Home > F1 > F1 Monaco: de buitengewone Grand Prix

F1 Monaco: de buitengewone Grand Prix

Foto ©: Flickr

Max Verstappen won de GP van Spanje, maar volgend weekend verplaatst de Formule 1 zich naar Monaco. Het circuit in Monaco staat bekend als een van de meest uitdagende circuits op de kalender. Maar wat maakt deze Grand Prix nu zo speciaal?

Is de Grand Prix van Monaco elk seizoen de spannendste race op de Formule 1-kalender? Zeker niet. Is het moeilijk om andere auto’s in te halen in de krappe straten van Monaco? Reken maar. Maar zijn er Grands Prix die interessanter zijn dan Monaco? Waarschijnlijk niet.

De traditie rond de race en zijn vroegere winnaars, de sfeer van de Cote d’Azur, de geschiedenis van het circuit en de uitdagingen voor de rijders maken de Grand Prix van Monaco tot een afspraak om elk jaar in mei te bekijken. Er wordt altijd geklaagd dat Monaco een saaie race is en dat de polesitter heel vaak de winnaar is – alhoewel van de laatste vijf edities driemaal iemand anders won dan de polesitter – maar de eerder genoemde elementen maken het gebrek aan drama vooraan meer dan goed.

Traditie

Monaco is de race die elke F1-coureur wil winnen. Drievoudig wereldkampioen Nelson Piquet, die nooit won in Monaco, zei ooit: “Een overwinning daar was twee overwinningen ergens anders waard.”

Piquet is niet de enige onder de wereldkampioenen die de beroemdste race op de kalender nooit heeft gewonnen. In feite, 14 van de 34 wereldkampioenen won nooit in Monaco. De moeilijkheid om de race te winnen, zelfs voor de beste rijders, maakt het alleen maar aantrekkelijker. Sommige rijders waren echter meesters in Monaco. Ayrton Senna won zes keer op het langzame circuit, terwijl Michael Schumacher en Graham Hill er elk vijf keer wonnen. Senna’s grote rivaal, Alain Prost, pakte vier overwinningen in Monaco.

De Grand Prix van Monaco wordt samen met de Indy 500 en de 24 Uur van Le Mans beschouwd als de Triple Crown. Graham Hill is de enige rijder die ze alle drie heeft gewonnen.

Sfeer

Geen enkele andere race kan tippen aan Monaco wat betreft de schoonheid van de omgeving. Tussenin de natuurlijke schoonheid van de Middellandse Zee en de Maritieme Alpen slingert het Circuit de Monaco door de nauwe straten van Monte Carlo.

Monaco is vooral bekend om zijn evenementen na sluitingstijd. Het is de meest glamoureuze race op de kalender en trekt veel sponsors en beroemdheden aan die een groot feest willen organiseren of ervan willen genieten. Maar hoe leuk alle extra’s rond de race ook mogen zijn, het hart van de race is het historische circuit.

Geschiedenis van het Circuit

De eerste Grand Prix van Monaco werd gehouden in 1929 en het circuit vandaag de dag is zeer vergelijkbaar met dat van de eerste race. De enige grote veranderingen zijn de toevoeging van het zwembad gedeelte en een uitbreiding van de laatste bocht. Het oorspronkelijke circuit was 3,18 km lang en door de wijzigingen is die afstand slechts 160 meter langer geworden.

Hoewel het gebruik van het circuit sinds de begindagen van het kampioenschap niet uniek is – Silverstone en Monza kunnen hetzelfde claimen – is het stratencircuit van Monte Carlo trouwer gebleven aan zijn oorspronkelijke vorm dan enig ander circuit uit het eerste decennium van de F1. Terwijl de auto’s, teams en rijders voortdurend veranderen, is het Circuit van Monaco een constant baken voor de sport.

Uitdagingen voor de rijders

Het is niet onmogelijk om een andere auto in te halen in Monaco, het is gewoon heel moeilijk. Veel passeren is niet hetzelfde als beter racen. Een spannende race kan ook een duel zijn tussen twee rijders zonder dat er wordt ingehaald. Door de korte rechte stukken van Monaco kunnen rijders niet alleen op hun DRS vertrouwen om voorbij de auto voor hen te komen.

Op de meeste andere circuits kun je, als je een passeermanoeuvre uitvoert en je mist, meestal gewoon een beetje wijd gaan en het de volgende ronde opnieuw proberen. In Monaco moet je echt werken voor iemand te passeren en ook je race riskeren. Een klein foutje eindigt in Monaco meestal met een auto in de vangrails.