Home > #Hoofdnieuws > Corona-verhalen: de link tussen RBM en van de Poele (deel 3)

Corona-verhalen: de link tussen RBM en van de Poele (deel 3)

Dat er in 1987 een Belg voor rekening van BMW met de fel begeerde titel huiswaarts keerde, heeft veel te maken met een Belgische BMW-familie die anno 2019 nog steeds voor BMW racet. RBM lag mee aan de basis van het succes van Eric van de Poele.

Foto: © BMW Motorsport

Op vraag van Hughes de Fierlant, ex-winnaar van de 24 Uur van Spa en midden de jaren ’80 actief als sportmanager bij BMW Belgium, werd de toen zeer actieve Belgian Racing Press Club betrokken in de keuze van de namen van de rijders die een volledig seizoen aan het stuur van een Juma-BMW 323i in de sterk groeiende Belgische Groep N-racerij mochten rijden. Toen de journalisten samenkwamen om met BMW en Juma te overleggen over de namen die zij voorstelden, verduidelijkte de betreurde Julien “Juma” Mampaey, vader van Bart, meteen dat er diende gekozen te worden voor één rijder, voor het volledige seizoen. Reden: met pakweg acht verschillende rijders, zou het moeilijk werken zijn om steeds de juiste afstelling te vinden van de bijna standaard-groep N-BMW 323i. Er werden heel wat namen geciteerd van jonge beloftevolle rijders, maar de meesten hadden al een druk programma in de éénzitterij. Toen liet iemand de naam vallen van Eric van de Poele. Wie? Ach ja, in 1983 de winnaar van het Franse Ecole Avia La Châtre Stuurwiel! Het was een moeilijk debuut voor de neofiet in het hoogstaande Frans Formule 3-kampioenschap – gedomineerd door Olivier Grouillard, voor Frédéric Delavallade en Pierre-Henri Raphanel – en één jaar later zat dezelfde Van de Poele zonder centen en zonder stuur voor het komende seizoen. De redding kwam er via een telefoontje vanuit de vergaderzaal in de Brusselse Aarlenstraat. Achter het stuur van de kleine 323i toonde van de Poele wat hij waard was en zag hij zich voor het volgende seizoen in het BK Productie opgenomen in de rangen van BMW Waterloo Motors/Lease Plan.

Parallel vond van de Poele centen voor een zitje in Formule Ford en zelfs Formule 3. Dezelfde Hughes de Fierlant had in 1986 een mini-programma opgezet om een BMW Juma 635 CSi Groep A aan de start te brengen van enkele Europese toerwagenraces en uiteraard ook de 24 Uur van Spa. De zwarte BMW Lease Plan zou bestuurd worden door Thierry Boutsen en Marc Surer (dat jaar F1-teammaats bij Arrows-BMW), samen met vaste Juma-rijder Hans Heyer. Enkele weken voor de 24 Uur nam Surer met een Ford RS200 deel aan de Hessen Rally, waarbij hij zwaar crashte. De Zwitser lag weken in de ziekenboeg en bij BMW Juma diende men op zoek naar een vervanger. Gezien zijn (Belgisch) BMW-statuut en link met Lease Plan werd er gedacht aan van de Poele! Bij BMW Juma vond men dat geen goed idee, wegens té veel druk op de schouders van de jonge Namenaar en het risico dat men zijn doen en laten zou gaan vergelijken met F1-rijder Thierry Boutsen.

Enkele weken later was de tijd wél rijp om Van de Poele, aan de zijde van de ervaren Hans Heyer, tijdens de Zolderse EG Trophy in de zwarte BMW te droppen. Bovendien waren Boutsen-Heyer-Calderari in de 24 Uur van Spa vroegtijdig van het toneel verdwenen en konden Van de Poele-Heyer aldus voor de Europese toerwagenrace beschikken over een frisse BMW 635 CSi. Bij Juma, alwaar de jonge Bart Mampaey tijdens de race-weekends een handje kwam toesteken, besloot men om van de Poele in zijn eerste vrije rondjes uit te sturen op zacht rubber. Het resultaat: de naam van Van de Poele stond meteen op de bovenste lijn van de tabellen. De aanwezige BMW Motorsport-mensen kwamen meteen bij Juma informeren wie er dan wel aan het stuur van de zwarte 635 CSi mocht zitten… In de race zelf verloren Van de Poele-Heyer slechts door de komst van de pace-car een zekere podiumplaats aan de TWR Rover Vitesse van Walkinshaw-Percy, maar zijn naam was gemaakt. Toen BMW-mensen een tijd later in München overlegde over de namen van de kandidaten voor de selecties van het BMW Junior-programma en de naam van de Belg viel, wist men meteen over wie men het had. van de Poele zag zich prompt opgenomen in het lijstje voor de BMW-testdagen op de Nürburgring. Omdat hij geen Duits sprak diende hij zich enkel tijdens de tests op de piste te meten met de Duitse concurrenten. Dat volstond voor de jury om de Belg op te nemen binnen de rangen van het BMW Junior Team voor een seizoen in DTM in 1987 en de rest leest u hieronder… (persbericht met bewerking)