Home > Industrie > Nieuws > HEAT: Pedal to the metal

HEAT: Pedal to the metal

Ooit belandde ik in de wereld van het videogame simulatieracen door het fantastische Grand Prix Legends. En toen zag ik deze doos van HEAT, en meteen zag ik de hele film opnieuw: het seizoen 1967, Jimmy Clark, de huilende Ferrari V12. Alleen is HEAT een boardgame. Grand Prix Legends Unplugged dus…

Foto’s: © W.Bouchez

Voordat de dagdagelijkse sleur de meeste tijd in mijn bestaan opslorpte, was ik een fervent videogamer en simracer. Ik probeerde Grand Prix Legends, van Sierra, een weergave van het seizoen 1967. Ik was meteen verkocht, ging voor het complete plaatje met momo-stuur, zesbaks manuele versnellingen, drie pedalen set. We spreken dan over het begin van deze eeuw en weinigen hadden een Momo met Act Labs set. Het was in die dagen zelfs nog redelijk prijzig. Maar ik spendeerde uren aan het virtuele tweaken van schokbrekers en rollbars, aan het bepalen van de gewichtsverdeling en de verhoudingen van het sperdifferentieel. En dan probeerde ik ronde na ronde, op de oude Ring of het oude Spa, in de krachtige Lotus 47 of de jankende Ferrari….

Deze beelden flitsten door mijn hoofd toen ik HEAT opmerkte. Dit moest ik gewoon hebben, dat wist ik. Uiteraard is HEAT een bordspel. Huilende Matra motoren en knetterende versnellingsbakken moet u er dus bij fantaseren. En je hoeft ook geen werktuigkundig ingenieur te zijn om met dit spel te beginnen. De opzet is in basismodus redelijk “arcade”. De spelregels uitleggen gaat voorbij aan het bestek van dit artikel. U vindt online uitstekende uitleg, wij willen ons beperken tot een algemene conclusie. Het spel komt met vier banen: Engeland, Frankrijk, Italië en de VS. Met wat rijkelijke fantasie kan men er een Watkins Glen in zien, of een mini-Monza. En in de kleine wagentjes kan je een Lotus, Ferrari of Matra zien. Het vernieuwende aan het spelmechanisme is dat in dit sfeervol opgezet racespel er geen enkele teerling aan te pas komt. De snelheid waarmee je door de bochten gaat moet je inschatten, en naar de juiste versnelling schakelen. Bij fouten krijg je “heat” kaarten, die je de rest van het spel achtervolgen. “Heat”, hitte dus, doet de motor oververhitten en dat beperkt je toekomstige keuzes.

Waar voor zijn geld

Het is dus zorgvuldig wikken en wegen, en proberen van de “heat” kaarten te lozen. Het mechanisme voorziet ook in “adrenaline” kaarten, die je bij het racen een extra boost geven, en er is een systeem om te profiteren van de slipstream, een gangbare praktijk in de pre-vleugel jaren. In geavanceerde modus kan je de wagens tweaken, bandenslijtage laten meespelen en weersomstandigheden in de schaal gooien. De lijvige doos herbergt trouwens een solo-modus, een kampioenschapsvariant en de mogelijkheid om tegen “geautomatiseerde” tegenstanders te rijden. Het onder de knie krijgen vergt wat aanpassing, maar uiteindelijk zorgt het spelsysteem voor spannende races. De mogelijkheden zijn quasi oneindig… Niemand verbied je om de 56 rondes van de Amerikaanse Grote Prijs anno 1967 te rijden!

Uitgever “Days of Wonder” produceerde een doos met uitstekende opbergmogelijkheden, een sfeervol thema, goede componenten en een speltijd waarbij je toch minimaal 30 minuten tot een uur moet uittrekken. Maar hey, na enkele glazen advocaat, en met de geur van dennenaalden in de neus, kan je je zo in de bossen van Francorchamps wanen. De WD40 onder mijn oksels om de racebeleving compleet te maken, vonden de andere spelers er dan weer wat over.

Aanrader!

ZIE OOK: