De jonge Brusselaar werd negende van het seizoen 2020 van de Eurocup Formula Renault en haalde niet de doelstellingen die hij zich in het begin van het jaar had gesteld. Hij is al even teleurgesteld als zijn partners en supporters zich ongetwijfeld voelen. De kelk, die moest hij ledigen tot de bodem met de laatste, meer dan ooit, zwarte weekends waarin hij geplaagd werd door motorproblemen en een aanrijding. En nochtans kon hij overal, behalve dan in Zandvoort waar het hele Arden team problemen kende, zijn overduidelijke snelheid aantonen.
(persbericht)
Het doek is op Le Castellet gevallen over het kampioenschap van de Eurocup Formula Renault. Ugo hoopte in schoonheid te kunnen eindigen met een vierde podium op een circuit waarop hij in het verleden ook al succes kende. Maar hij moest zich tevreden stellen met een bescheiden 8ste en 11de plaats die helemaal niet de goede vorm weergaven die hij had laten zien in de trainingen op donderdag en vrijdag. “Ik weet dat het afgezaagd klinkt, maar nog maar eens een keer werd ik geplaagd door pech”, troost de Brusselaar zich. Het werd een mager resultaat gezien hij vorige afspraken op prachtige manier twee podia had gescoord op Spa. Het waren, met inbegrip van Barcelona, de enige lichtpuntjes in een overigens zeer donker jaar…
Motorproblemen sedert Imola, een sluitring was kapot…
Even herhalen wat er eerder gebeurde. Op Imola, in het voorprogramma van de F1, kende Ugo een probleem bij het aanvangen van de tweede kwalif op zondag. Door een “bug” zat hij geblokkeerd in vierde versnelling en moest hij drie kostbare rondes uitzitten in de pit waardoor hij zijn banden niet kon opwarmen voor hij een eerste ronde kon rijden. Na een snelle “reset” in de pit kon hij op enkele rondes toch nog een zesde tijd zetten. Maar hij kloeg daar al dat zijn motor niet goed was en dat hij systematisch minder snel was in topsnelheid dan zijn ploeggenoten. Dat werd nogmaals bevestigd in die race, waarin hij vijfde eindigde. “Ik kon zelfs niet voorsteken in de slipstream terwijl mijn ploeggenoot gemakkelijk kon inlopen op de rechte lijn.”
De week daarna, in Hockenheim, dezelfde vaststelling: met gelijke aerodynamische afstellingen verliest hij zes kilometer per uur op Reshad De Gerus in de rechte lijn, en 3 km/u op Alex Quinn. Bij het opschakelen, viermaal per ronde, is Ugo steevast de traagste van de 19 rijders die aanwezig zijn! En desondanks kwalificeert hij zich op 5 tienden van de pole… Helaas treuzelt de teambaas echter tot zondagnamiddag om een beslissing te nemen die zich al opdrong sedert Italië. De motorleverancier Oreca kan de vinger niet op het probleem leggen en dus wordt het Renault motorblok vervangen. Bij het uit elkaar halen, ontdekt men een kapotte sluitring in de motor. Het is echter al te laat. Hij start als tiende in de eerste race en wordt aangetikt in de eerste bocht door een onhandige deelnemer. De schuldige wordt bestraft maar voor Ugo is de race afgelopen. Bovendien moet hij betalen voor de schade aan de wagen. In de tweede race start hij als 11de en eindigt hij als 8ste. Er is weinig te beginnen wanneer je middenin het pak moet starten, zeker in deze races waarin de jonge wolven op slechts een paar tienden van elkaar rijden en waar je neerwaartse druk verliest op de wagen eens je je voorganger van te dichtbij volgt. Zijn ingenieur heeft tenminste het fatsoen om zich te verontschuldigen. “Die motor had eerder moeten vervangen worden”, bekent Jack.
Slechte strategie en kwalificatie op Le Castellet
Alle hoop wordt dus gevestigd op de finale in Le Castellet. En het begint in alle geval goed! Donderdag, in de vier uur durende vrije sessies, is Ugo de snelste op regenbanden en klokt hij de vierde tijd, op 291 duizendsten van de besttijd op het droge. Dat belooft. Vrijdag, om 8 uur in de ochtend en met het mes tussen de tanden, is hij de snelste in de eerste twee sectoren voordat hij even rondgaat. Niets ergs, ware het niet dat zijn wagen niet opnieuw opstart. Er is een probleem met de batterij. Eens in de pits aangekomen en nadat de sessie werd hernomen, gaat iedereen op nieuwe banden, behalve…Ugo en zijn teamgenoot Alex Quinn. Er blijft dus nog de tweede sessie om de kwalificatie voor te bereiden van de namiddag. Maar al na één ronde komt Ugo terug naar de pits. Hij zit opnieuw vast in een versnelling. Er is een klein halfuur nodig om het defect te herstellen: een sensor in de versnellingsbak is stuk. Er blijven nog twintig minuten te gaan en hij krijgt nieuwe banden en…nieuwe remschijven die hij nog moet inrijden!
