De prachtige Manta kwam in 1970 op de markt. In datzelfde jaar maakte ook de Ascona als sportieve berline en stationwagen z’n opwachting. Opel gebruikte toen al één platform voor zeer verschillende auto’s. De autosportlegende van Opel werd verder in de verf gezet door Walter Röhrl, die won met de Ascona het Europese en ook het Wereldkampioenschap Rally
Rüsselsheim. In 1970 zorgde Opel voor een revolutie in het middensegment. De Opel Ascona was het prototype van een erg leuk rijdende sportieve berline met korte overhangen en een uitstekend rijgedrag. De Ascona was een blikvanger in verschillende gedaantes: als sportieve tweedeurs, als vierdeurs berline of als eerste ‘lifestyle’-stationwagen met een zekere outdoorflair. De kroon op het werk was de Manta. De gestroomlijnde coupé deelde dezelfde technologie als de Ascona – vergelijkbaar met de huidige platformstrategie – en maakte ze toegankelijk voor een brede groep klanten. Met de Manta bracht het Duitse merk in 1968, amper twee jaar na de Opel GT, opnieuw een droomauto op de markt. De Ascona en de Manta maakten net zoals de GT de oversteek naar de VS, waar ze uitgroeiden tot een verkoopsucces. Een internationale carrière die slechts enkele Opel-modellen was gegund. Tegenwoordig zijn ze erg gewilde collector’s items en worden ze veel hoger gewaardeerd dan hun oorspronkelijke nieuwprijs.
In 2020 viert Opel de 50ste verjaardag van deze legendarische auto’s en de fans mogen meevieren. Het feestje begint met de opening van het rallyseizoen en de ‘Bodensee Klassik’ (7-9 mei). Aan de start verschijnen zes Ascona’s en zes Manta’s van de eerste generatie. Dat is nog maar de ouverture; op 28 juni volgt een groots optreden met een honderdtal exemplaren van de Ascona en Manta A op het ‘Klassikertreffen’ in Rüsselsheim. Op dit verjaardagsfeestje worden zo’n 30.000 bezoekers verwacht en er zullen tal van Opel-clubs aanwezig zijn. Een ander hoogtepunt is het treffen op 25-27 september, georganiseerd door Manta-verzamelaar en -expert Manfred Henning. De locatie kon niet beter: Timmendorfer Strand aan de Baltische kust is de plek waar de Manta exact 50 jaar geleden voor het eerst aan de pers werd voorgesteld.
De Ascona was zowel op grind als op asfalt een winnaar; Walter Röhrl en bijrijder Jochen Berger wonnen het Europees Rallykampioenschap van 1974 en in 1975 behaalden ze in de Acropolis Rally de eerste overwinning van Opel in het Wereldkampioenschap Rally. In 1982 wonnen Röhrl en Christian Geistdörfer het Wereldkampioenschap Rally met een Ascona 400. In maart 1975 waren er 691.438 exemplaren van de Ascona A geproduceerd. In dezelfde periode werden er van de Manta A 498.553 gebouwd.
De Manta maakte zijn debuut in Timmendorfer Strand
De sportieve Manta maakte zijn debuut in september 1970. Het embleem van de mantarog was geïnspireerd op foto’s van de ontdekkingsreiziger Jacques Cousteau. De presentatie vond plaats in een uitgelezen locatie: Timmendorfer Strand aan de Oostzeekust. Voor Opel was de Manta een stap op onbekend terrein. ‘In plaats van een bestaand model te vervangen, is de auto die we vandaag presenteren een aanvulling op ons gamma, die voldoet aan een nieuwe vraag vanuit de markt’, aldus het persbericht destijds. De Manta was nieuw, slim en sportief en de timing was perfect. Aantrekkelijke coupés met plaats voor vier waren erg in trek. Er was veel vraag naar een aparte stijl, en de vorm en de lijnen van de Manta waren precies wat de markt zocht. In het eerste verkoopjaar bracht Opel 56.200 exemplaren van de Manta aan de man; in totaal werden er 498.553 geproduceerd. Het chassis, de ophanging en de motoren werden gedeeld met de Ascona. Een nieuwkomer onder de aandrijflijnen was de 1.6-liter met 68 pk en in de S-versie zelfs 80 pk. De krachtigste motor in de Manta was de 90 pk sterke 1.9 S viercilinder van de Opel Rekord.
