Centraal in de paddock staat het Energy Station waar de elektrische bolides worden opgeladen. De verantwoordelijke van dit laadproces stond ons te woord om hierover meer informatie te geven en sprak van 99,5% aan groene energie omdat de waterstof nog via een vrachtwagen met verbrandingsmotor naar het circuit wordt gebracht.
De elektriciteit wordt opgewekt door waterstof die met een certificaat van groene productie wordt aangeleverd. De waterstof komt via inox buizen naar de brandstofcel waar de elektriciteit via elektrolyse wordt opgewekt (de zware unit). Dan gaat het via een transformator (de paarse unit) naar het laadsysteem waarmee de wagens, door middel van een standaard aansluiting zoals deze voor straatwagens, van energie worden voorzien. Van de gecomprimeerde waterstof wordt ongeveer een 230 kg gebruikt tijdens een raceweekend. Het restproduct is water en dat zie je in de doorzichtige bak naast het Energy Station.
De batterijen van de racewagens worden binnen 45 minuten tot 80 à 85% opgeladen. Om ze volledig op te laden kost het te veel tijd. De opwarming van de batterijen en het laadsysteem dient echter goed gemonitord te worden. Als met te veel vermogen wordt opgeladen, wordt de batterij te warm. De temperatuur van de batterijen mag niet boven de 60 graden gaan, want dan schakelen ze in een veiligheidsmodus en kunnen ze niet meer worden opgeladen. Om de temperatuur onder controle te houden worden grote ventilatoren met droogijs gebruikt en een intern koelsysteem met koelvloeistof. Als dat niet voldoende is, wordt de oplaadkracht verlaagd.