En dan is het tijd voor de eerste kwalificatiesessie. Het
heeft net geregend. De rijders gaan op weg met slicks op een opdrogende baan. Dan
weet je al vooraf dat alles zal aankomen op die allerlaatste ronde. De goede
strategie is dan om bij de allerlaatsten te zijn die over de finishlijn gaan en
dat lukt voor het ART team en voor Alex Quinn…maar niet voor Ugo. Hij kreeg
zijn wagen niet aan de start om zich naar de pre-grid te begeven omdat er
opnieuw een probleem was met de batterij. En daarna stuurt men hem te vroeg de
baan op zodat hij al bij de eersten was om over de finish te gaan op het einde
van de sessie. Het werd dus een teleurstellende 11de plaats.
“De bandendruk en de afstelling waren niet aangepast. De wagen gleed teveel.
Ik kon echt niet sneller gaan.” Ugo speelt dan zijn laatste kaarten uit in
de tweede kwalificatie. In het midden van de sessie staat hij nog op de eerste plaats,
maar plots zou alles als een pudding in elkaar zakken door twee oproepen via de
radio van zijn ingenieur. “Ik was de sessie gestart in het kielzog van mijn ploeggenoot
Quinn. Daarna vroeg men mij om wat meer afstand te nemen om zeker niet te
worden gehinderd. Maar toen ik dat deed passeerde plots mijn andere teamgenoot
Reshad, die ik had gedubbeld. En dat was het begin van meer problemen. Op
enkele bochten van de finishlijn was ik snel. Ik zou een vierde of vijfde tijd halen
maar mijn ingenieur zei me te vertragen. Ik maakte de fout te luisteren. Plots had
ik dan alle druk op mijn schouders om alles goed te maken in de allerlaatste
ronde, en maakte ik een fout in bocht 12. Het resultaat was een tiende plaats.
Een echte nachtmerrie! Mijn ideale tijd toonde me in vierde positie…”
En nog een bug in de laatste wedstrijd…
Het spel was bijna afgelopen. In race 1, na mooie inhaalmaneuvers op Hadrien David en Michael Belov, klasseerde Ugo zich als achtste, terwijl op zondag hij er werd uitgereden door een andere deelnemer en zich moest tevreden stellen met een 11de plaats. “Ik had geen enkel raceritme. Ik was opnieuw het slachtoffer van een motorprobleem. Telkens ik schakelde, was er die bug. Nog maar eens! Mijn ingenieur zei me nog na de wedstrijd dat het spijtig was, want zonder die bug zat mijn ritme goed.” Het was het derde probleem van dat weekend, en de zesde mechanische pech in het seizoen, dat al begon met een panne in de allereerste ronde van de eerste kwalificatiesessie van de eerste race in Monza. Het verplichtte hem een spectaculaire inhaalrace te rijden van de 18de naar de 8ste plaats. En de dag daarna was er al een grote crash, waarvan Ugo een van de slachtoffers was en wat een opgave betekende in de eerste ronde. “Zes technische problemen waarvan drie in de kwalificaties en een in de race, en driemaal aangereden. Dat zijn veel incidenten op een enkel seizoen. En dan heb ik het er nog niet over dat onze afstellingen zich zelden verbeterden gedurende het weekend. Bijvoorbeeld op de Nürburgring, waar ik in de eerste trainingen op oude banden een tweede tijd zette, op twee tienden van de toekomstige kampioen. Een tijd die ik daarna, met een auto die niet draaide, op het hele weekend nooit meer kon benaderen op nieuwe banden.”
De fout van het Coronavirus
Hoe moet je dit gebrek aan succes uitleggen? Zoveel pech, zoveel verschillende afstellingen, zoveel breuk en op het einde van het seizoen mindere prestaties en een seizoensfinale die zo frustrerend was, laten een bittere nasmaak voor onze jonge landgenoot.
