Hoewel hun wedstrijd in Wales allesbehalve eenvoudig was voor Guillaume de Mévius en Martijn Wydaeghe, wisten onze landgenoten in de slotfase toch enkele mooie tijden neer te zetten. Ze wisten ook heel wat ervaring op te doen en konden vaststellen hoezeer de Rally van Wales zijn statuur van uitzonderlijke rally verdient.
Regen en modder: dit was een echte Rally van Wales. De gripniveaus veranderden voortdurend. Moeilijke omstandigheden dus voor jonge rijders die hier voor het eerst aan de start stonden. Toch wisten Guillaume de Mévius en Martijn Wydaeghe de ervaring naar waarde te schatten. “Toen we over het finishpodium reden begreep ik waarom deze wedstrijd als één van de hoekstenen van het WRC wordt beschouwd”, stelde de rijder van de zwart-geel-rode C3 R5. “Het parcours is magnifiek, veeleisend en de fans vol passie.”
Toch werden onze landgenoten vrijdag gestuit in hun progressie. “In twee proeven tijd reden we twee keer lek”, betreurde Guillaume. “Omdat we maar één reservewiel in de wagen hadden, moesten we op de velg verder. Er bleven nog 80 kilometer verbindingsrit te gaan. Onmogelijk dus. We moesten onze wagen parkeren.” Op zaterdag kozen de Belgen voor een minder hoog ritme dan daags voordien, om zo een maximum aan ervaring op te doen. Op zondag trokken de vertegenwoordigers van het RACB National Team dan weer op. “Hoewel het uit het eindresultaat niet af te lezen valt, denk ik dat we één van onze beste resultaten van het jaar hebben neergezet”, legt onze landgenoot uit. “Daar kunnen we alleen maar tevreden om zijn. Ik ben blij dat we aan het eind van deze legendarische rally staan. Nu richten we ons op Catalonië, om er de voorlaatste wedstrijd van ons seizoen 2019 af te werken.”
(persbericht)