Home > F1 > 70 jaar geleden: de Grote Prijs van België 1950

70 jaar geleden: de Grote Prijs van België 1950

De viering zal wellicht nog even worden uitgesteld, maar op 18 juni zal het 70 jaar geleden zijn dat het Formule 1 wereldkampioenschap voor het eerst naar België kwam, op het oude circuit van Francorchamps.

(foto: archief W.Bouchez)

De kersverse “Formule 1” had ook de Grote Prijs van België op de eerste jaargang van de kalender van hun kampioenschap gezet. En dus zakten rijders en teams af naar de oude omloop van Francorchamps. Van de start, in de afdaling naar Eau Rouge ging het toen over de Raidillon naar Kemmel, boog dan af via Burnenville en Malmedy, doorheen de knik van Masta naar het keerpunt in Stavelot. Via de snelle waaiers van “La Carriére” ging het zo, uiteraard geheel chicanevrij, naar Blanchimont en La Source. Het waren andere tijden. Het circuit was razendsnel en gevaarlijk. En de wagens, hoewel ze maar een fractie van de huidige technologie en veiligheidsvoorzieningen hadden, waren niet bepaald slakken: Luigi Fagioli werd er geklokt aan 303 km/u doorheen Masta. Bepaald indrukwekkend!

De onoverwinnelijke Alfetta

De eerste startrij (toen nog drie wagens wijd), werd gedomineerd door de Alfa Romeo’s met Giuseppe “Nino” Farina voor Fangio en Fagioli, ondanks de komst van de nieuwe 275 van Ferrari, die in handen van Villoresi en Ascari niet verder kwam dan een vierde en een zevende startplaats. De poletijd van Farina bedroeg 4’37”… Alfa Romeo stak al het gehele seizoen met kop en schouders boven de concurrentie uit. Farina won de opener van het kampioenschap, de Grote Prijs van Europa op Silverstone en de Zwitserse Grote Prijs op het moeilijke en gevaarlijke circuit van Bremgarten. Fangio won in Monaco. Indianapolis stond ook op de F1 kalender, maar dat was een Amerikaans feestje dat weinig belang had voor de wereldtitel.

Voor alle duidelijkheid, de renstal had niet in de verste verte iets te maken met het team dat men heden ten dage als “Alfa Romeo” wil voorhouden. Dit waren rijders en machines van het Alfa Corse fabrieksteam. Ze reden de tipo 158, die al in 1937 werd ontworpen door de legendarische Gioachino Colombo, topontwerper voor Alfa en Ferrari. Na de oorlog werden de wagens bijgeschaafd en de “Alfetta”, oorspronkelijk ontworpen voor de “voiturette” klasse (de tweede divisie zeg maar) werden onoverwinnelijke machines in de beginjaren van de F1.

Fangio wint, Sommer schittert, Farina redt de meubelen

Na de start sloegen de Alfa’s een gat met de rest van het veld. Maar de Italiaanse bolides slokten wel talloze liters benzine op met deze tactiek. Een pitstop was dus nodig en terwijl de Alfa’s werden bijgevuld ging de onvermoeibare Fransman Raymond Sommer aan de kop met zijn blauwe Talbot Lago. Vijf ronden hield hij het vol, toen kwamen de lichte en krachtige Alfetta’s weer voorbij. Sommer vestigde zijn hoop op een onvermijdelijke tweede brandstofstop van de Alfa’s. Of hij had kunnen winnen zullen we nooit weten want enkele ronden later ging de motor van de Talbot in rook op. De race, die werd verreden in warme en droge omstandigheden, werd uiteindelijk gewonnen door Fangio. De Argentijn hield een sterke Fagioli, helemaal in zijn element op de snelle piste van Francorchamps, na 35 rondes uiteindelijk 13 seconden achter zich. Verrassend was de derde plaats van privérijder Louis Rosier, die de eigen Talbot Lago op het podium zette. En Farina, die scoorde een vierde plaats plus het puntje van de snelste raceronde. Dat leverde hem een kostbare vier punten op waardoor hij naar de volgende race, de Franse Grand Prix in Reims op 2 juli vertrok met 22 punten op zak. Fangio zette zich met zijn tweede zege van het seizoen op een totaal van 17 punten. Met enkel nog de Franse en de Italiaanse Grote Prijzen in het verschiet zou het voor Alfa Romeo nog een boeiende zomer worden.

Er deed trouwens ook een Belg mee in die allereerste Grand Prix van België die meetelde voor het WK. Johnny Claes was een Engelsman, met een Belgische vader. Hij was in Engeland een gekend orkestleider en jazz trompetist. Ook in de openingsmanche op Silverstone stond hij er al, hij werd toen elfde op zijn Talbot-Lago. Claes droomde ervan een Belgisch Grand Prix team op te zetten en reed voor zijn “Ecurie Belge”. Na een tiende stek in Bremgarten en een zevende in Monaco haalde hij in “zijn” grand prix uiteindelijk een achtste plaats.

MEER LEZEN?