Enkele weken geleden onthulde Autosportwereld.be dat er vanaf 2022 geen prototypes meer in Belcar zullen toegelaten worden. Dat nieuws was goed voor heel wat reacties en om te weten wat de betrokkenen van het kampioenschap zelf vinden, sprak Autosportwereld.be met Patric Derdaele (Belgium Racing), Bert Longin, Jim De Cock (Deldiche Racing), Mario Matlé (Totaalplan) en Bert Redant (Red Ant Racing). Dat de heren het niet noodzakelijk eens waren, is als een open deur intrappen…
“Ik hou enorm van Belcar, want dat kampioenschap heeft mij gevormd”, start Bert Longin. “De sterkte van Belcar is altijd de diversiteit geweest, iedereen moet kunnen deelnemen bij manier van spreken natuurlijk en ik denk dat je niet zomaar, zeker vandaag niet, een tiental auto’s vervangt, met de wetenschap dat je al niet met 40 wagens aan de start staat. Bovendien zijn de prototypes absoluut niet duur in runningkost en dat is vandaag de dag een troef.”
Mini Le Mans
Eenzelfde stem horen we uiteraard in het kamp van Deldiche Racing: “Belcar is een serie georganiseerd door Circuit Zolder, als zij dit de juiste beslissing vinden, dan is dit zo. Een kampioenschap zoals Belcar, heeft duidelijkheid, visie en eenvoud nodig. Het is hun product, en zij zouden hun klanten moeten kennen. Persoonlijk vind ik niet dat dit de juiste beslissing is, maar ik ben dan ook niet objectief. Als team met prototypes, zijn wij nooit gestart met Belcar in het achterhoofd, echter hebben wij met veel plezier en passie onze schouders onder het slabakkende Belcar kampioenschap gestoken en de commerciële waarde voor onze piloten in een Belgisch kampioenschap is niet te onderschatten. Puur als autosportfan spreekt de mix tussen de verschillende type raceauto’s mij enorm aan, sommigen zijn fan van de toerwagens, anderen van de GT’s of van de snelle proto’s. Het bracht een echt ‘endurance’ startveld op nationaal niveau met zich mee, een soort mini Le Mans op nationaal niveau.”
De stelling dat de verscheidenheid deel van de Belcar legacy uitmaakt, is zonder meer correct en uiteraard vormt het een risico om in de gegeven economische omstandigheden een goed deel van het startveld te weren.
Kans op ongevallen
Anderzijds zijn de tegenargumenten tweeledig, met in eerste instantie het debat rond de veiligheid. CN-prototypes zijn vandaag zo goed als de enige open wagens in de moderne racerij die niet over een HALO beschikken, daar waar ze bovendien samen rijden met veel zwaardere GT’s en prototypes. We hebben in de F1 recent nog gezien dat dit het verschil betekent dus dood en leven.
Bert Redant kaart dat als eerste aan: “Ik heb al verschillende keren aangegeven dat ik het gevaarlijk vind om deze open wagens tussen de gesloten racewagens te laten rijden. Vroeg of laat loopt dit fout af. Denk maar aan de crash van Tom Boonen met Kenneth Heyer in Assen einde 2019. De Mercedes-AMG GT was maar enkele centimeters verwijderd van Tom’s hoofd. Of Sam zijn crash in Assen dit jaar. Had die nog in de wagen gezeten…. We kunnen niet blijven met ons geluk spelen. De vraag is immers niet of het fout loopt met gekwetsten of erger, maar wanneer.” Dat de autosport een dergelijk incident als kiespijn kan missen, is uiteraard ook een waarheid als een koe…
Goed geanticipeerd
De tijdige communicatie van Circuit Zolder, meer dan een jaar op voorhand, maakt volgens Bert Redant en Patric Derdaele ook dat er voor vervanging van de prototypes kan gezorgd worden. “Ik hoorde in het verleden toch regelmatig van rijders dat zij de Belcar liever links laten liggen vanwege die proto’s. Dus hopelijk vinden die nu wel de weg naar de Belcar”, gaat Redant verder.
Patric Derdaele pleit ook voor een terugkeer naar toerwagens en GT’s en naast de bovenstaande argumentatie, gelooft hij ook dat de strijd nog beter wordt zonder de CN-prototypes.
Hoe dan ook, er zal nog veel water naar de zee vloeien, alvorens we zullen weten wat de effecten van de beslissing op het kampioenschap zullen zijn. Afspraak alvast begin mei in Zolder voor de eerste race van het nationale uithoudingskampioenschap met de prototypes!
