Zoveel werd er al gezegd en geschreven over die laatste race van 2021. de ultieme showdown tussen de beide titelkandidaten, een laatste treffen met gelijke punten. Maar de echte F1 fans weten dat dit geen unicum was. In 1974 was dit al eens het geval en toen hadden ze wel wat andere zaken aan het hoofd dan reglement-technische telefoontjes met de wedstrijdleiding…
(fotocredits: zie onderaan)
Emerson Fittipaldi voor McLaren en Clay Regazzoni voor Ferrari, kwamen in Watkins Glen (VS) voor de laatste race van het seizoen aan met ieder 51 punten, een gelijkstand dus. De Braziliaan had een klein voordeel want hij won dat seizoen al driemaal. Hij pakte de zege in Brazilië, in België (op Nijvel) en had net met veel geluk de Canadese Grand Prix gewonnen twee weken eerder. De Zwitser had slechts één zege op zzijn conto staan. Dat was dan wel de prestigieuze Duitse Grote Prijs maar ingeval de beiden zouden uitvallen, dan ging de titel naar Fittipaldi. Alhoewel. Beide heren dienden nog rekening te houden met Jody Scheckter, op de Tyrrell-Ford kampioenenwagen, want die had met zeven punten achterstand nog een waterkansje. De Zuid-Afrikaan had gewonnen in Zweden en Frankrijk en zou bij winst op “The Glen”, en indien de andere titelpretendenten puntenloos bleven, ook nog aanspraak kunnen maken op de titel. De puntentelling liep toen nog volgens 9-6-4-3-2-1 en dus was het duidelijk. Wie van Fittipaldi of Regazzoni voor de andere zou eindigen was kampioen, Scheckter, die moest winnen en rekenen op tegenslag voor de anderen.
De kampioenschapskandidaten kwamen er in de kwalificatie echter niet aan te pas. Carlos Reutemann pakte in zijn Brabham de pole, Scheckter lukte nog een zesde plaats en Fittipaldi en Regazzoni volgden mooi achter elkaar in achtste en negende positie.
Rommelstart
Als u een dramatisch rommelige race wilde, dan kreeg u die zesde oktober 1974 er ééntje. Het begon al bij de start. De Fransman José Dolhem (voor de F1 trivia mensen, de schoonbroer van Didier Pironi), kreeg van de wedstrijdleiding toch toelating om met zijn Surtees te starten, ondanks het feit dat hij slechts een 26ste tijd zette en dus niet gekwalificeerd was. Mario Andretti, vierde met de nagelnieuwe Parnelli-Ford, liet de motor afslaan en werd in gang geduwd bij de formatieronde. Hij zou daarom gediskwalificeerd worden. En Tim Schenken, 27ste en dus niet-gekwalificeerd, dacht nu wel te mogen starten als “eerste reserve” en voegde zich achteraan de startgrid. Echter Schenken had geen toelating gekregen en reed dus illegaal rond in een officiële Grote Prijs! Hij werd in de zesde ronde van de race met zwarte vlag binnengehaald. Vooraan schoot Reutemann weg vanop pole.
De tragedie: Koenigg, bijna net als Cévert
Het drama, dat ontvouwde zich in de tiende ronde, toen de ophanging op de Surtees van Oostenrijker Helmut Koinigg het begaf bij het uitkomen van “The chute” en hij met hoge snelheid tegen de vangrail ging. Alleen waren die vangrails een gewone “straatversie”. De rails werden door de klap omhooog gelicht en de wagen schoof onder de vangrail door. Helmut Koinigg werd onthoofd. De andere rijders moesten doorheen de wrakstukken laveren en de race…die ging gewoon door!
Lauda, zoals Perez
In de race speelde Lauda het Ferrari teamspel door de achterop komende Scheckter en Fittipaldi op te houden. Regazzoni moest komen aansluiten maar de Zwitser had problemen met de wegligging van zijn Ferrari. Hij kwam in de 15de van de 59 ronden ten einde raad banden wisselen. Dat hielp niet want zijn probleem was een defecte schokdemper, hij viel terug naar een puntenloze elfde plaats. Reutemann won uiteindelijk vanop pole, voor zijn Brabham teamgenoot Carlos Pace en voor Hunt in de Hesketh. Scheckter bleef met de Tyrrell strijden tegen Fittipaldi, tot zijn motor het begaf in de 44ste ronde. Fittipaldi stuurde de Mclaren voorbij zijn laatste tegenstander en haalde met de vierde plaats zijn tweede wereldtitel binnen in drie jaar tijd. Regazzoni moest zich tevreden stellen met het vice-kampioenschap, het zou zijn beste resultaat blijven in F1.
De balans van een seizoen
De Amerikaanse Grand Prix was de 250ste wedstrijd van het WK F1, dat zijn 24ste seizoen afsloot met twee doden (Peter Revson liet eerder in het seizoen het leven tijdens een test), een quasi identiek ongeval als dat van één jaar eerder (toen François Cévert om het leven kwam in griezelig gelijkaardige omstandigheden, het was toen de aanleiding dat Jackie Stewart onmiddellijk stopte met racen), en in de kantlijn, de jongste dubbelkampioen tot dan toe (Fittipaldi, 1972 en 1974).
Tijden verschillen dus…
foto Clay Regazzoni: van Lothar Spurzem onder CC BY-SA 2.0 de, op https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1009442
foto Fittipaldi: onder GNU Free document license met toelating van Gerald Swan, volledige set op http://f3history.co.uk/Racingpics/index.htm.