Met één overwinning en twee opgaves verloopt het begin van het seizoen niet zoals gehoopt voor Max Verstappen (Red Bull). Met 25 punten heeft hij al een straatlengte achterstand op WK-leider Charles Leclerc (Ferrari), maar toch zijn er maar liefst 21 andere wereldkampioenen die dezelfde of zelfs een slechtere start kenden na drie races.
foto: © Red Bull
De eerste drie races voor Verstappen lijken niet veel slechter te kunnen gaan, maar één keer de geblokte vlag gezien en twee keer vroegtijdig de race moeten verlaten, is het verdikt voor de Nederlandse wereldkampioen. Toch betekend een slechte start niet noodzakelijk het einde van de titeldroom, want in 1960 en 1999 hadden Jack Brabham (Cooper Climax) en Mika Häkkinen (McLaren) exact hetzelfde voor, maar toch konden ze hun wereldkampioenschap verlengen.
Het kan erger
Hoe slecht de start voor Verstappen wel niet lijkt, toch zijn er zeventien andere wereldkampioenen die een slechtere start kenden. Sebastian Vettel (Aston Martin) was de recentste die slechter scoorde. Na zijn vierde wereldtitel in de Red Bull, kwam er een reglementswijziging waardoor de kampioenenwagen niet meer autoritair aan de top stond. Hij haalde 23 punten en werd dat jaar slechts vijfde in het kampioenschap.
Dat iedereen een slechte start kan hebben, zagen we zelfs bij zevenvoudig wereldkampioen Michael Schumacher (Ferrari). In 1996 haalde hij enkel een derde plaats in de tweede race en de andere kon hij niet finishen, terwijl in 2005 hij zelfs maar op plaats zeven en twee opgaves eindigde na drie races. Ook Ayrton Senna (McLaren) begon een seizoen slecht. Na zijn derde titel in 1991, startte 1992 desastreus met enkel een podium in de openingsrace en daarna volgden drie DNF’s.
Nul punten
Vijf keer slaagde een wereldkampioen er zelfs in om de eerste drie races zonder punten af te sluiten. De eerste die dat deed was Alberto Ascari in 1954. Na zijn tweede titel op rij bij Ferrari vertrok hij, ze het niet eens geraakten over zijn salaris. Hij koor ervoor om over te stappen naar Lancia, maar die wagen was niet klaar en kon enkel in de laatste race deelnemen. Hierdoor koos hij ervoor om twee races voor Maserati te rijden en toch nog één voor Ferrari. In elke race haalde hij de finish niet.
Het was daarna wachten tot 1980 met Jodi Scheckter. Ook hij won het kampioenschap met Ferrari, maar het jaar erna flopte hij volledig door de eerste drie races niet te finishen en enkel in de vierde race zijn enige punten van het seizoen te scoren.
Nelson Piquet (Brabham) werd in 1981 en ’83 wereldkampioen en iedere keer startte hij het volgende jaar de eerste drie races zonder de zwartwit geblokte vlag te zien. In 1982 had hij wel een snelle wagen, maar was hij niet betrouwbaar. Twee keer haalde hij de finish niet en één keer werd hij zelfs gediskwalificeerd. Zijn diskwalificatie kwam er omdat Renault en Ferrari protesteerden nadat hij de Braziliaanse GP (tweede race van het seizoen) had gewonnen. Beide teams claimden dat de Brabham van Piquet te licht was en na een onderzoek bleek dat ook zo. In 1984 was het nog erger, want toen haalde hij in de eerste zes races geen enkele keer de finish. In 1987 werd hij een derde keer wereldkampioen, maar toen startte hij in ’88 beter aan het seizoen met twee podia, toen met Williams.
De laatste wereldkampioen die in de eerste drie races geen punten kon scoren was Damon Hill (Arrows) in 1997. Nadat hij in 1996 wereldkampioen werd met Williams, vertrok hij het jaar erop. Er was veel interesse in hem door onder andere Ferrari, McLaren en Benetton, maar nergens was men bereid de som te betalen die hij vroeg. Arrows deed dat wel, maar het team had nog nooit een race gewonnen in haar 20-jarig bestaan. De wagen was helemaal niet competitief en gebruikte een nieuw soort banden, Bridgestone, maar die waren ook minder competitief dan de Goodyearbanden. Ook was de wagen niet betrouwbaar en eindigde Hill de eerste zes races zonder te finishen en pas in de negende race haalde hij zijn eerste punt.
Zeven andere keren haalde een wereldkampioen van het vorige seizoen ook geen enkel punt, maar dat was omdat ze ervoor kozen om na hun wereldtitel een sabbatjaar in te lassen of gewoonweg te stoppen op hun hoogtepunt. Deze rijders waren: Juan Manuel Fangio (1952), Mike Hawthorn (1959), Jochen Rindt (1971), Jackie Stewart (1974), Nigel Mansell (1993), Alain Prost (1994) en Nico Rosberg (2017)
Lijst van slechtste eerste drie races na wereldkampioenschap
rijder (team) | jaar | race 1 | race 2 | race 3 | punten (huidig puntensysteem) | |
1 | Nelson Piquet (Brabham) | 1982 | DNF | DSQ | DNF | 0 |
2 | Alberto Ascari (Maserati en Ferrari) | 1954 | DNF | DNF | DNF | 0 |
3 | Jodi Scheckter (Ferrari) | 1980 | DNF | DNF | DNF | 0 |
4 | Nelson Piquet (Brabham) | 1984 | DNF | DNF | DNF | 0 |
5 | Damon Hill (Arrows) | 1997 | DNF | DNF | DNF | 0 |
6 | Michael Schumacher (Ferrari) | 2005 | DNF | 7 | DNF | 6 |
7 | Jack Brabham (Cooper) | 1961 | DNF | 6 | DNF | 8 |
8 | Jim Clark (Lotus) | 1966 | DNF | DNF | 4 | 10 |
9 | Niki Lauda (McLaren) | 1985 | DNF | DNF | 4 | 10 |
10 | Ayrton Senna (McLaren) | 1992 | 3 | DNF | DNF | 15 |
11 | Michael Schumacher (Ferrari) | 1996 | DNF | 3 | DNF | 15 |
12 | Jacques Villeneuve (Williams) | 1998 | 5 | 7 | DNF | 16 |
13 | John Surtees (Ferrari) | 1965 | 2 | DNF | DNF | 18 |
14 | Mika Häkkinen (McLaren) | 2000 | DNF | DNF | 2 | 18 |
15 | Mario Andretti (Lotus) | 1979 | 5 | DNF | 4 | 22 |
16 | Sebastian Vettel (Red Bull) | 2014 | DNF | 3 | 6 | 23 |
17 | Nelson Piquet (Williams) | 1988 | 3 | 3 | DNF | 24 |
18 | Jack Brabham (Cooper) | 1960 | DNF | DSQ | 1 | 25 |
19 | Graham Hill (BRM) | 1963 | 1 | DNF | DNF | 25 |
20 | Jackie Stewart (Tyrrell Ford) | 1972 | 1 | DNF | DNF | 25 |
21 | Mika Häkkinen (McLaren) | 1999 | DNF | 1 | DNF | 25 |
22 | Max Verstappen (Red Bull) | 2022 | DNF | 1 | DNF | 25 |