Goed 18 jaar geleden kwamen twee Belgen op het idee om een bijzondere Amerikaanse wagen naar ons land te halen om er mee te racen in het Belcar kampioenschap. De racende carrossier Marc Vannerum en de teameigenaar van SRT, Patrick Selleslagh, kochten een Corvette C5.R, een Amerikaans racemonster, dat tot dan toe enkel in Le Mans en op Amerikaanse bodem te zien was. Zij waren de grondleggers van een ware Corvette mania…
Foto’s: © Jurgen Evers
General Motors had in de jaren ’80 en ’90 de vreemde politiek om het gebruik van de Corvette in de autosport eigenlijk af te raden. Met de komst van de vijfde generatie van de Amerikaanse legende kwam daar echter verandering in en eind jaren ’90 kreeg Pratt & Miller, een bedrijf uit Michigan, de opdracht om een GT-racer klaar te stomen. In 1999 maakte de bolide met onder de motorkap een 7 liter V8 C5-R van Katech, zijn intrede in de autosport. Hoewel het begin nog wat moeizaam was, behaalde de Corvette in 2001 een eerste van drie zeges in Le Mans. Verder zou het officiële team één algemene zege in Daytona (2001) scoren en 31 maal won Corvette de GTS-klasse in de American Le Mans Series. Van de C5-R zouden overigens twaalf exemplaren gebouwd worden, maar chassis #012 was eigenlijk de testbasis voor diens opvolger van de C6.R.
SRT doet het onmogelijke…
Waar Pratt & Miller initieel eigenlijk niet de intentie had om de C5-R te ‘commercialiseren’, zou een klein team uit Merchtem, in de Vlaamse rand rond Brussel, er toch in slagen om een exemplaar van de indrukwekkende bolide naar Europa te halen. In de winter van 2002-2003 kwam het chassisnummer #007, een auto die nooit eerder geracet had, richting België. Naast teameigenaar Patrick Selleslagh en de gentlemen driver Marc Vannerum, speelde ook de Belgische tak van het Amerikaanse Sara Lee Corporation een rol in het project en dat in de persoon van Jorgen van hellemont. Het seizoen startte echter dramatisch want nog voor de eerste wedstrijd zette Vannerum de auto in de muur tijdens een donderdagse test op Circuit Zolder. Het seizoen was er ook één van vallen en opstaan, maar Patrick Selleslagh en Marc Vannerum scoorden wel twee algemene podia in het Belcar kampioenschap, tweemaal op Spa-Francorchamps. In de 24 uur van Spa, met naast de vaste rijders ook Fred Bouvy en Alain Corbisier, kwam de auto als 18de over de meet.
Voor het seizoen 2004 zetten zowel teameigenaar Patrick Selleslagh als Marc Vannerum een stap opzij en voor het Belcar kampioenschap werd een beroep gedaan op Marc Goossens en Franz Lamot. Vooral Goossens vond zijn draai in de Amerikaanse bolide, getuige zijn zeven opeenvolgende poleposities. In de wedstrijden bleef het moeilijk, met uiteindelijk drie podia, waarvan het laatste voor Marc Goossens en Patrick Selleslagh die eenmalig zijn comeback maakte.
…en wordt stilaan onklopbaar
In 2005 vegen diezelfde Marc Goossens en de Nederlander David Hart de vloer aan met de concurrentie en ze winnen op een schaarse uitzondering na alle wedstrijden in ons land. Samen met Jan Heylen en Guy Verheyen schrijft SRT ook de 24 uur van Zolder op zijn naam en dat na een schitterende wedstrijd waarin het kwartet maar liefst zeventien ronden goed maakte na een ongeval rond middernacht. Uiteraard ging ook de nationale titel naar het team van vader en zoon Selleslagh. Internationaal maakte SRT al indruk tijdens de 24 uur van Spa met een knappe achtste plaats voor Jos Menten, Marc Duez, Eric Cayrolle en Bruno Hernandez.
Ondertussen was SRT ook actief in het Franse FFSA GT en het team ging over tot de aankoop van een tweede C5-R, met chassisnummer #005. In 2006 won het team opnieuw de 24 uur van Zolder, met Tom Cloet, Maxime Soulet, Marc Duez en David Hart en zonder een forfait voor de laatste race, als gevolg van een clash met het FFSA-GT, zou SRT ook weer de nationale titel behaald hebben. SRT nam echter één race vroeger afscheid van het nationale kampioenschap met een schitterende dubbel in Francorchamps. Christophe Bouchut en Jan Heylen haalden het voor Maxime Soulet en Jos Menten.
De tijd is gekomen
In 2007 combineerde SRT de FIA GT (onder meer drie zeges in de Citation Cup) met het Franse GT-kampioenschap. Een tiende plek in de 24 uur van Spa voor Steve Vanbellingen, Marc Duez, Maxime Soulet en Damien Coens toonde dat de oude dame nog niet versleten was.
Echter de tijd van de C5-R was gekomen en vanaf 2008 deed SRT het met de Corvette C6.R (chassis #006). In mei 2008 behaalde het team met die wagen in handen van Christophe Bouchut en Xavier Maassen een eerste algemene zege in de FIA en dat verhaal leest u hier: