Aangepaste snelheid en voldoende afstand van de wagen voor u, het vermijden van afleidingen en winterbanden met groeven van minstens vier millimeter, dat zijn de belangrijkste dingen die de veiligheid garanderen in winterse omstandigheden. Bij Skoda stuurden ze voormalig WRC2 wereldkampioen rally en testrijder Jan Kopecky op weg. Hij geeft u raad en daad.
foto: ©d’ieteren
In regen of sneeuw is het oppassen geblazen op de weg. Rond het vriespunt wordt het extra gevaarlijk want dan kan de situatie op de weg snel veranderen. De Tsjechische rallyrijder Jan Kopecky, kind aan huis bij Skoda en in 2018 nog WRC2 wereldkampioen, is het gewend om in precaire omstandigheden te rijden. Hij legt uit wat men het beste kan doen.
“Een belangrijke raad die ik iedereen meegeef, niet enkel in winterse omstandigheden maar ten alle tijde: laat jezelf niet afleiden aan het stuur. En hou altijd voldoende afstand van de andere weggebruikers en hou een aangepaste snelheid aan. Je kan ook altijd de weersvoorspellingen controleren voor je vertrekt. Eerder vertrekken kan de stress van het rijden verminderen. De auto moet bij het vertrekken compleet sneeuw- en ijsvrij zijn, ook het dak en de motorkap. Enkel mensen die goed zicht hebben kunnen snel reageren. Bestuurders zouden hun wagen moeten voorbereiden op winterse omstandigheden, zoals winterbanden met een groefdiepte van minstens 4 millimeter.”
Het drie seconden gat
“Als er donkere stukken zijn in het asfalt of de weg glinstert dan is het waarschijnlijk glad en zou je gas moeten lossen. Zout op de weg kan een papje maken, dat ook glad is. Je moet ook je snelheid matigen op harde sneeuw want het oppervlak kan daaronder bevroren zijn. Je kan dat als bestuurder niet altijd zien dus dien je steeds voldoende afstand te houden van de andere weggebruikers. Een afstand van drie seconden tot de wagens rondom je is aangewezen.“
Geen paniek
“Blijf in alle geval kalm en panikeer niet. Je zou je snelheid zeker moeten halveren op sneeuw en ijs want je remafstand wordt drie tot vier keer zo lang. Vermijd plotse stuurbewegingen of plots remmen en acceleratie. Persoonlijk verkies ik niet te rijden op gladde wegen, ofwel rij ik alsof ik eieren onder mijn voeten heb. Als de wagen slipt moet je de koppeling ingedrukt houden, dan krijgen de wielen alleen de zijdelingse krachten te verwerken. Als de wagen in een bocht slipt dan is het meestal voldoende om in de slipbeweging te sturen, dus in de richting waarin de wagen zich beweegt, om terug de controle over het stuur te krijgen. Als je van rijvak verandert wanneer er tussen de vakken sneeuw ligt is het best om ook de koppeling in te duwen en dan de wagen gewoon naar het andere vak te laten glijden zonder snelheid te winnen. Om te verhinderen dat de wielen doorslippen kan je bij manueel geschakelde wagens vertrekken in tweede versnelling. Dan moet je wat spelen met gas en koppeling om te verhinderen dat je stil valt.“
“Deze kleine aanpassingen aan je rijstijl en het juiste materiaal kunnen problemen vermijden. Je moet een ijskrabber hebben om je voertuig sneeuw- en ijsvrij te maken. Soms kan een spray helpen om ijs te verwijderen. Sneeuwkettingen zijn een must in de bergen maar oefen er mee voor je vertrekt! Er moet antivries worden gemengd in de sproeiers voor de voorruit en de koelvloeistof. Bij oudere types kan nazicht van de batterij nodig zijn. “