De Manta-serie begon met de 60 pk sterke 1.2 in 1972, in november van hetzelfde jaar gevolgd door de luxueuze Manta Berlinetta. De standaarduitrusting omvatte een sportstuur, verwarmde achterruit, halogeen koplampen, elektrische ruitensproeiers en een vinyldak. In de vijf jaar dat de Manta werd gemaakt, zagen tal val speciale modelvarianten het daglicht, zoals de ‘Holiday’, ‘Plus’, ‘Swinger’ en ‘Summer Bazar’, die topspecificaties koppelden aan gematigde prijzen. In 1974 verscheen de Manta GT/E, aangedreven door een 105 pk sterke 1.9-liter motor met Bosch L Jetronic-injectie. De trend naar een matte afwerking in plaats van chroom zette zich door in de Manta GT/E. Het laatste speciale model arriveerde in 1975, kort voor het debuut van de Manta B. De op GT/E gebaseerde ‘Black Magic’ was helemaal zwart gelakt, met oranje strepen op de flanken.
De Ascona ging in 1970 in première op het Autosalon van Turijn.
Zowel qua uitrusting en motoren als qua afmetingen positioneerde de Ascona (ook wel ‘de perfecte midsize’ genoemd) zich tussen de Kadett B en de Rekord C, een plek die eerder door de luxueuze ‘Olympia’-versie van de Kadett werd ingenomen. De Ascona werd in eerste instantie aangeboden als twee- en vierdeurs berline in basis- en luxe-uitvoering. De onafhankelijke voorophanging bestond uit spiraalveren en telescopische schokdempers, terwijl de stijve achteras was voorzien van twee langsarmen en een Panhardstang. Het vermogen werd geleverd door een 1.6-liter viercilinder met 68 pk en een 80 pk sterke S-versie met hoge compressie. Net zoals de grotere viercilindermotoren van de Rekord had de motor van de Ascona een CIH (cam-in-head)-nokkenas. In maart 1972 introduceerde Opel een redelijk geprijsde instapversie met een 1.2 OVH-motor van 60 pk.
Een veelbewonderde nieuwkomer in de modellenreeks was de Ascona Voyage. In plaats van een klassieke stationwagen was deze tweedeursvariant van de Caravan een vrijetijdsauto met ruimte voor een bootje en een fiets, kortom een auto voor jonge gezinnen en een voorloper van de huidige populaire ‘lifestyle’-stationwagens. Aanvankelijk werd de Voyage alleen in de L-versie aangeboden. Pas in 1974 verscheen de minder luxueuze Caravan in het gamma. In het voorjaar van 1971 werd het modelaanbod uitgebreid met de Ascona 1.9 S en de Ascona SR. De SR werd aangedreven door een 1.6-liter motor van 80 pk of een 1.9-liter motor met 90 pk. Bij de krachtigere motoren werd voor het eerst een door Opel geproduceerde automatische drieversnellingsbak aangeboden als optie. De SR-uitrusting, een nieuwigheid in het stationwagensegment, was ook beschikbaar voor de driedeurs Voyage.
De SR-versie van de Ascona had alles in huis om een topper te worden. In 1974 deden Walter Röhrl en Jochen Berger met een tweedeurs berline mee aan het Europees Rallykampioenschap. Aan het stuur van de Ascona van het Opel Euro Händler Team wonnen Röhrl en Berger zes van de acht manches, met de nog steeds ongeëvenaarde maximumscore van 120 punten. In 1975, kort voordat de Ascona A werd vervangen door de B-generatie, behaalden Röhrl en Berger de overwinning in de Acropolis Rally, de eerste overwinning van Opel in het Wereldkampioenschap Rally. Tegen maart 1975 waren er 691.438 exemplaren van de Ascona A gebouwd.
(persbericht)
