Met de wedstrijden in Val Thorens viel afgelopen weekend het doek over de Trophée Andros 2021. Enzo Ide wist zich er voor het eerst te kwalificeren voor de Superpole en maakte sinds zijn debuut in Serre-Chevalier stevig progressie.
Foto’s: © Trophée Andros – Bade
Enzo Ide maakte deze winter zijn debuut in het in de Franse Trophée Andros met een DRP AS1 van het team DRP (Ducastel Race Performance), bestaande uit meerdere voormalige medewerkers van WRT. De eerste ervaring beviel hem erg goed en Enzo Ide werkte na Serre-Chavalier ook Lans en Vercors en Val Thorens, de finale van het kampioenschap, nog af en liet meteen ook zien dat hij ook op ijs zijn mannetje kan staan.
“Het was een ontdekkingstocht, zeker omdat het ook een nieuw team betrof, met een nieuwe auto”, doet Ide zijn verhaal aan Autosportwereld.be. “Zo hebben we in het begin moeten zoeken naar de juiste afstelling en bleek dat we met een te zachte afstelling reden, met te weinig bandendruk. Dat is dan aangepast en de progressie doorheen de weekends was duidelijk. Ik heb in de laatste wedstrijden onder meer tweemaal aan de Superpole kunnen deelnemen, met de top 6 van de deelnemers en mijn rondetijden waren vergelijkbaar met de andere deelnemers. Als je weet dat ik als enige buitenlander, zonder ervaring dan nog, tussen geroutineerde Fransen zat, dan mag ik best tevreden zijn, ook met het werk dat het team verricht heeft. Deze competitie is ontzettend complex, niet alleen vanwege het rijden op ijs, maar ook omdat je met heel wat parameters moet rekening houden. Zo verandert de piste regelmatig en daar moet je rekening mee houden.”
Enzo Ide werkt nu aan een programma in rallycross, maar meer daarover volgt.
