Home > Circuit > Formule 4: een kaart van het landschap

Formule 4: een kaart van het landschap

Nog maar verleden week maakte onze jonge landgenoot Jef Machiels zijn debuut in de Formule 4 tijdens testritten in het kader van het kampioenschap van de Verenigde Arabische Emiraten. En vandaag maakte de RACB bekend dat ze een karter willen sturen naar de F4. Wie hogerop de autosportladder wil, die moet beginnen in de Formule 4. We loodsen u even door de verschillende keuzemogelijkheden.

foto: ©premapowerteam.com/media

In de afgelopen jaren bewoog men bij de FIA hemel en aarde om bij de eenzitter racerij de ladder naar de top van de autosport (lees: de F1) opnieuw zo eenduidig mogelijk te maken. De trapjes zijn nu duidelijk met F3, F2 en F1. Maar beginnen doe je aan de basis: de Formule 4. Daar is er echter geen allesomvattend kampioenschap, maar worden de diverse series, onder goedkeuring van de FIA, nationaal georganiseerd. Belangrijk want enkel in de erkende kampioenschappen kan men punten winnen voor de Superlicentie, broodnodig als men ooit naar de F1 wil.

Er werd voor 2014 gezocht naar een motor met maximaal vier cilinders en een maximale aankoopprijs van 9500 euro. De motorinhoud werd vrij gehouden, evenals de keuze voor turbo of atmosferisch motor. Maar er kwam wel een absolute beperking op het vermogen. Dat wordt afgeknepen op 160 pk, ongeacht de gebruikte architectuur. Er zijn momenteel zes motortypes gehomologeerd door de FIA voor gebruik in de Formule 4. In Europa draaien de competities voornamelijk op de Abarth FTJ 1400cc, de Ford Ecoboost 1600cc en de Renault F4R van 2000cc. Geven we dan nog mee dat in Japan de 2000cc TOM’s-Toyota 3ZR wordt gebruikt, in China en Argentinië de Geely G-Power JLD 2000cc en in de Verenigde Staten en Canada de Honda K20C2 2000cc.
Het begrenzen van het vermogen op 160 pk levert voor de mogelijke combinaties gelijkaardige prestaties op: een top van goed 240 km/u en een acceleratie van 0 tot 100 in vijf seconden.

Europa: Tatuus-Abarth versus Mygale-Renault

In Europa wordt het landschap overheerst door het Tatuus chassis met de Abarth motor. Na hun homologatie volgde uiteraard de Italiaanse bond CSI dit pad, maar ook de Duitse ADAC koos voor de Tatuus-Abarth. Spanje en Portugal volgden in 2016 en vanaf volgend seizoen (2022) laten ook de Britten hun aanvankelijke keuze voor de Mygale-Ford vallen voor de Tatuus-Abarth. Er is ook nog een Centraal-Europees kampioenschap waar de Tatuus-Abarth rijdt in Oostenrijk, Kroatië, Tsjechië, Hongarije, Polen en Slovakije. Het zijn enkel Denemarken en Frankrijk die een alternatieve keuze aanhangen: de Mygale-Renault, de Franse combinatie dus.

De rest van de wereld: andere gewoontes, andere keuzes

Buiten Europa draait de populaire winterserie in de VAE op de Italiaanse combinatie evenals de kampioenschappen in India en Brazilië. En ook in de rest van de wereld zijn er nog andere alternatieven, met diverse combinaties van chassis en motor. De meest exotische keuzes daarbij zijn misschien wel het Franse Ligier chassis met de Japanse Honda in het Amerikaanse kampioenschap en het eveneens Franse Mygale met de Chinese Geely motor in de Chinese en Argentijnse competities. In Japan rijdt men dan weer met het Dome chassis en de Toyota motor.