De laatste weken is er nogal wat inkt gevloeid over de autosport in de media en zelfs de plaats van de autosport in de samenleving. Onze sport verdient zeker de nodige aandacht, zoals grote evenementen als de Ypres Rally en de 24 uur van Le Mans die recent ook kregen. Echter er moet een kanttekening gemaakt worden. Als de autosport zichzelf niet respecteert, kan ze moeilijk aanspraak maken op het respect van de buitenwereld en dat is een zeer spijtige vaststelling.
Respect dat verdien je en respect verdienen, is onder meer een kwestie van professionalisme. Een nationaal kampioenschap, zoals pakweg de eerste divisie in ons voetbal of de topklasse van het volleybal doen, om alles in goede banen te leiden, een beroep op integere en ernstige wedstrijdleiders, mannen en vrouwen die vanuit de passie voor hun sport bijdragen tot professionalisme die naam waardig. Dat zou zo ook in de autosport moeten zijn en zeker bij een nationaal kampioenschap als het Belcar Endurance Championship.
Autosportwereld.be heeft na afloop van de wedstrijden van het Belcar Endurance Championship afgelopen weekend de hand kunnen leggen op diverse (officiële) data en beelden waaruit blijkt, dat de regels in de autosport met de voeten worden getreden en dat de wedstrijdleiding daar (bewust) niets aan doet en dat is wraakroepend. We doen de zaak voor u uit de doeken.
Tijdens de wedstrijd op zaterdag werd na een dik kwartier de ‘Code 60’ uitgeroepen na een incident op de omloop. Zo’n code 60 houdt in dat de deelnemers maximaal 60 kilometer per uur mogen rijden, iets wat uiteraard makkelijk te controleren is aan de hand van de rondetijden. 60 km/u over een omloop van 4000 meter of 4 kilometer, is exact… 4 minuten over één ronde. Meerdere deelnemers gingen hier onder, zowel per sector als voor een volledige ronde, meestal met enkele seconden, maar met uitschieters tot 15 seconden per ronde voor een enkele deelnemer. Wij voeren hier niet het proces van zij die zich niet aan de regels hielden, dat gebeurt in iedere sport en bij uitbreiding de samenleving, maar de fout ligt vooral bij de wedstrijdleiding. Bovendien is het niet adequaat controleren alleen maar een incentive om vals te spelen, in alle geledingen van de samenleving.
De cijfers waarover wij beschikken, die heeft de wedstrijdleiding tijdens de race onmiddellijk ter beschikking en dus is ingrijpen zeer makkelijk. De straf voor dergelijke overtreding staat ook zwart op wit in het sportief reglement. In Le Mans volgden bestraffingen op dergelijke inbreuken (Slow zones) quasi onmiddellijk en al ware ze geautomatiseerd. Dat in Zolder tijdens het Belcar Endurance Championship die bestraffingen niet volgden geeft blijk van een verregaande gemakzucht en laksheid van de betrokken wedstrijdleiding. Wat de exacte drijfveren van de betrokken personen zijn, kunnen wij niet bepalen, maar de gevolgen zijn wel dramatisch voor de geloofwaardigheid van onze sport. Want naast het aspect van de veiligheid, een Code 60 volgt immers na een incident, zien ook sponsors, media en andere betrokkenen dat onze sport niet naar behoren geleid wordt en dat is gewoonweg nefast voor de geloofwaardigheid en dus de toekomst van de autosport.
Indien onze sport zijn plaats als ‘ernstige’ sport wil blijven behouden, moet er schoon schip gemaakt worden met dergelijke praktijken en liefst moeten de betrokkenen liefst vandaag nog uit hun functie worden ontheven.