In de 70-jarige geschiedenis van SEAT heeft de compacte sportieve auto onafgebroken een belangrijke rol gespeeld: prestaties en rijgedrag van een sportieve auto, in het juiste formaat en voor de juiste prijs, met de verwachte veiligheid. SEAT ontdekte al heel vroeg dat sportieve wagens de deur openen naar het hart van een jonger publiek.
(persbericht/bewerkt)
Om voor elk tijdperk de juiste sportieve auto te ontwerpen is het onontbeerlijk om je aanbod volledig af te stemmen op het publiek. En radicaal te veranderen wanneer dat nodig is. Terwijl 60 jaar geleden coupés een heuse rage waren, zijn vandaag zelfs driedeursmodellen zo goed als verdwenen. Dit is een kort overzicht van een aantal SEAT-modellen die over de voorbije decennia symbool stonden voor de Spaanse sportieve automarkt en werden gegeerd door al wie jong van hart was, ongeacht de leeftijd.
SEAT 850 Coupé: met een zuiders hart
In 1967 werd een van de eerste echt ambitieuze in Spanje geproduceerde auto’s geboren: de 850 Coupé, een evolutie van de SEAT 600. De motor lag achterin, de aandrijving werd aan de achterwielen toevertrouwd en hij had slechts 2+2 zitplaatsen. De motor had een vermogen van 47 pk, bij een voor dat tijdperk hoog toerental van 6.200 t/min. Gecombineerd met zijn gestroomlijnde silhouet kon hij zo 140 km/u halen. Het was de eerste SEAT met schijfremmen op de vooras. Met een gewicht van 720 kilo waren wendbaarheid en rijpret gegarandeerd.
SEAT 1200 Sport: het feest gaat verder in nieuwe richting
In 1975 kwam uit het gloednieuwe SEAT Technical Centre de SEAT 1200 Sport: het eerste exclusieve, zelf ontworpen model van het merk. De stijl kwam uit de pen van Aldo Sessano, een getalenteerde Italiaanse designer. Het koetswerk werd gebouwd bij Inducar, een bedrijf dat werd geleid door Antoni Amat. Het Technical Centre moest de overlangse motor van de SEAT 124 in een overdwarse architectuur inplanten (gekanteld onder een hoek van 16 graden om te passen). In die nieuwe indeling moest bovendien een versnellingsbak komen die het koppel kon verteren. De opdracht werd volbracht. De coupé kwam oorspronkelijk op de markt met de motor van 1.197 cc (67 pk) en kreeg de naam SEAT 1200 Sport. Het was de peetvader van een resem aan modellen als de SEAT Sport 1430 (“Bocanegra”) en de SEAT Fura, later hernoemd naar de Fura Crono.
SEAT Ibiza SXi: een injectie van moderniteit
De Ibiza de doorbraak van SEAT als een topmerk, want hij betekende een sprong naar de moderniteit. In deze eerste generatie werden de talenten verenigd van de geniale designer Giugiaro, van Porsche als motorontwikkelaar en van Karmann in de industrialisering. De sportieve versie van de Ibiza kwam er vier jaar na zijn lancering, met de toepassing van benzine-injectie op de bestaande 1,5-liter motor. Het bracht het vermogen van 85 pk van de carburatorversie naar 100 pk. De naam van deze sportieve variant was SXi, waarbij de “i” verwees naar de injectie en de “X” naar het dubbele remcircuit in een X-vormige opstelling. Dat was een belangrijke verbetering voor de veiligheid, die ook gepaard ging met geventileerde schijven vooraan, om het remsysteem aan te passen aan de krachtiger prestaties van deze kleine sportieve auto. Het vormde de basis voor de ontwikkeling van de SEAT Ibiza GTI en de SEAT Ibiza FR.
Vandaag, in 2020, zet de vijfde generatie van de Ibiza de traditie verder door FR-versies aan te bieden met die sportieve toets. De huidige Ibiza FR heeft een 1.5 TSI-motor van 150 pk, maar SEAT biedt ook een Ibiza 1.0 FR van 110 pk voor wie enkel op zoek is naar de wendbaarheid van zijn chassis of naar meer imago. Vandaag voegt deze SEAT ook veiligheid en comfort toe. Met vijf deuren om in te stappen, zoals het publiek dat vandaag wenst, met full-ledverlichting, file-assistentie, automatisch remmen, een adaptieve snelheidsregelaar, vermoeidheid-herkenning, draadloze gsm-lader met signaalversterking of DSG-hendels toe. Ware sciencefiction voor de trotse bestuurder van de 850 Coupé van destijds, die zich nooit had kunnen inbeelden wat er vandaag allemaal in een sportieve SEAT zit.