Neen, nieuwe auto’s van nu zijn niet “even schadelijk als nieuwe auto’s van 5 jaar geleden”.
Febiac wijst op een denkfout in deze bewering die de autosector onterecht in een slecht daglicht stelt. De Tijd kopte vandaag: ‘Nieuw verkochte auto’s even schadelijk als vijf jaar geleden’. Deze bewering is stellig onjuist. Nieuwe voertuigen blijven schoner worden en bovendien zijn er steeds meer voertuigen op de markt die een extreem lage CO2-uitstoot hebben of die zelfs lokaal emissievrij zijn. De inspanningen van de constructeurs zijn de voorbije jaren enkel toegenomen, en het resultaat daarvan laat zich in tegenstelling tot de beweringen in de Tijd – beweringen die nadien door andere media werden overgenomen – weldegelijk in positieve zin gevoelen. De constructeurs willen de vrucht van hun inspanningen bij de klant bekend maken én die klant overtuigen om voor deze schoonste voertuigen te kiezen. Hierbij zeker niet steeds geholpen door bijvoorbeeld een optimaal fiscaal kader of een voorbeeldige laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen.
De auteur van het artikel vernoemt het in voege treden van een nieuwe, strengere meetmethode als een van de redenen voor wat hij het opnieuw minder milieuvriendelijk worden van auto’s noemt. Hij gaat daarbij echter voorbij aan het feit dat voor dezelfde auto – en dus eenzelfde reële milieuimpact- de meetresultaten volgens de oude en nieuwe testmethodes behoorlijk ver uit mekaar liggen. Dat verschil bedraagt voor een auto gemakkelijk 5 tot 10 gram CO2, maar het kan voor bepaalde voertuigen nog verder oplopen.
Het is onjuist om hogere meetresultaten bereikt via een gewijzigde meetmethode gelijk te stellen met een lagere milieuvriendelijkheid. Eenzelfde voertuig zal minder goed scoren op een strengere test, maar is daarom zelf niet plots ‘anders’ of minder milieuvriendelijk geworden dan wanneer het minder streng wordt getest. Vergelijk het met een examen dat je voor een tweede keer aflegt en waarbij je dan strenger gequoteerd wordt. Haal je bij het tweede examen een vergelijkbare score als bij het eerste, dan heb je toch bewijs geleverd van een grotere kennis.
De geprovoceerde terugval op enkel jaren tijd van de inschrijvingen van dieselwagens van bijna 80% van de nieuw verkochte auto’s naar amper 30%, heeft – zoals de auteur terecht schrijft – eveneens een invloed gehad op de evolutie van de gemiddelde CO2-uitstoot. Een benzinewagen verbruikt immers al snel zowat 15% méér dan een vergelijkbare dieselwagen en stoot evenredig meer CO2uit.
Dat de autobranche er echter in geslaagd is om de ‘toename’ van de CO2-uitstoot van nieuwe auto’s beperkt te houden tot minder dan 5% én met een strengere meetcyclus, bewijst dat de gunstige evolutie van haar producten niét gestopt is.
Op het Auto-, Motor- en Mobiliteitssalon dat later deze week de deuren opent, zal elke bezoeker zichzelf kunnen vergewissen van de gerealiseerde vooruitgang én van de opvallend ruimere keuze aan zero-emissievoertuigen en lage-emissie mobiliteitsoplossingen. Het is belangrijk dat hij of zij dat kan doen zonder foutieve of tendentieuze beïnvloeding. Daarom zetten wij de puntjes op de i.
(persbericht)