“Ik denk dat het Coronavirus duidelijk in het nadeel heeft gespeeld van Ugo, en dat voor drie verschillende redenen”, legt zijn coach uit. “Op het moment dat hij tekende voor de heer Horner, was Ugo de enige bij dat team die voor een tweede seizoen ging. Logisch gezien zou hij de eerste rijder geweest zijn, naast de twee rookies Reshad de Gerus (n.v.d.r: de vice-kampioen van Frankrijk in de Formule 4, die ook zijn deel van de tegenslag kende en slechts zelden zijn ware potentieel kon tonen) en Jackson Walls. Maar in de maand maart kon de Australiër niet reizen, en hij verbrak zijn contract. En plots haalde Arden Motorsport hun huisrijder binnen als zijn vervanger: Alex Quinn. Die had vorig seizoen al drie wedstrijden met hen gereden, is een Engelsman, een rijder die al onder contract stond bij Horner en de coach van de Formule 4 rijders bij Arden Motorsport. Aangezien hij ook zeer snel is werd hij algauw de leider in het team, de rijder waar men naar luistert als het op afstellingen aankomt. Het was al een redelijk bevooroordeelde situatie, met de Arden teambaas die twee petten opzette, maar tegelijk was hij ook nog eens de ingenieur van Quinn, wiens rijstijl helemaal anders is dan die van Ugo.”
“De tweede reden is dat omwille van Covid-19, Renault vier wedstrijden schrapte waar Ugo een zeer groot voordeel zou hebben omdat hij er al gereden had: Silverstone, Abu Dhabi, Budapest en vooral Monaco. En tenslotte, de crisis die door de pandemie werd teweeg gebracht, kostte ons heel wat sponsors. Het team toonde begrip en leverde een grote inspanning opdat Ugo het seizoen zou kunnen uitrijden. Daar danken we hen voor. Dat is ook het bewijs dat ze tevreden waren over hun rijder. Maar het plaatste ons niet in een sterke positie. Als je veel minder geld binnen brengt dan voorzien, dan kan de geleverde service logischerwijze moeilijk dezelfde zijn. Iedereen deed besparingen. Een voorbeeld? Nadat het team op de bodem zat in Zandvoort, met een dikke nul punten op de rekening, werd er de aanwezigheid gevraagd van een echte team-manager, om zo de ingenieur wat te ontlasten die tot dan toe manusje van alles was. Die wens van ons werd ingelost, maar enkel maar op Barcelona, waar alles wonderbaarlijk genoeg, plots wél goed liep. Het was dus zonder twijfel een probleem van ingezette middelen.”
Terugkeren in 2021
Om te besluiten, nogmaals een dikke dankjewel aan al diegenen die Ugo hebben gesteund, zij het financieel of moreel, en dat tot helemaal op het einde. “Ik ga nu wat tijd nodig hebben om dat allemaal te verteren”, bekent Ugo, die vrijdag 20 november zijn 18de verjaardag viert en nu al de ervaring heeft van 101 starts in de autosport, met 10 algemene overwinningen, drie in de klasse, en 27 podia. “De passie blijft behouden en binnen enkele weken, kunnen we beginnen denken aan wat we kunnen doen om in 2021 helemaal terug te zijn. Ik ga zeker niet alles laten vallen omwille van één slechte ervaring. En bovendien was het ook niet allemaal kommer en kwel. Er zaten ook superweekends. Het voorprogramma van de 24 Uren van Spa, mijn podium in de regen op Barcelona, mijn kennismaking met een prototype op Le Mans, waar ik de wedstrijd leidde en de beste rookie was. En niet te vergeten: mijn zege en de titel in Belcar 2, op de Porsche van John De Wilde. Of ook nog mijn twee schitterende resultaten in de VW Fun Cup met het team M3M van Jean-Luc Dubois. Door gebrek aan middelen zal de bladzijde van de eenzitter voor mij worden omgeslagen. Mijn droom om in de F3 FIA te rijden zal niet gerealiseerd worden, al heb ik absoluut het niveau om er mee te dingen. Maar er zijn zoveel andere mooie dingen te doen in de autosport. Mijn doel blijft onveranderd: ik wil een professionele autosporter worden. Het is nu aan mij om investeerders te vinden die me willen helpen om het avontuur verder te zetten. Ik heb goed geluisterd naar de boodschap van Lewis Hamilton afgelopen zondag. Je moet in je dromen blijven geloven, en nooit opgeven. Niets is onmogelijk. Werk en volharding zullen altijd opbrengen. Dus gaan we er in blijven geloven. Mijn excuses voor het lange verhaal, maar ik had eens de behoefte om te vertellen wat er op mijn hart lag. Aan iedereen prettige eindejaarsfeesten toegewenst in deze bijzondere omstandigheden, en zorg goed voor uzelf.”