Komend weekend staat de eerste Miami GP in de F1 op het programma. Net zoals de meeste nieuwe circuits de afgelopen jaren is Miami ook een stratencircuit en in Amerika is dat geen onbekend terrein. In het verleden zijn er maar liefst 21 straatraces op vijf verschillende locaties gehouden, maar ze hadden niet allemaal evenveel succes.
Foto’s: © publiek domein / BY-SA 3.0
De F1 is al sinds het prille begin in Amerika aanwezig. De eerste officiële Amerikaanse race was dan ook in het seizoen 1950 in Indianapolis. De Indy 500 was van 1950 tot 1960 een vaste waarde op de kalender, maar bijna nooit deed er ook echt een F1-rijder aan mee omdat ze geen punten voor het kampioenschap konden verdienen. Het duurde tot 1959 eer daar verandering in kwam, want toen besliste de F1 om een GP in Sebring te organiseren die wel meetelde voor het wereldkampioenschap. Dat was het begin van een goede twintig jaar met races op verschillende vaste circuits zoals Riverside of Watkins Glen. Vanaf 1976 kwam daar ook verandering in. Toen koos de F1 ervoor om ook in de VS straatraces te organiseren, te beginnen met de United States Grand Prix West in Long Beach.
United States Grand Prix West (Long Beach, 1976-1983)
Al sinds 1972 probeerden verschillende organisatoren een tweede F1-race naar de States te halen. Omdat de VS zo’n groot land is, was het bijna onhoudbaar om het bij één race te houden. Omdat de GP van Amerika al jaren werd gehouden in Watkins Glen, New York, ging de voorkeur uit naar een race in het westen van het land. Dit was het moment om een kans te maken op een tweede race, want de interesse in Watkins Glen was al een paar jaar achteruit aan het gaan. Na jaren zoeken en lobbyen is de Engelse promotor Chris Pook erin geslaagd om in Long Beach, Los Angeles, California een Grand Prix te organiseren. Pook zag in Long Beach de Amerikaanse equivalent van Monaco, door haar smalle straten en ligging naast het water.
Pook’s idee werd werkelijkheid en in 1976 stond de eerste United States Grand Prix West op de kalender. Het nieuwste F1-circuit werd meteen een succes. Het mooie weer, de ligging en de goede races waren verschillende factoren in haar succes. Alleen bleef de race zelf niet lang op de kalender. Na 1983 besliste Pook ervoor om de stekker uit het evenement te trekken. Ondanks ieder jaar zo’n 100.000 dollar winst te maken, had hij schrik om bankroet te raken mocht er eens een minder jaar zijn. Omdat hij 6 à 7 miljoen dollar nodig had om één race te organiseren zou hij 60 jaar nodig hebben om één slecht jaar goed te maken en dat zag hij niet zitten. Daarom bleef het circuit ondanks alle positieve commentaren maar tot 1983 op de F1-kalender. Vanaf 1984 werd het circuit wel nog gebruikt voor Indycar, want dat was goedkoper om te organiseren en tot op heden wordt er nog altijd op gereden.
Ceasars Palace Grand Prix (Las Vegas, 1981-1982)
Omdat Long Beach zo’n succes werd, bleef de interesse in de race op Watkins Glen de hele tijd dalen. In 1980 werd er daardoor beslist dat er vanaf ’81 ergens anders een tweede US Grand Prix moest gehouden worden. Het Ceaser Palace Hotel sprong op de kar en bood bakken geld aan bij toenmalig F1-baas Bernie Ecclestone om op de lege parking van het hotel een race te organiseren. Ecclestone hapte toe en de eerste Grand Prix in Vegas was een feit.
Las Vegas hoopte met een eigen race dat de stad in een beter daglicht ging komen en dat er terug meer toeristen gingen komen. Alleen werden beide races een ramp. De fans kwamen niet opdagen en de hitte speelde veel rijders parten. In 1981 won Nelson Piquet er zijn eerste wereldkampioenschap, maar na de race moest hij minstens een kwartier recupereren door de hitte. Ook in ’82 waren er veel problemen met de hitte. Omdat de race ook Vegas niet hielp, werd er na het contract van twee jaar beslist om niet meer daar te gaan racen. Enkele weken gelden besliste de F1 wel om vanaf 2023 terug te keren naar Las Vegas, maar dan wel op een compleet ander circuit en ook tijdens de nacht zodat de kans op te hoge temperaturen nihil zal zijn.
