Na een wedstrijd die lang werd onderbroken, verraste Michael McDowell vriend en vijand met een zege in de 63ste editie van de Daytona 500.
Tekst Winter Soen – Foto: © NASCAR
De 63ste editie van de Daytona 500 startte onmiddellijk met ‘the big one’. Na vier ronden was er al een caution, nadat Derrike Cope de muur raakte en tien ronden later volgde dan de echt grote crash. Christopher Bell (Joe Gibbs Racing) duwde iets te hard in de achterkant van Aric Almirola (Stewart-Haas racing). Door de duw van Bell crashte Almirola in de muur en hij nam maar liefst 15 wagens mee. Heel wat grote namen zoals Kurt Busch, Joey Logano, Chase Elliot raakten ook betrokken bij de crash. Wat volgde was de rode vlag, waardoor sommige rijders hun wagen konden herstellen. Vervolgens vergalde de regen lange tijd het heropstarten van de race.
Strijd tot op de meet
Bij de herstart, na vijf uur wachten, bleef de race open en uiteindelijk zou een zeer late aanrijding tussen de teamgenoten bij Team Penske, Joey Logano en Brad Keselowski de race beslissen. Joey Logano en zijn teamgenoot Brad Keselowski gingen als leiders de laatste ronde in en bij het aansnijden van bocht drie sloot Logano de deur op Keselowski waardoor ze beide crashten en Michael McDowell, die dan net echter de leiders reed, de leiding kon overnemen.
In de laatste rechte lijn volgde nog een sprint tussen Chase Elliott (Hendrick Motorsports) en Michael McDowell (Front Row Motorsports – Ford). Michael McDowell kwam echter als eerste over de streep en won deze nacht de Daytona 500, meteen zijn eerste zege in NASCAR ooit. Chase Elliott (Chevrolet – Hendrick Motorsports), de regerende kampioen werd tweede, voor Austin Dillon (Richard Childress Racing – Chevrolet), Kevin Harvick (Stewart-Haas Racing – Ford) en Denny Hamlin (Joe Gibbs Racing – Toyota).
Volgende zondag (21/2) racet de NASCAR op de Road Course van Daytona.