wagen verzamelde diverse titels in het EK en DTM, alsmede zeges in de 24 Uur van Spa.

Het European Touring Car Championship was bedoeld voor toerwagens, uiteraard, maar dat nam niet weg dat sommige wagens wel erg dicht bij GT-auto’s aanleunden. In 1982, kwam de rijder en teameigenaar van het Britse TWR, Tom Walkinshaw, met een wel erg eigen interpretatie van het reglement op de proppen, wat resulteerde in de V12 Jaguar XJ-S Coupé. Protest van de concurrentie hielp niet en al gauw bleek hoe snel de XJ-S wel was. Gelukkig voor de tegenstand uit Beieren was de Britse auto niet zo betrouwbaar en uiteindelijk wonnen de Italia rijders, Umberto Grano en Helmut Kelleners de titel in 1982 met een BMW 528i.

BMW kwam dan maar met een eigen ‘GT’, met name de BMW 635 CSi. De bolide werd ontwikkeld door BMW-specialist Alpina, dat voor de aangepaste 6-cilinder zorgde en Schnitzer Motorsport, dat de wagen ontwikkelde en bouwde. De 6-cilinder was initieel goed voor 300 pk, en nam het in 1983 en later op tegen onder meer de Volvo 240, de Rover Vitesse V8, maar ook de Toyota Supra, toch ook weer meer een GT, en de Ford Sierra Cosworth, wat ook niet meteen een sedan was of last but not least exoten als de Ford Mustang of Mercedes 450 SLC.

De BMW 635 CSi werd erg populair bij privéteams en in de uitgave van 1983 van de 24 Uur van Spa stonden er al 17 op de startgrid. In datzelfde jaar won Team Schnitzer de Europese titel, met de Oostenrijker Dieter Quester. Ook de 24 Uur van Spa ging naar de 635 CSi, maar het Belgische Belgian Bastos Juma Racing Team liet Schnitzer in het zand bijten. Thierry Tassin, Hans Heyer en Armin Hahne wonnen, ruim voor Rossi-Quester-Winkelhock in de kleuren van het moederhuis. In 1984 bleek Jaguar te sterk, maar de BMW Schnitzer BMW 635 CSi won in 1985 en 1986 wel weer in Spa, terwijl de Italiaan Roberto Ravaglia de rijderstitel wegkaapte in het slotjaar 1986. In 1987 volgde met de BMW M3 een totaal andere wagen als vervanger van de BMW 635 CSi.

BMW M6 GT3: de opvolger

Toerwagens zien we vandaag nog vooral in sprintraces en de uithoudingsraces zijn dan weer weggelegd voor de GT3-wagens, een categorie die ondertussen alweer 14 jaar bestaat. Goed 20 merken hebben al zo’n GT3 ontwikkeld en BMW behoort uiteraard tot dat lijstje, met eerst de tweezitter BMW Z4 GT3, die in 2015 de 24 Uur van Spa zou winnen, dankzij het Belgische Marc VDS Racing, met Markus Palttala, Lucas Luhr en Nicky Catsburg.

In 2016 kwam dan de BMW M6 GT3, met een 4.4-liter V8 en M TwinPower Turbo technologie, goed voor bijna 600 pk. Hoewel de wagen heel wat moeilijkheden had om zich in de kortere sprintraces van 60 minuten door te zetten en ook in de 3-uursraces niet altijd even betrouwbaar voor de dag kwam, reed hij toch een indrukwekkend palmares in de uithoudingsraces bijeen. Zo waren er twee zeges in de 24 Uur van Spa, met Rowe Racing (Martin-Eng-Sims) in 2016 en in 2018 verrassend het Duitse Walkenhorst, met Blomqvist-Eng-Krognes. Ook in VLN, het Italiaanse GT-kampioenschap en zelfs in Japan was de wagen succesvol.