Porsche introduceerde de 911 Targa op het internationale autosalon van Frankfurt in september 1965. De Targa was geen cabriolet of coupé, geen wagen met hard-top noch een sedan, maar iets geheel nieuws: de eerste cabriolet ter wereld met een rolbeugel. Het Targa-concept was het startsein voor een totaal ander soort rijervaring en zou niet alleen in de 911 worden toegepast, maar ook in andere modellen, zoals de 914 of de Carrera GT.
Vernoemd naar de Targa Florio
Met het nieuwe concept reageerde Porsche op de verhoogde veiligheidseisen voor open auto’s op de Amerikaanse markt. Bij het kiezen van een naam voor het model werd er gekeken naar racecircuits waar Porsche bijzonder succesvol was, wat al snel leidde tot Targa Florio – de wegwedstrijd in Sicilië waar Porsche sinds het midden van de jaren vijftig grote successen behaalde. Even werd er gesproken over “911 Flori”, totdat hoofd van de binnenlandse verkoop, Harald Wagner, op het antwoord stuitte door de vraag te stellen: “Waarom noemen we het niet gewoon Targa?” De Italiaanse term betekent ook “nummerplaat”, maar volgens de legende kwam dit pas aan het licht toen de copywriters aan de verkoopbrochure werkten. In augustus 1965 vroeg Porsche een patent aan op het Targa-concept en vanaf de herfst van 1966 vulde de Targa de Coupé voor de 911, 911 S en 912 aan. Vanaf de nazomer van 1967 konden de Targa-modellen ook optioneel worden besteld met een vaste en verwarmde achterruit van veiligheidsglas in plaats van de neerklapbare kunststof achterruit. Een oplossing die een jaar later de standaarduitrusting werd en tot 1993 een kenmerk van de Targa bleef.
Een reeks Targa-opties voor de G-serie modellen
De Targa bleef ook een vaste waarde in het productassortiment voor de tweede 911-generatie, de G-serie modellen, gebouwd vanaf de late zomer van 1973. Er werden geen wijzigingen aangebracht in het Targa-dakontwerp. De rolbeugel tot dan in geborsteld roestvrijstaal, was nu ook verkrijgbaar in het zwart. Zelfs toen de 911 SC Cabrio in januari 1983 in het assortiment werd opgenomen, bleef de Targa een constante – zelfs na het einde van de G-serieproductie in 1989.
Type 964: de Targa blijft een klassieker
In het najaar van 1988 introduceerde Porsche de eerste vierwielaangedreven 911, de Carrera 4 Type 964, waarmee we aan de derde generatie van de iconische sportwagen uit Zuffenhausen aankomen. Porsche behield de klassieke carrosserievorm van de 911, maar 85 procent van alle onderdelen was nieuw. Slechts een jaar later was er ook een variant met klassieke achterwielaandrijving beschikbaar in de vorm van de 911 Carrera 2 en alle drie de carrosserietypen konden worden besteld: Coupé, Cabriolet en Targa. De 911 Carrera 2 Targa en 911 Carrera 4 Targa, gebouwd tot 1993, hadden nog steeds de klassieke Targa-rolbeugel en het verwijderbare middengedeelte. In totaal werden er 87.663 Targa-modellen gebouwd van de eerste drie 911-generaties.
Glazen dak voor de 911 Targa Type 993
De vierde generatie van de 911, het type 993, werd in het najaar van 1993 geïntroduceerd, met uiteraard een nieuw koetswerkdesign. Voor het eerst waren de voorvleugels breder en aanzienlijk platter en de achtervleugels waren ook breder en liepen in een rechtere lijn naar achteren. Naast uitgebreide verbeteringen aan de motor en het chassis, zagen we voor de Targa niet langer de rolbeugel. Het dak, gemaakt van getint warmte-isolerend glas, was nu omsloten door een longitudinale veiligheidsstructuur. Verdeeld in elektrisch bewegende segmenten, opende het soepel met een druk op de knop en trok het achter de achterruit in als ware het een groot schuifdak. De belangrijkste voordelen van de nieuwe oplossing waren onder meer verminderde windgeluiden en toch een zonovergoten interieur als het dak gesloten was.
Type 996 – een nieuwe achterklep voor de Targa
Porsche presenteerde in 1997 de vijfde 911-generatie met de 911 Carrera Type 996. Deze werd volledig opnieuw ontworpen en vertrouwde voor het eerst op watergekoelde zescilinder-boxermotoren. De Targa was vanaf december 2001 leverbaar naast de Coupé en Cabriolet. Net als zijn voorganger had de 911 Targa een elektrisch bediend glazen dak, nu met een oppervlakte van meer dan 1,5 vierkante meter. Nooit eerder was er zoveel glasoppervlakte geweest in een Porsche 911. De nieuwe Targa was ook de eerste 911 met een achterruit die opklapbaar was. Dit maakte het gemakkelijk om toegang te krijgen tot het achterste opbergvak met tot 230 liter opbergruimte om koffers, tassen of andere bagage te laden.
Type 997 – lichter glas en voor het eerst twee varianten
In september 2006 werd de 911 Targa type 997 voorgesteld. In principe had deze hetzelfde Targa-dakontwerp als de voorganger, maar met een extra praktische achterklep. Het gebruik van speciaal glas maakte het mogelijk om het gewicht met 1,9 kg te verminderen, en vooral de hoogglans gepolijste aluminium strips langs de dakranden waren opvallend. Bovendien was de 911 Targa nu alleen nog verkrijgbaar in de twee vierwielaangedreven varianten – de 911 Targa 4 en de 911 Targa 4S.
Type 991 – de terugkeer van de legendarische Targa-rolbeugel
In september 2011 introduceerde Porsche de zevende en volledig opnieuw ontworpen 911-generatie. Na de coupé- en cabriolet-carrosserievarianten werd in januari 2014 de 911 Targa gepresenteerd, die als moderne klassieker werd uitgebracht. Het klassieke Targa-idee werd voor het eerst met succes gecombineerd met ultramodern dak-comfort. Net als de legendarische originele Targa had het nieuwe model de karakteristieke brede stang in plaats van de B-stijlen, een bewegend dak-gedeelte boven de voorstoelen en een achterruit zonder C-stijl. In tegenstelling tot de klassieke modellen, werd het dak in de nieuwe Targa met een druk op de knop geopend en gesloten. Het volautomatische daksysteem verborg op spectaculaire wijze het hardtop-element achter de achterbank. De nieuwe 911 Targa vertegenwoordigde een hoogwaardige, innovatieve nieuwe editie van de klassieker uit 1965.