[et_pb_section bb_built=”1″][et_pb_row][et_pb_column type=”4_4″][et_pb_text _builder_version=”3.0.105″ background_layout=”light”]
Pieter-Jan Michiel Cracco: “Al in ons eerste rondje reden we links achteraan lek. De afstand naar de finish was nog te groot om verder te rijden op de lekke band. Vanaf dat moment moest ik me even terug opladen, want een goed resultaat kon ik wel vergeten. Maar, het belangrijkste was het rijden op de maaskiezel onder de knie te krijgen. En die maaskiezel, dat is toch iets apart. In het begin was het moeilijk om goede rempunt te vinden en om efficiënt tractie te zoeken bij het uitkomen van de bochten. Ik ben heel blij met de tijden die ik gereden heb. Deze keer heeft Jasper me trouwens de tijden wel meteen getoond. Ik denk dat onze aanpak goed is. Eerst nemen we de tijd om te leren, om daarna stelselmatig het ritme te verhogen. Die maaskiezel, dat is echt iets speciaal. Ik heb al wedstrijden op gravel gereden, zoals de WK Rally van Portugal, maar dan kan je rijden met een specifieke ophanging en banden voor onverhard die bijna evenveel grip geven als een gewone band op asfalt. Hier moeten we aan hoge snelheid over de kiezel scheuren met banden die quasi geen grip geven. Ik had wel even tijd nodig om te wennen aan dat gevoel en om de techniek bij het remmen onder de knie te krijgen. Ik had niet gedacht dat ik enkele tijden zo dicht in de buurt van Princen of Verschueren zou kunnen draaien. We zaten dicht bij een scratch! ”
Vincent Verschueren: “Woensdagavond werd de motor geleverd en donderdagavond werd de motor gemonteerd. Ons team bestaat immers uit vrijwilligers die aan de wagen werken na hun dagtaak. Vrijdagochtend, na amper vier uurtjes slaap, zijn ze naar Bocholt vertrokken. Ik had niet met de nieuwe motor gereden. De wagen gaf geen krimp. Nee, het verschil is niet enorm, maar bij het uitkomen van de bochten is deze motor zeker beter. In de strijd met Kris Princen, die ook nergens iets laat liggen, wordt het verschil tussen winst en verlies bepaald door kleine details. Een betere motor is een essentieel element in de titelstrijd. In het begin had de wagen veel onderstuur en stond de vering te laag. Ik voelde me niet goed, waardoor ik niet voluit kon aanvallen. Pas toen de afstellingen aangepast waren, kon ik voluit gaan. Ik ging maximaal in de aanval en we kwamen terug tot op 1″5 met nog vijf proeven te rijden. Het zag er goed uit met nog vijf proeven te gaan. Toen Princen drie minuten te vroeg inklokte, hebben Veronique en ik onze tijd zeker tien keer nageteld om zeker te zijn. Wij waren juist. Ach, het is jammer voor Kris, want ik had het duel liever op de proeven uitgevochten. Hoe dan ook, in de laatste ronde heb ik gecontroleerd om de zege veilig te stellen.”
Sebastien Bedoret: “Net zoals bij de twee vorige wedstrijden was ons belangrijkste doel de finish te halen, zonder onnodige risico’s te nemen. Zonder incidenten hadden we hier als vierde kunnen finishen, wat voor ons voldoende was. Maar door de pech van Adrian (Fernémont, red.) en Kris (Princen, red.) legden we uiteindelijk beslag op de tweede plaats. Jammer voor hen, maar iedereen weet dat dit bij de sport hoort. Voor ons is deze zilveren medaille in Bocholt een heel aangename verrassing! Ik moest nog alles leren over het rijden op onverhard. Ik wist dat we het op ons eigen tempo moesten leren, zonder te forceren. Ik had snel door dat er meer grip was dan ik vooraf had gedacht. In de tweede lus heb ik op de plaatsen waar ik wist dat er een foutenmarge was dan ook iets geprobeerd, vooral door zo laat mogelijk te remmen. Ik ben een keer rechtdoor geschoven, dat heeft me wat tijd gekost, maar het heeft me ook toegelaten vast te stellen waar de limiet precies lag. Zo kon ik nadien nog sneller vooruitgang boeken. Aan de streep hadden we een achterstand van twee minuten op Vincent Verschueren, dat toont aan dat er nog heel wat werk aan de winkel is.”
Freddy Loix : “Je mag vooral niet vergeten dat het pas de eerste keer was dat ze [Sébastien Bedoret en Thomas Walbrecq] hier in Bocholt aan de start stonden, een wedstrijd die nochtans bij de lastigste van de kalender hoort. Ze zijn pas 22 en iedereen weet dat het tijd vergt om ervaring op te doen! In drie rally’s met de Skoda zijn ze er telkens in geslaagd om aan de finish te geraken, zonder grote fouten te maken. Bovendien was ook een duidelijke progressie merkbaar, zelfs op dit bijzondere parcours – niet alleen door de stroken onverhard die de rijders met slicks moeten weten af te werken, maar ook door de vele kiezel die op de asfaltstroken te vinden was. Toen Adrian moest opgeven en Kris tegen een straf opliep hebben we onze strategie echter veranderd, door ze op te dragen de tweede plaats veilig te stellen en de wagen gewoon aan de finish te brengen. Op zeker rijden en een resultaat binnenhalen maakt ook deel uit van de leerschool van een jonge rallyrijder… en Sébastien heeft dat plan tot in de perfectie gevolgd.”
Patrick Snijers: “Samen met de Haspengouw is de Sezoensrally mijn thuiswedstrijd. De fans waren massaal op de afspraak en waren allen zeer enthousiast. Je ziet die mensen genieten en die aanmoedigingen doet je wel iets. Maar het blijft zaak om het hoofd erbij te houden. De focus moet er zijn want een fout is snel gebeurd. Vanaf het begin zaten we goed in het ritme. Tot mijn eigen verbazing stonden we na twee ritten op de vierde plaats. En toch zaten we toen nog niet op de limiet. Eigenlijk waren we in het begin van de rally zelfs een beetje te voorzichtig. Na de eerste ronde hebben we de wagen iets verhoogd, hadden we een nog beter gevoel en konden we voluit gaan. Dat was nodig want tot de voorlaatste proef streden we met Erik Van Loon voor de vierde plaats. In de voorlaatste proef deed er zich een technisch probleem voor en moesten we alle zeilen bijzetten om het op te lossen. Ei zo na waren we buiten koers. We boden ons 13 minuten te laat aan bij de volgende tijdcontrole en kregen daardoor 2 min 10 sec straftijd. 3 minuten later zou einde wedstrijd betekend hebben. Maar eind goed al goed. We eindigden vijfde na een heerlijke rally. Eens te meer is gebleken dat de Porsche een sterke beer is die nog altijd tot de verbeelding spreekt. Een zalige combinatie!”
Erik Van Loon: “Het ging echt erg hard. Het niveau lag ontzettend hoog en dan worden er foutjes gemaakt. Daardoor kwamen we niet hoger dan de vierde plaats. Met nog één proef te gaan, waren we zeker van die vierde plaats en de druk was eraf. Dus ik ging er nog een keer voor zitten, maar ik kom in een haakse bocht te vroeg naar binnen en raak een muurtje. Draagarm afgebroken, jammer. Maar we kijken uit naar de ELE Rally. De test is meer dan geslaagd. Daar willen we graag gaan scoren, dus daar gaan we ons nu volledig op focussen.”
(foto: rally and races/ Bert Driesmans)
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]