De Britse ingenieur Ross Brawn trekt zich op 68-jarige leeftijd terug uit de Formule 1. Brawn zal altijd gelinkt worden met Ferrari en Schumacher maar kende op zich een ongezien succesvolle carrière.
Foto: © Matthew Lamb, uittreksel, onder CC BY-SA 2.0
op https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=49770243
Brawn kwam in de F1 via March in 1976 en werkte daarna voor Williams, Arrows en Lola-Haas. Zijn succesverhaal begon echter toen hij in 1991 overschakelde naar Benetton en er aan de grondslag lag van twee wereldtitels voor Michael Schumacher.
Toen Schumacher overging naar Ferrari, volgde Brawn en met de Italiaanse roden domineerde hij de eeuwwisseling. Van 1997 tot 2006 bleef hij bij Ferrari en voegde er nog vijf titels met Schumacher toe aan het palmares. In 2007 ging hij naar Honda en na het afhaken van de Japanners nam Brawn het noodlijdende BAR-Honda over en toverde het in het tussenseizoen om tot BrawnGP. Het team bestond maar één jaar, en in dat ene jaar pakten ze met Jenson Button de wereldtitel 2009. Daarna werd het team overgekocht door Mercedes, waar Brawn achter de schermen bleef werken tot 2013. Na een eerste sabbat neemt hij in 2017 bij Liberty Media rol op van technisch directeur voor de Formule 1.
Brawn vindt dat nu, na een carrière van 46 jaar, de tijd is gekomen om definitief met pensioen te gaan. Technisch ligt de F1 vast tot de komst van de nieuwe wagens in 2026. Brawn liet weten dat hij vanaf nu wedstrijden zal volgen “vanuit zijn zetel, net als ieder andere fan.”
