Tom Rensonnet en Loïc Dumont wisten in de Ypres Rally een indrukwekkende comeback neer te zetten. Aan het stuur van hun Renault Clio Rally4 in de kleuren van het RACB National Team veroverden onze landgenoten de zege voor het Junior-kampioenschap. Een prestatie die in de Belgische manche van het wereldkampioenschap rally ook goed was voor een 31ste plaats algemeen.
De uitdaging was niet gering. Na één testsessie en een deelname aan de Rally van Staden een week eerder kwam er een deelname aan de Ypres Rally. Niet alleen de meest prestigieuze wedstrijd van het seizoen, maar de langste en de lastigste. Voor Tom Rensonnet en Loïc Dumont vormde het overschrijden van de finishlijn, na drie zware wedstrijddagen, een heel emotioneel moment. Eind april waren ze immers nog het slachtoffer van een zware crash in de Rallye de Wallonie.
“Ik ben stikkapot, maar o zo tevreden met dit resultaat”, stelde Rensonnet. “De auto van CRT bleek van start tot finish ontzettend betrouwbaar. Verder gingen we enkele keer in de fout en reden ook niet lek. Op sportief vlak kunnen we heel tevreden zijn met dit resultaat: deze zege in de Junior-categorie is niet min, en zo doen we weer helemaal mee voor de titel.”
Maar het is vooral op fysiek en mentaal vlak dat deze zege deugd doet. “Beetje bij beetje voel ik me opnieuw rallyrijder”, stelt de rijder van het RNT. “Ik heb nog geen blind vertrouwen, maar in de loop van de rally werd het gevoel steeds beter. Toch werd het afzien: ik kan mijn linkerbeen nog altijd niet helemaal plooien, en dat hindert me wat bij het ontkoppelen en remmen. Vandaar dat ik aan het eind van de dag telkens zo vermoeid was. Aan het eind van de rally was ik totaal uitgeput, maar die vermoeidheid verdwijnt in het niets in vergelijking met de vreugde over dit mooie resultaat.”
“Een heel positief resultaat”, analyseert Marc Duez, coach van het RNT. “Niet vergeten dat Tom ook nog altijd in een leerfase steekt. Dit weekend heeft hij zeker een grote stap gezet. Bij de volgende rally verwacht ik dat hij nog sterker uit de hoek zal komen.”