Het is in onze pers misschien wat onopgemerkt voorbijgegaan vanwege de zege van Thierry Neuville in Japan, maar achtvoudig wereldkampioen Sébastien Ogier haalde in het land van de rijzende zon zwaar naar bandenleverancier Pirelli uit. Het Italiaanse bedrijf beschikt over een behoorlijk exclusief marktaandeel in de autosport (F1, WRC, SRO, Belgian Rally Championship…), maar levert niet altijd de gewenste kwaliteit en wat erger is, kritiek wordt niet geduld.
Het deed bij menigeen de wenkbrauwen fronsen toen Sébastien Ogier afgelopen weekend op WRC-Tv behoorlijk hard en zonder filter naar Pirelli uithaalde. Ogier verloor dit seizoen twee en misschien wel drie wedstrijden door lekke banden en de Toyota-rijder is dat onderhand ook moe en dat was duidelijk te merken: “Het was een geweldig evenement [in Japan]…” om dan het geweer behoorlijk van schouder te wisselen: “Het is echter het gebruikelijke verhaal [met de banden] en misschien zullen we op een dag beginnen praten over het waardeloze werk dat Pirelli levert en misschien zal er dan iets veranderen, maar op dit moment is het echt een lachertje wat ze doen, het is gewoon een loterij.”
Hoewel Ogier zich inmiddels heeft verontschuldigd voor de kracht van zijn taalgebruik, blijft de Fransman erbij dat het rubber van Pirelli in WRC moet verbeteren. Bovendien verwijst Ogier bij de collega’s van Motorsport.com ook naar de omerta die er zowat overal geldt waar het Italiaanse merk aanwezig is, waardoor niemand zijn mond durft opendoen.
Bovendien is het probleem van Pirelli in WRC niet uniek. De Italiaanse bandenfabrikant is niet in staat om in de F1 degelijk regenschoeisel te leveren, terwijl er ook in diverse GT-kampioenschappen kritiek is vanwege het onnatuurlijk aantal lekke banden. Een goed geplaatste bron in de GT-paddock verwoordde het dit jaar nog als volgt:
“Behalve Pirelli hebben alle bandenfabrikanten leveringsproblemen… Dan moet je je eens afvragen waarvan de banden van Pirelli gemaakt zijn…”
Het probleem situeert zich uiteraard in de bandencontracten met één leverancier, die vaak voordeling zijn voor de organisatie of promotor die per band een commissie krijgt. Anderzijds is er geen onderlinge concurrentie tussen de bandenleveranciers meer, wat maakt dat de kwaliteit bijkomstig wordt en bovendien wordt de prijs per band kunstmatig opgedreven. Last but not least kunnen de deelnemers aan deze of gene competitie ook geen commerciële overeenkomst meer met een bandenleverancier maken. De enige competities waar zo’n overeenkomst echt zin heeft, zijn merkencups om uiteraard geen verschillen tussen de diverse deelnemers te creëren.