Detroit Grand Prix (Detroit, 1982-1988)
In 1982 schreven de F1 en VS geschiedenis om voor het eerst in één land, drie verschillende races in één seizoen te organiseren. Omdat Detroit vooral begin de twintigste eeuw de autohoofdstad van de wereld was en na de rampeditie van de Ceasars Palace Grand Prix het jaar ervoor, wou Amerika een betere naam met de Detroit Grand Prix. De race in Motor City was erg geliefd bij fans, omdat het slechte wegdek, obstakels zoals putdeksels en treinrails en gewoon een goede lay-out de perfecte combinatie was voor een spectaculair schouwspel.
Alleen was vooral de hitte opnieuw een erg groot probleem, omdat die het slechte wegdek nog slechter maakte. Na een paar edities begonnen de rijders meer en meer te klagen over de staat van het circuit. Vaak konden ze de race niet uitrijden omdat hun wagen kapot ging door ofwel de hitte, ofwel het circuit zelf. In alle zeven races konden minder dan de helft van de starters de finishlijn halen. De meeste finishes zagen we in 1985 en 1987, toen konden slechts twaalf van de 25 rijders de race uitrijden. In 1984 finishten er zelfs maar vijf rijders. Na de race in 1988 besliste de F1 dat het circuit niet meer veilig was om een f1-race te organiseren, want een F1-race hoort uit te maken wie het snelst is, niet wie zijn wagen het best heel kan houden.
Dallas Grand Prix (Dallas, 1984)
In Dallas is er maar één keer gereden en dit kwam opnieuw door de hitte. Nadat het contract met Long Beach ten einde kwam, koos de F1 ervoor om in 1984 naar Dallas te gaan voor een stratencircuit. Het circuit had de pech dat net op de dag van de race er temperaturen werden voorspeld van 40°C. De organisator (Carroll Shelby, F1-rijder en winnaar Le Mans 1959) van de race besliste hierdoor dat de race in de voormiddag werd gereden om zo het warmste moment van de dag te vermeiden. Alleen was het die ochtend ook al erg warm en was de baantemperatuur bijna 66°C.
Dit zorgde ervoor dat de baan zelf begon te breken en erg glad en hobbelig werd. De race eindigde uiteindelijk met slechts zeven wagens, waarvan Nigel Mansell zijn bollide enkele meters voor de finish stilviel en hij in de moordende temperaturen hem duwde en op de finishlijn neerviel door de uitputting. Keke Rosberg won de race door letterlijk zijn koel te bewaren en met een petje gevuld met ijs te rijden. Na de dramatische race werd er nooit meer in Dallas gereden.
United States GP (Phoenix, 1989-1991)
Nadat de naam USGP in 1981 vrijkwam, had geen enkel circuit de naam overgenomen. In 1989 kwam het circuit in Phoenix erbij en erfde het die naam. Opnieuw kreeg een Amerikaans stratencircuit te maken met de hitte. Tijdens de eerste race in 1989 steeg het kwik tot 36°C en konden er maar zes rijders finishen. Ook het aantal toeschouwers viel flink tegen, er kwamen maar 30.000 mensen kijken naar de race, wat één van de laagste aantallen dat seizoen was. De twee seizoen erop wou de organisator meer leven in de race brengen door het de opener te laten zijn, maar tevergeefs. Ondanks dat het racen verbeterde in de koelere temperaturen, bleven de toeschouwers thuis. Hierdoor besliste Bernie Ecclestone dat vanaf 1992 er niet meer werd geracet in Phoenix en deze vervangen werd door de Zuid-Afrikaanse Grand Prix die een veel groter succes werd.
De toekomst
Als we dus kijken naar de vorige vijf straatraces in Amerika, dan zien we dat vooral de temperatuur de grote boosdoener was. Daar heeft de F1 van geleerd en koos ervoor om de race in Miami van dit weekend in deze tijd van het jaar te plaatsen. Het ziet op dit moment naar uit dat de temperaturen voor tijdens het weekend een goede 30°C gaan bedragen, maar dat is ongeveer gelijk aan een race dat in Europa wordt gehouden tijdens de zomermaanden. Voor het circuit in Las Vegas beslisten ze zelfs om er in 2023 een nachtrace van te maken, dus de temperatuur zal dan hopelijk geen boosdoener zijn.