De ‘TDB’ wordt betwist op drie dagen – van vrijdag 24 tot zondag 26 mei, en vormt een verbinding tussen Oudenaarde en Durbuy.
Op vrijdag om 15.30u start de eerste etappe dus vanuit de parel van de Vlaamse Ardennen richting Nijvel, met vier RT’s en 94 kilometer op het programma. Een dag later gaat het eerst van Nijvel naar Pont-à-Lesse (drie RT’s, 115 km), met na de lunchpauze een rit richting Aarlen (187 km en 5 RT’s). Het programma op zondag bestaat uit zeven RT’s en 190 kilometer die de deelnemers van Aarlen naar Durbuy zullen brengen. Het programma is met negentien RT’s en bijna 600 kilometer bijzonder stevig, vooral omdat Alain Lopes, verantwoordelijk voor het parcours, zijn ervaring heeft laten spreken om een onuitgegeven, gevarieerd en selectief parcours aan te bieden.
We herinneren dat de Tour de Belgique 2019 openstaat voor wagens van voor 1973 (bouwjaar van het gehomologeerde model) en dat het klassement wordt opgesteld door rekening te houden met de cilinderinhoud. De tijdsopnames zullen dus gebeuren op basis van drie verschillende gemiddeldes: van 40 tot 44 km/u bij 0-1000 cc en 1001 tot 1300 cc, van 45 tot 47 km/u bij 1301 tot 1600 cc en 1601 tot 2000 cc en tot slot een hoog gemiddelde van 50 km/u voor wagens met 2001 tot 2500 cc en vanaf 2501 cc. Die tijdsopnames worden ook beïnvloed door een leeftijdscoëfficiënt.
Belangrijk is verder dat de tijden, om vanzelfsprekende veiligheidsredenen, nooit worden opgenomen op minder dan 400 meter na een kruispunt met stopbord of voorrangsbord, en dat doortochten door dorpen strikt beperkt worden.
Uithouding, regelmaat, gezelligheid… de Tour de Belgique jaargang 2019 keert terug naar de bron die van de wedstrijd een succes heeft gemaakt.
(persbericht)